Het leven van Philippus den Stauten, Hertoch van Borgonien, ende van Margarita van Male, Gravinne van Vlaenderen
(ca. 1852)–Jan Frans de Jonghe– Auteursrechtvrij[1356]Philippus thoonde van jonckx af een voorbeelt van cloeckmoedicheydt ende in sijn groene jaeren sach men opstaen den daegheraedt van den manhaftighen dach, den welcken te verwachten was in 't midden van sijn jaeren; want al was het saeke dat hy den joncksten was van 's coninckx kinderen, ende daerom sonder hope van successie sijnde, ghenoemt wierdt Philippus sonder landt; nochtans dede hy ghenoech blycken dat de cloecke daeden niet ghemeten en moeten worden met de maete van de jaeren; want met sijn vaderGa naar margenoot+wesende in den veldtocht van Poitiers, als wanneer de trommelen ende trompetten begonsten te clincken, de spieschen bosch-ghewijs geplandt wierden als gordynen om van beyde de canten een bloedich schauwspel van eenen veldtslach te verthoonen: sijn dry broeders sich niet dervende stellen op het radt van de fortune hebben van hunnen vader hun afscheyt ghenomen; maer Philippus aen synen vader soo getrauw als cloeckmoedich sijnde en heeft sijn vader niet willen | |
[pagina 3]
| |
|
|