Het groot privilegie van Holland en Zeeland (14 maart 1477)
(1985)–A.G. Jongkees– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 209]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A.G. Jongkees
|
A 1. | Originele expeditie voor Holland met (West-)Friesland, op drie vellen perkament (H. resp. 673, 620 en 655-660, incl. plooi; overslagen c.30 en c.25), aaneengelijmd en bovendien links en rechts samengehecht door perkamenten koordjes, voorzien van signetten in rode was (diameter 30: de twee linkse intact, van de rechtse sporen aanwezig en fragmenten bewaard). |
H.c. 1760, plooi 130-138, B.c.657 (linkerrand c.100, rechterrand 26-47, gem. 32; 271 regels). |
De initiaal van ‘Marie’ is niet ingevuld. Beginregel met bescheiden uithalen naar boven, maar weinig markant. | ||
Op de plooi, links: mention de service en ondertekening. | ||
Zegels gaaf: groot ruiterzegel van hertogin Maria (diam. 120) met tegenzegel (diam. 45) in groene was aan rood en groene zijden streng; zegels van Jan van Kleef (diam. 55), van Lodewijk van Bourbon (diam. 55) en van Adolf van Kleef-Ravenstein (diam. 55) in rode was op dubbele staarten van perkament. | ||
Op de rugzijde, onderaan en ondersteboven: S No I (?) en in eigentijds schrift: pour hollan(de) (?). | ||
GA Dordrecht, arch. I, inv. nr 48 (vanouds bewaard in eikenhouten kist met ijzeren beslag, afgebeeld op p. 135 van: Archiefdienst Gem. Dordrecht, Gids voor het gebruik van de archieven en verzamelingen, Dordrecht [1977]). | ||
[A 2. | Origineel voor Zeeland, ongetwijfeld gelijk aan A 1 (zie boven, noot 78), zij het blijkbaar op twee aaneengevoegde vellen perk., verbrand te Middelburg op 17 mei 1940.] | |
B 1. | Origineel, eerst aan de stad Leiden en vervolgens, in of vóór mei 1478, aan Haarlem in bewaring gegeven, op drie aaneengelijmde vellen perkament (H. resp. 635, 610 en 365, incl. plooi; overslagen c.20), zonder enig blijk van verbindende koordjes. | |
H.c.1455, plooi 124-127, B.c.610 (linkerrand c.108, rechterrand c.50; 165 regels). Initiaal M ontbreekt. Eerste regel groot geschreven. | ||
Op de plooi, links: mention de service en ondertekening; rechts: visa en duplicata. | ||
Grootzegel met tegenzegel der hertogin in groene was aan rood en groene zijden streng beschadigd (in 1982/83 geconsolideerd); zegel van Adolf van Kleef in rode was op dubbele staart van perk. Van dat van hertog Jan van Kleef is alleen de dubbele staart overgebleven. | ||
Op de rugzijde, onderaan en ondersteboven, in eigentijdse hand: om leyden. Voorts, in 16de/17de eeuws schrift: groot privilegie van Vrouwe Maria van Bourgongien den landen verleent / inhoudende versceyde (?) ende menigvuldige poincten van dato den 14 maert 1476. Daaronder: 14 januari (doorgehaald) maert 1476, en op etiket gedrukt: 199. | ||
GA Haarlem, Stadsarchief, Van Woerden 1 A 54 (Inventaris A.J. Enschedé, 1879, nr 199). | ||
[B 2. | Origineel, gedeponeerd in de stad Amsterdam: verloren gegaan, waarschijnlijk in de 17de eeuw.] | |
B 3. | Origineel, toevertrouwd aan de stad Delft, op twee vellen perkament (elk H. 920, incl. plooi; overslag c.25), aaneengelijmd en links en rechts door perk. koordjes verbonden. H.c.1693, plooi c.122, B.c.674 (linkerrand 96, rechterrand c.30; 223 regels). | |
Initiaal M ingevuld. Ook overigens bijzonder verzorgd exemplaar, met decoratieve eerste regel. | ||
Op de plooi, links: mention de service en ondertekening; rechts: visa en quadruplicata. Vrij goed bewaarde zegels in 1982/83 gerestaureerd (afmetingen, materiaal en aanhechting als voren): grootzegel met tegenzegel der hertogin, zegels van Jan en Adolf van Kleef. | ||
Op de rugzijde, onderaan en ondersteboven: om delf (eigentijds) en het archiefmerk: No 3; andersom (gedrukt op etiket): 2462, alsmede, recent, R 109, en nauwelijks nog leesbaar, in potlood: Groot Privilegie van Maria van Bourgondien 14 Maart 1476/77. | ||
GA Delft, Eerste Afdeling, inv. nr 1643 (vóór 1981 in het ARA, Staten van Holland vóór 1572, inv. nr 16). | ||
C. | Ambtelijke registraties van A. | |
C 1. | Lille, Archives départementales du Nord, B 1699: Registre de l'Audience, 1477-1478 (kl. folio, pap.), ff. 23v-30v. | |
C 2. | 's-Gravenhage, ARA, Archief Graven van Holland 889-1581, inv. nr 240 (vóór 1981: Leen- en Registerkamer, inv. nr 64): Register Privilegia Ducis Caroli 1470-1500 (in-fol., perk.), ff.29r-39r: Previlegie angaende den gemenen landen van Hollant, Zeelant ende Vrieslant. |
D. | Authentieke copieën van A. | |
D 1. | GA Leiden, Secretarie 1253-1575, inv. nr 193, reg. nr 879: cahier van 13 bladen perk. in perk. omslag, kl. folio (H 287, B 193), later gefolieerd vanaf f.2 (deze telling hier niet gevolgd): ff. 2(1)r - 12(11)v. Op f.1r (16de/17de eeuws): privilegien gegeven bij Wylen / Vrou Maria van Borgongen/ hartooge Kaerls van / Borgongen enige dochter / anno 1476. Met origineel gecollationeerd door (de secretaris-griffier van het Hof in Den Haag, Willem van) Zwieten. Artikelen genummerd 1-60. | |
D 2. | GA Rotterdam, Oud Stadsarchief, inv. nr 688: cahier van 16 bladen perk. in perk. omslag, kl. folio (H 293, B c. 223), moderne foliering beginnend met f.2: ff.2(1)r - 15(14)r. Op f.1r: Copie van derprevilegie der landen / van Hollant, Zeelant ende Vrieslant. Gecollationeerd als boven. Artikelen genummerd 1-59, maar het nr 38 is herhaald. (De open gebleven fol. zijden 15(14)v - 16(15)v zijn kort nadien met diverse memorabilia volgeschreven). | |
D 3. | RA Gent, Verzameling Diverse Oorkonden, inv. nr 625 (voorheen Fonds Diegerjck, nr 156): cahier van 14 bladen perk., kl. folio of 4o (H 275, B 223), niet gefolieerd: ff. 2r-14r. Op f.1r. Copie van der previlegie der landen / van Hollant, Zeelant ende Vrieslant. Gecollationeerd als boven. Artikelen genummerd 1-60. | |
D 4. | ARA 's-Gravenhage, Verzameling Handschriften 3de Afdeling, inv. nr 683 (in 1902 aangekocht): cahier van 17 bladen papier, kl. folio (H 298, B 218), niet gefolieerd: ff. 1v-16v. Op f.1r: Copie van derprevilegie der landen / van Hollant, Zeelant ende Vrieslant, en daarboven merk h (monogram uit letters AHNV) p. Met collatie-formule, doch zonder ondertekening. Artikelen genummerd 1-59 (het nr 49 is herhaald). | |
E. | Andere min of meer eigentijdse en afzonderlijke afschriften in de versie A. | |
E 1. | 's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, Hs. 78 J 23:25 folio's perk. in latere perk. band, in-4o, ff. 1r - 24r (pp. 1-47): 60 Items, met opschriften in rood bij 59 daarvan. Op f.24r in rood: Copie van der previlegien van Hollant, gevolgd door bevestiging der privileges van Alkmaar door Maximiliaan, 28 maart 1478. | |
E 2. | Amsterdam, Universiteitsbibliotheek, Handschriften der Stedelijke Bibliotheek nr 802 (M.B. Mendes da Costa, Catalogus der Handschriften, II, 1902, p. 137): een bundel van 42 bladen papier, kl. folio, gebonden achter in de verzamelband Inc. nr 14 / Ned. Inc. nrs 15, 16, bevat na de tekst van de ordonnantie van Maria en Maximiliaan op de Raadkamer (zonder datum, maar wel van mei 1480) en twee blanco-bladen, op f.[27] vlg. een afschrift van het privilege (foliering in potlood: 1r - 16r). Artikelen genummerd 1-60. | |
F. | Vidimussen (vgl. ook boven, noot 120). | |
F 1. | Van B 1 door overheid der stad Haarlem, 25 mei 1478 (zie Bijlage X bij de verhandeling), GA Leiden, Secretarie 1253-1575, inv. nr 195. | |
F 2. | Van B 1 of B 2 (in de transcriptie ontbreekt de initiaal M) door Willem, prins van Oranje, stadhouder-generaal, en president en raden van Holland, 19 juli 1566, 13 folio's (1r - 12v) perk. klein folio (H 300, B210), zegel van justicie van het Hof verdwenen: ARA 's-Gravenhage, Staten van Holland vóór 1572, inv. nr 16 (Inv. P.A. Meilink, 1929, reg. nr 759). | |
G. | Locale registraties, 15de/begin 16de eeuw (artikelen veelal genummerd). | |
G 1. | GA Amsterdam, Inv. P. Scheltema, III, 1874, p. 25 nr 1: Privilegeboek I (kl. folio, perk.), ff. 60r-72v (versie A, zeker in 1477 geregistreerd en mogelijk nog in hetzelfde jaar gewijzigd naar B: zie boven, n. 77 en 86). | |
G 2. | Aldaar, Inv. Scheltema, III, p. 120 vlg., nu: Bibliotheek, H 1 (vóór 1497): Handvesten en privilegiën der stad Amsterdam (kl. folio, pap.), ff.48r-61r (A). |
G 3. | Aldaar, H 2 (vóór 1510), idem (kl. folio, pap.), ff.72r-90v (A) zie verder onder H. | |
G 4. | ARA 's-Gravenhage, Hss. 3de Afd., inv. nr 1363: Privilegiën en keuren der stad Delft (kl. folio, pap.), ff.30r-39v (A). | |
G 5. | GA Gouda, Oud-archief, inv. nr 384 (c.1500): register geheten ‘Houteboeck’ (in-fol., perk.), ff.157r-180r (A). | |
G 6. | Aldaar, nr 389 (c.1500): register van privilegiën (in-fol., pap.), ff.135v-160v (A) | |
G 7. | GA Leiden, Secretarie 1253-1575, inv. nr 80: Privilegeboek A (kl. folio, pap., in overigens perk. codex), ff.149r-159r (A, maar gedateerd: 24 maart 1476/77). | |
G 8. | Aldaar, nr 1226: register van Zoenen en Verdragen (kl. folio, pap.), ff.64r-72r (B). | |
G 9. | 's-Gravenhage, Koninklijk Huisarchief, inv. nr G 6 (in 1847 verworven coll. Van Beverningk-Van der Dussen), C 1-8: Handvesten van Schiedam (kl. folio, pap.), ff.37r-44v (A). | |
G 10. | RA Middelburg, Handschriftenverzameling, nr 1174: Privileges en voorgeboden van T(h)olen c.a. (in-4o, pap.) ff.49v-67r (met tafel van inhoud: A). | |
G 11. | Aldaar, nr 954 (na 1483): Keurboekje van Veere (in-8o, pap.), niet gefolieerd: 41 fol. zijden aan het einde, incl. tafel van inhoud op 6 ½ fol.zz. (A, in opschrift gedagtekend: 24 maart). | |
G 12. | Onvolledig: Streekarchief West-Friesland, inv. Hoorn, nr 65 (C.J. Gonnet, Inventaris... Hoorn, 1918, nr 117): Handvesten en privilegiën 1359-1556 (klein folio of in-4o, perk.), begonnen in 1471. Waarschijnlijk in de eerste hand: ff.32-41 (foliëring per opening, potloodnummering van bladzijden: 76-93). De tekst bevat, na protocol en narratio, 45 artikelen en breekt met het laatste daarvan (= art. 59). af. De artt. 3, 12, 13, 37, 38, 40, 46, 49-55 en 60 zijn niet overgenomen. Zie ook M.S. Pols, Westfriesche stadsrechten (Oud-Vaderl. Rechtsbr., 1.VII), II, 1885, p. 11. | |
G 13. | Onvolledig: ARA 's-Gravenhage, Hss. 3de Afd., inv. nr 1355: Privilegiën... der stede van Zierixe (kl. folio, pap.), ff.104r-117v: 56 genummerde artikelen. Niet overgenomen: artt. 3, 12, 13 en 36. (Versie A, volgens aantekening op f.117v naar een authentieke copie, gecollationeerd door A. Haelwijn! Door deze persoonlijk gewaarmerkte afschriften zijn overigens nog niet bekend). | |
H. | Verdere 16de-eeuwse, meerendeels stedelijke, afschriften (met uitzondering van H 26-28, alle in de versie A). | |
H 1-15. | GA Amsterdam, Bibliotheek, H 3-5, 7-18: privilegeboeken (kl. folio, pap.): | |
Aldaar, H 3 (c.1522), ff.39v-53r. | ||
Aldaar, H 4 (c. 1530?), ff.33r-45r. | ||
Aldaar, H 5 (c. 1533), ff.51r-64v. | ||
Aldaar, H 7 (c. 1537), ff.39r-48r (61 artt.!). | ||
Aldaar, H 8 (c. 1539), ff.77v-91v. | ||
Aldaar, H 9 ff.81r-91r. | ||
Aldaar, H 10, ff.31v-42v. | ||
Aldaar, H 11, ff.65r-78v. | ||
Aldaar, H 12, ff.105r-118v (breekt af met art. 59). | ||
Aldaar, H 13, ff. 152v-179v (met het naschrift uit Privilegeboek I: boven, G 1). | ||
Aldaar, H 14, ff.43r-54v. | ||
Aldaar, H 15, ff.100r-114v (breekt af met art. 48). | ||
Aldaar, H 16, ff.45v-57v. | ||
Aldaar, H 17, ff.48v-61r. | ||
Aldaar, H 18, pp.77-87 (breekt af als H 15). |
H 16. | 's-Gravenhage, Kon. Huisarchief, G 6, C 1-9: Handvesten en keuren van Amsterdam, kl. folio, pap. (vóór 1535), ff.42v-55v. | ||
H 17. | GA Delft, Handschriftenverzameling, 39 B 2: Privilegieboek der stad Delft, 1246-1536, in-fol., pap., (1536), ff.26r-32r. | ||
H 18. | Aldaar, 39 B 5: idem in-4o, pap. (1536), ff.28r-33v. | ||
H 19. | ARA 's-Gravenhage, Hss. 3de Afd., inv. nr 1360, in-fol., pap., ff.39r-46v. In deze Delftse afschriften van de 60 artikelen zijn vóór- en nawerk kort samengevat. Zo ook, met variaties, in de meeste privilegeboeken hierna onder I. | ||
H 20. | GA Dordrecht, arch. 1200-1572, X (Keur- en handvestboeken), inv. nr 10, in-fol., pap., ff.73r-87v. | ||
H 21. | Aldaar, X nr 14, in-fol., pap.: ‘Pensionarisboek’ (eind 16de eeuw), ff.288r-296r. | ||
H 22. | Aldaar, X nr 20, in-fol., pap., ff.54r-67r (in 1589 ‘geextraheerd uit het Houtenbouck’). | ||
H 23. | Leiden, Universiteitsbibliotheek, Hss. Meyers nr 39: Privilegiën... der stede van der Goude, in-fol., pap. (eind 16de/begin 17de eeuw), ff.157r-179v (59 artt., maar art. 12 niet genummerd). | ||
H 24. | ARA 's-Gravenhage, Hss 3de Afd., inv. nr 1360: Hantvesten ... den steden van Hollant... gegeven (geschreven te Gouda, 1595), in -8o, (perk. en) pap., pp. 154-203. | ||
H 25. | Hoorn, Streekarchief West-Friesland, inv. Medemblik nr 4 (Inv. C.J. Gonnet, in: Versl. Rijks Oude Archieven, 1915, nr 20): Keuren van Grootebroek enz., in -8o, pap. (c. 1550), ff. F6v-J1v (46v-65v). | ||
H 26-28. | GA Haarlem: naar B 1, in registers van privileges, geschreven en/of gecollationeerd door de stadssecretaris Michiel Jansz. van Woerden, 1592 vlg.: | ||
H 26. | Stadsarchief, Handschriften, nr 27 (kast 8-2 nr 34, hs.12), kl.folio, pap., ff.56(63)v-68(75)v. | ||
H 27. | Aldaar, nr 28 (kast 8-1, nr 11, hs. 5), in-fol., perk., ff.66(83)r-81(98)v. | ||
H 28. | Aldaar, nr 33 (kast 8-1, hs.8), kl. folio, pap., ff.1(94)r-16(109)v. | ||
H 29. | GA Leiden, Secretarie 1253-1575, inv. nr 81: Privilegeboek gemerkt nr 50, kl. folio, pap., ff. 123v-131v (evenals G 7: 24 maart). | ||
H 30. | 's-Gravenhage, Kon. Bibliotheek, Hs. 75 H 32: Keuren van Zeeland, in-4o, pap., ff.200r-213r (in potlood: 135-150). | ||
H 31. | RA Middelburg, inv. nr 1677: Copulaatboek I van de Rekenkamer, kl.folio, pap., ff.67r-77v, reg.26 (in october 1575 ‘gecopieert uuijt een out geschreven boeck’, dat ‘voirtijts ten tijde van innundatie seer nat was want souts water, dwelck tgeschrifte gecorrumpeert heeft ende oock tpapier deet verrotten’). Overgeschreven in Copulaatboek IX (17de eeuw), ff.68r-88v, reg.1055. | ||
In Copulaatboek II, f.140, reg.287, alleen art. 49 (gedateerd: 13 maart); in GA Goes, arch. Stad Goes, inv. nr 2, f.105r (eerste helft 16de eeuw), alleen art. 4, ‘extraict uuyten registere van previlegien der stede van Middelburch in Zeellandt’. | |||
H 32. | Onvolledig: Utrecht, Universiteitsbibliotheek, Hs. 1106: Hantvesten der stede van Enchuijsen etc., kl. 4o, pap. (1535), ff.69r-71r (in potlood: 71-73): artt. 17, 47, 18, 19, 24, 27 en 44, soms (art. 18) met enige aanpassing in bewoordingen. Aanhef en (na korte zegelaankondiging) datering, mention de service en ondertekening van het privilege (A) zijn overgenomen. | ||
I-Q: | Afschriften in privilegeboeken uit de 17de en 18de eeuw (Romeinse cijfers geven de eeuwen van vervaardiging aan). Met uitzondering van I 8, L 1 en N 1, in de A-traditie. | ||
(Voor Amsterdam zie: G 1-3, H 1-16, en drukken a 1-9). |
I. | Delft (zie ook: G 4, H 17-19). | ||
I 1. | GA Delft, 1ste Afdeling, inv. nr 50 (XVII), ff.433r-453r. | ||
I 2-3. | GA Delft, nrs. 52 (XVII) en 53 (XVIII), ff.438r-465r. | ||
I 4-5. | Aldaar, Handschriftenverzameling, 39 B 14 (XVII) en 39 B 15 (XVII), ff.438r-465r. | ||
I 6. | Aldaar, 39 B 19 (XVII), ff.1r-18r. | ||
I 7. | ARA 's-Gravenhage, Familie-archief Van Vredenburch, inv. nr 441 (XVII), ff.438r-465r. | ||
I 8. | ARA 's-Gravenhage, nr 442 (XVIII), ff.487r-516v (B). | ||
I9. | ARA 's-Gravenhage, nr 444 (XVIII), ff.434r-454r. | ||
I 10. | 's-Gravenhage, Kon. Bibliotheek, Hs. 70 B 15 (XVII), ff.433r-453r. | ||
I 11. | 's-Gravenhage, Hs. 70 B 17 (XVIII), ff.264(272)r-286(294)v. | ||
I 12. | Leiden, Univ. biblioth., BPL 12A (XVIII), ff.171v-182v. | ||
Over het algemeen zijn hier de reeds bij H 17-19 opgemerkte bekortingen aangebracht, die soms (I 8-11) tot contracties in de zegelaankondiging zijn beperkt gebleven. | |||
J. | Dordrecht (zie ook: H 20-22). | ||
J 1. | GA Dordrecht, X nr 21 (XVII), pp. 426-450. | ||
J 2. | GA Dordrecht, X nr 24 (XVII), ff. 151v-176v. | ||
J 3. | GA Dordrecht, X nr 25 (XVII), ff.83r-107v. | ||
K. | Gouda (zie ook: G 5 en 6, H 23 en 24). | ||
K 1. | GA Gouda, Oud-arch., inv. nr 391 (XVII), ff.9r-19v. | ||
K 2. | GA Gouda, Oud-arch., inv., nr 394 (XVIII), pp. 78-96. | ||
K 3. | 's-Gravenhage, Kon. Biblioth., Hs 78 H 21 (XVII), ff.l01r-121r. | ||
K 4. | Utrecht, Univ. biblioth., Hs. 1105 (XVII), ff.157r-180. | ||
K 5. | Leiden, Univ. biblioth., BPL 72b (XVII), ff.157r-179v (in potlood: 179-201) met tafel van inhoud op ff.(potl.) 6v-9r. | ||
L. | Haarlem (zie: H 26-28). | ||
L 1. | ARA 's-Gravenhage, Hss. 3de Afd., inv. nr 134 (XVIII), ff.90v-112r (naar H 27, c.q. 26 of 28). | ||
M. | Hoorn (zie G 12). | ||
M 1. | Streekarchief West-Friesland, inv. Hoorn nr 42 (XVII), pp. 80-102 (82-104): copie van G 12. | ||
N. | Leiden (zie ook: G 7-8, H 29). | ||
N 1. | GA Leiden, Secretarie 1253-1575, inv. nr 82 (XVII): Privilegeboek B, ff.242r-258r (in afschrift van F 1:ff.241r-259r). | ||
O 1. | Naarden. | ||
O 1. | GA Naarden, Oud-arch. inv. nr C III 1 (XVII), pp. 224-249. | ||
O 2. | GA Naarden, C III 2 (XVII), pp. 145-169. | ||
O 3. | GA Naarden, C III 3 (XVII/XVIII), pp. 269-310. | ||
O 4. | GA Naarden, C III 5 (XVIII), pp. 249-280. | ||
P. | Rotterdam. | ||
P 1. | GA Rotterdam, Handschriftenverz., nr 1522 (XVIII), niet gefolieerd: 41 fol.zijden na het midden, halverwegen. Naar onbekend voorbeeld: na de claus over authentieke vidimussen en copieën volgt: ‘Want het ons alsoo gelieft’ en datering. | ||
Q. | T(h)olen (zie ook: G 10). | ||
Q 1. | Leiden, Univ. biblioth., BPL 1563 (XVII), ff.18(22)r-23(27)v: begint abrupt met art. 1. Tafel van inhoud: ff.16(20)v-17(21)v. | ||
Drukken (alle naar afschriften). | |||
a 1-9. | Amsterdamse handvestboeken (vgl. W.F.H. OLDEWELT, De pogingen tot ‘codificatie’ van het Amsterdamse recht, Versl. en Meded. Oud Vaderl. Recht, XIII, 1967, p. 64 vlg.). |
a 1. | Handt-vesten ende Privilegien van Amstelredam mitsgaders sekere costuymen, Oude-ghebruycken ende Willekeuren derselver ..., [Utrecht, Herman van Borculo?], 1597 (in-4o), pp. 78-97 (A). | |
a 2. | Idem, vermeerderde uitgave, Utrecht, Herm. van Borculo; Amstelredam, Barend Adriaensz., 1599 (in-4o). | |
a 3. | Handt-vesten ende Privilegien van Amstelredam mitsgaders..., Amstelredam, B. Adriaensz. 1613 (in-4o), pp. 78-97 (A). | |
a 4. | Hantvesten, Privilegien, Willekeuren ende Ordannantien der Stadt Aemstelredam, Amstelredam, B. Adriaensz., 1613 (in-fol.), pp. 39-48a (A). | |
a 5. | Hand-vesten, Privilegien, Handelingen, costuymen ende Willekeuren der Stadt Aemstelredam, mitsgaders Hoorn, Enchuysen..., [Amsterdam, B. Adriaensz.?], 1624, (in-fol.), pp. 36-44 (A). | |
a 6. | Handtvesten ofte Privilegien, Handelingen, Costumen ende Willekeuren der Stadt Aemstelredam, mitsgaders..., Amstelredam, Jacob Pietersz. Wachter, 1639 (in-fol.), pp. 39a-47 (B). | |
a 7. | Hand-vesten, Privilegien, Octroyen, costumen ende Willekeuren der Stad Aemstelredam ..., opnieuws vermeerdert ende verbetert..., Amsteldam, Otto en Jod. Smient, 1663 (in-fol.), pp. 31b-39b (B, met verwijzing naar Eerste Privilegeboek, f.60). | |
a 8. | Hand-vesten, Privilegien, Octroyen, costumen en Willekeuren der Stad Amstelredam, Amsterdam, Jan Rieuwertsz., 1694 (in-fol.), pp. 31b-39b (B, zelfde verwijzing). | |
a 9. | Handvesten ofte Privilegien ende Octroyen, mitsgaders Willekeuren, Costuimen, Ordonnantien en Handelingen der Stad Amstelredam (uitgave bezorgd door mr. Hermanus [en Jacobus] NOORDKERK), I, Amstelredam, Hendr. van Waesberge, Sal. en P. Schouten, 1748 (in-fol.), pp.77b-84b (B, zelfde verwijzing). | |
b 1. | Historie der Gravelike Regering in Holland, beschreven door V.H. (volledige titel in noot 5 bij de verhandeling hiervóór), z. pl. of j. (klein in-8o), pp. 1-46 (B). | |
Herdrukken vermeld door P. GEYL, Het stadhouderschap in de partij-literatuur onder De Witt, in: Meded. Kon. Ned. Akademie van Wetensch., afd. Letterkunde, N.R., X.2, 1947, 68 (52) vlg. (ook in: Pennestrijd over Staat en Historie, Groningen, 1971, 54 vlg.): | ||
b 2. | Amsterdam, Abraham de Wees, 1662. | |
b 3. | Amsterdam, Jac. Vinkel, 1662. | |
c. | Hant-vesten ende Privilegien van Vrouwe Maria ... den 14. Maert 1476, 's-Graven-hage, Levijn van Dijck, 1663 (in-8o), pp. 1-24 (A). Gevoegd in: Handvesten endeprivilegien der Graven van Hollandt ..., 's-Graven-haghe, Joh. Tongerloo, 1663. Zie boven, noot 5. | |
d. | Groot Placaat-boeck ... der Vereenigde Nederlanden ende van ... Hollandt ende West-Frieslandt, II, ed. Corn. CAU, 's-Gravenhage, 1664 (in-fol.), kol. 657-676 (B). | |
e 1. | C.H. TROTZ, Grond-wetten van de Vereenigde Nederlanden, achter: Theses juris publici ad Leges Foederati Belgii fundamentales, Franequaerae, 1745 (in-8o), pp. 1-53 (B). | |
e 2. | C.H. TROTZ, Commentarius legum fundamentalium Foederati Belgii, of Verklaaring van de Grondwetten der Vereenigde Nederlanden, Harlingae/Amstelodami, 1778 (in-8o), pp. 1-294 (B, met commentaar). | |
f | E. MUENCH, Maria von Burgund, nebst dem Leben ihrer Stiefmutter Margarethe von Yorck ..., II, Leipzig, 1832 (in-8o), pp. 457-489 (A: 59 artt., maar nr 49 herhaald). | |
Afzonderlijke bepalingen bij, onder andere: | ||
J. REYGERSBERGEN, Chroniik van Zeelandt, ed. M.Z. VAN BOXHORN, Middelburch, 1644, II, pp. 291-294: vrije weergave van artt. 5, 13, 17, 37, 38, 40, 46, 49, 51-55, 60. | ||
W. Gerritsz. LAMS, Het Groot Previlegie en Handvest Boeck van Kennemerlandt en Kennemer-Gevolgh, Amsterdam, 1664, pp. 71-74: artt. 18, 36, 56 en 57, naar Reg. Privilegia Ducis Caroli. | ||
[G.R. VAN KINSCHOT], Beschrijving der stad Oudewater, Delft 1747, pp. 387-388: artt. 9, 31, 44. | ||
P.H. VAN DE WALL, Handvesten, privilegien ... der stad Dordrecht, I, Dordrecht, 1790, pp. 661-667: artt. 10, 9 en 3, met algemeen commentaar. |
W.S. UNGER, Bronnen tot de geschiedenis van Middelburg in den landsheerlijken tijd, I, 's-Gravenhage, 1923 (Rijks Geschiedk. Public., G.S., LIV), pp. 50-51: artt. 13 en 49. |
(M)arieGa naar voetnoot(a) bi der gracie Gods hertoginne van Bourgoignen, van Lothrycke, van Brabant, van Lymborch, van Lucemborch ende van Geldere, grevinne van Vlaenderen, van Artois, van Bourgoignen palatine, van Henegouwe, van Hollant, van Zeelant, van Namen ende van Zuytphen, mercgrevinne des Heilichs Rycx, vrouwe van Vrieslant, van Salins ende van Mechelen, doen te wetene allen den genen die nu zijn ende namaels wesen sullen.
Alsoe na der aflivicheyt van wijlen saliger memorien onsen lieven heere ende vader hertoge Karel, heere in zijnre tijt van den landen ende heerlicheden voirs., tot onser begerte ende versouke commen zijn bi ons in dese onse stede van Ghend die gecommitteerde van onsen landen van Hollant, Zeelant ende Vrieslant metten Staten van onsen anderen landen van herweerts over, denwelken wij in presencien van den moghenden heeren, den hertoge van Cleven ende van der Marken, onse neve, heeren Lodewijc van Bourbon, bisscop van Ludicke, hertoge van Bullioen ende greve van Loon, onsen oom, ende Adolf van Cleven ende van der Marken, heere tot Ravesteyn, stedehoudere generael ende gouverneur van onsen voirs. landen, oick onse neve, die onse naeste magen sijn van onsen bloede, ende bij avise ende rade derselver, hebben doen open doen den grooten last dair wij ende onse landen gemeynlic inne steken mids der vyantscap ende quaetwillicheyt van den coninck van Vranckerijke, die hij also hij voirenneemt tot ons ende onsen landen weert vordert ende voortkeert met diversschen plaetsen van onsen voirs. landen inne te nemene ende die tot zijnre obediencien te trecken, totten welken nochtan, alsoe wij ontwivelick houden, hij geen reden of zake en heeft; begerende uuyt grooten betrouwen ende toeverlate die wij hebben toten goeden lieden onsen ondersaten van den voirs. landen, dat zij ons daer inne bij rade ende daden te hulpen ende te baten commen wilden, opdat dezelve onse landen ende ondersaten van laste ende scaden mochten worden verhuedt;
dairop de gecommitteerde van onsen voirg. landen, sunderlijnge van Hollant, Zeelant ende Vrieslant vorscreven, bewijsende ende thoenende den goeden wille ende grooten gonst die sij als onse getrouwe ondersaten tonsweert hadden, ons hebben ghepresenteert naer allen hueren vermuegen hulpe ende bijstant te doene; des wij hym grootelicx dancken.
Ende om dieswille dat die van onsen voirs. landen van Hollant, Zeelant ende Vrieslant ons hebben opgedaen den grooten ende onverwinliken last ende scade die deselve onse lande in allen hueren leden hebben ghehadt, mids den orelogen die onse vorscreven lieve heere ende vadere toten eynde van zinen levene heeft gheafftervolcht, alsoe dat die ondersaten van denselven onsen landen
zeere veraermt, ontgoet ende tondergegaen zijn ende, dat meer is, sijn denselven onsen landen ende steden grootelijcx afgenomen ende innegebroken in diversschen manieren de rechten, previlegien, costumen ende usagien van denselven, ende yegelijck van hym, sonder van denwelken weederom ghericht ende gherestitueert te wesen deselve onse lande in hueren rechten, privilegien, costumen ende usagien int onderhouden van der justicien, niet staende en soude mougen bliven noch geregiert worden,
overghevende mids dien in onsen handen bij manieren van gescriften zekere punten ende articlen dienende ter welvaert van onsen voirs. landen van Hollant, Zeelant ende Vrieslant, hebben ons ghebeden dat wij, als hertoghinne ende princesse der landen voirs., hymluyden deselve punten van onser specialder gracien gonnen, geven ende verleenen wouden voire ons, onse hoirs, ervenGa naar voetnoot(a) ende nacommelingen, graven ende graefvinnen, princen ende princessen der landen voirn., hymluyden, hueren erven ende nacommelingen.
Welke punten wij bevonden hebben, bi avijse van denzelven onsen neven ende oom ende oick bij onsen Raide, grotelicx dienende, nootelic ende proffitelic sijnde voire ons, onsen erven ende onsen vorn. landen ende den inwonenden derselver;
ende hebben dairom, bij onser rechter wetenheyt ende bij avise ende raide als voiren, uut specialder gracien denselven onsen landen van Holland, Zeelant ende Vrieslant gegeven, geconsenteert ende verleent, geven, consenterenGa naar voetnoot(b) ende verleenen voire ons, onsen erven ende nacommelingen, hymluyden ende hueren nacommelingen generaelick ende particulierlick, elken lande bijsundere, in voormeGa naar voetnoot(c) van een ewige previlegie, de punten ende articlen hiernaer vercleert, tot ewighen daigen te gebruykene ende onderhouden te wordene, sonder inbreken:
[1] In den eersten, dat wij hilicken sullen ende eenen voicht ende man kiesen, bij advijs ende goetduncken van den heeren van onsen bloede ende van den Staten van onsen voirs. landen.
[2] Item, dat wij quijtscelden dien van onsen voirs. landen van Holland ende van Vriesland de peninghen die zij consenteerden ende geloofden onsen voirs. wijlen heere ende vadere, int jaerGa naar voetnoot(d) vive ende tseventich lestleden, ter cause van
den regimente ende wetten der landen van Hollant ende Vrieslant voirscrevenGa naar voetnoot1; voir welke penningen de vijf groote steden van Hollant, te weten: Dordrecht, Delff, Leyden, Aemsterdamme ende Goude, en elc voir een zestendeel, hoire obligacien ende verbantbrieven gegeven hebben, die hymluyden wedergegeven werden om gecasseert ende gescoort te werden. Quijtsceldende voirt den voirscr. steden ende landen van denzelven huerlieder porcie ende andeel van der grooten bede van vijfhondertduysent croonen jairlijcx, geconsenteert onsen vors. wijlen heere ende vader bi den dryen Staten van onsen voirs. landen van herweerts overGa naar voetnoot2, ende daertoe alle de achterstellen ende ghebekenGa naar voetnoot(a) van denselven penningen, subvencien, ghiften, diensten of hoe die genomt mochten wesen, indien dair eenige waren die hier voortijts bi onsen voirs. landen ende steden of eenige van dien in voirleden tijden geconsenteert off niet geconsenteert geweest hebben, ende dair men in eeniger manieren in toecommenden tijden penningen van den voirs. landen ende steden of van eenige van dien soude moigen eysschen of tot hoiren laste commen, in wat manieren dattet ware.
[3] Item, desgelijcx hebben quitgescolden ende scelden quite mit desen, voir ons ende onsen nacommelingen, die van onsen stede van Dordrecht metten lande van Zuythollant ende hoeren nacomelingen die zes duysent clinckatsGa naar voetnoot(b), die zij erflijc geconsenteert ende bij manieren van demeynen in die steden van allen voirleden ende toecommenden beden jairlicx belooft hadden te betalen in den tractate gemaect tusschen onsen voirscr. wijlen heere ende vadere ende die voirs. stede ende land van Zuytholland, in den jaire van acht ende tsestich lestledenGa naar voetnoot3, mitten welken zij blijven zouden vry, exempt ende ontlast van allen beden ende subvencien die in toecommenden tijden bij den Staten ende goeden steden der voirs. landen geconsenteert zouden moigen werden, dairof die voirs. stede van Dordrecht huer obligacie ende verbantbrieven denzelven wijlen onsen heere ende vadere gegeven heeft, die oick hymluyden wedergegeven worden omme te
moigen casseren ende te nyenten doen; ende sal dat voirs. tractaet nyet ende van gheender wairden zijn ende blijven tot eewigen dagen.
[4] Item, dat wij nyement raidt noch hooft van den Raide, greffier, rentmeestre, drossaet, casteleyn, tresorier, dijcgrave, bailliu of scoutet maken off ordeneren en zullen, noch geenrehande ander officien noch diensten, cleyn noch groot, hoedanich die wesen moigen, in den voirs. landen van Hollant, Zeelant ende Vrieslant geven, noch confereren en zelen, noch doen, noch laten bedienen, dan die van den voirs. lande gheboren zullen wesen ende niet van vreemden landen. Ende indien eenige ghiften van den voirs. officien off diensten bi ons off onse voirsaten contrarie van deser ordinancie gegeven waren, off bi ons off onse nacommelingen in toecommenden tijden gegeven mochten worden, die sullen, nu als dan ende dan als nu, doot ende van geener wairden sijn ende bliven. Des zo en zal nyement in den voirs. landen meer dan twee officien off diensten tesamen moigen hebben off gebruyken.
[5] Item, dat wij stellen zullen in onsen Raid van Holland eenen stedehoudere ende acht raidsluyden, dair off die twee edele zullen zyn ende dandere notabele clercken off costumiers, te weten die zes van Hollant ende twee van Zeelant gheboiren, die wij dairtoe nemen, ordineren ende onderhouden sullen met behoorlike wedden.
Ende boven die achte zullen wy dair toe noch stellen ende ordeneren, opdat ons ghelieft, twee goede notable mannen, oick vanden landen gheboren, die geen wedden hebben en zullen. Dewelke van onsen Raide hymluyden niet en zullen onderwinden kennisse te nemen in die eerste instancie van eenigen saicken die tot kennisse van den steden off dorpen der voirs. landen behoirende zijn, welke saicken hier naer verclaert zullen werden, mer sullen terstont sonder enich proces, tot begeerten van partien, die saicken die ter eerster instancie aldair betoigen worden, renvoyeren ende wedersenden ter plecken dair se na ouden haircommen behoiren omme kennisse dair af te nemen. Ten ware, datter groote ende merckelike saken ter contrarie waren van den welken diezelve Raidt ghehouden zal zijn somierlic te kennen, sonder partien dappointierenGa naar voetnoot(a) te scrijven.
[6] Item, dat onse voirscr. raidsluyden, navolgende de oude manieren die men over veel jaren in denselven Raid te gebruyken plach, de simplici et de plano, in allen zaken tot hoere kennisse behoorende ende commende, voirtvaeren ende procederen zullen ten eynde toe uuyt, aldair elc dient betreft sijns selfs worden up zijn plucht ende boetenGa naar voetnoot(b) sal mogen voeren ende spreken, of bij eenen procuroir, indient die partie belieft donGa naar voetnoot(c) seggen, zonder oick productie, rapport of speciegelt van partien te nemen; mair sal elc van den voirs. raidsluyden met sijnen wedden, zonder meer genots van partyen te nemen, te vreden
sijn. Ende indien tot enigen tijden vernomen worde dat enige vanden voirs. stedehoudere off raidsluyden enige corrupcie namen oft ontfingen, die soude van hoere officien ofgestelt worden ende dair toe gecorrigeert, als na gelegentheyt van den saiken na recht ende redene dair toe behoiren zouden.
[7] Item, dat uuyt onsen voirs. Raide ende Hove en zullen geen duerwairders meer uuytgaen, maer sullen alle verdachvaerdingen ende exploitten gescien bi sekeren gesworen boden van den Hove, dier acht sullen sijn in getale, zonderlinge dairtoe geeedt ende hym daerop verstaende, ende dat op sekere dachgelden, te weten zestien groote Vlaems sdaichs. Des so sullen sij gehouden wesen mit enen mandemente alleen uuytegaen ende te reysen so dicke ende menichwerven zy des van partien versocht worden, optie verbuernisse van hoeren officien indien an den voirs. Raidt enige clachten dair off quamen. Ende so wanneer enige van den voirs. gesworen boden enige exploitte of execusie in steden off dorpen der voirs. landen doen sal, die sall gehouden sijn den heere off overste officier van der plecken dair over te roupen, diewelke gehouden zal sijn dair over te staen, sonder proffijt dair af te nemen, ende, bij advijse ende goetduncken van den zelven officier, dat exploit off execusie te werke te leggen. Ende als van den anderen gebreken of mesusen die bi den voirs. gezwoeren boden in toecommenden tijden, hoir exploit off execusie doende, geperpetreert mochte worden, zal bij onsen voirs. Raidt, ter begeerten van den Staten off steden der voirs. landen off eenige van dien ende by advise van denzelven, geremedieert ende daerinne voirsien worden, gelijc dat behooren ende ten besten dienen sal. Des en zal nyement van den voirs raidsluyden geen van den voirs.Ga naar voetnoot(a) gezwoiren boden ten exploitten binnen sijnen huyse ende in zijnen costen mogen houden.
[8] Item, dat die greffier van Hollant van acten, sentencien, mandementen, execucien ende anders totter selver officie behoorende, sulken salaris ende loon nemen ende hebben sal als onse voirscr. Raidt bij advijse van den Staten onser voirs. landen ramen ende ordineren sall, ende nyet meer. Ende en sal dat selve officie tot genen toecommenden tijden in geenre manieren verpacht worden.
[9] Item, dat alle erflike saiken ter eerster instancie na ouden haircommen berecht worden binnen den ambochte off plecke dairt eerff gelegen es.
Ende sullen die ingeseten van eenre stede malcanderen ter eerster instancie, om wat wairlike saiken dattet sij, betrecken voir den gerichten derselver stede ende niet voorder, noch oic tot geenen anderen gerechten noch plecken, uuytgenomen van leengoeden, die gaen zullen ter kennisse dair die na den leenrechte ende ouden haircommen behooren te wesen. Insgelijcx sullen alle gheestelike saiken tusschen partien geeyndt ende getermineert woorden voir den provisoiren ende lantdekenen der voirs. landen ende steden sonder voirder malcanderen te betrecken, welke provisoirs ende landdekens hym niet voirder onderwinden en sullen dan van gheestelike saiken.
[10] Item, indien eenige partien die vonnisse gegeven bij den gerechte off gezwoeren van den steden of dorpen der voirs. landen tegensgegaen off gewijst waren in zynnen worde diezelve vonnissen bij den Hove van Hollande te doen reformeren, die en souden toter selver reformacie niet toegelaten worden, ten ware dat zy al voiren tgerechte off gezwoeren wiens vonnesse zij wilden doen reformeren, caucie mit borgen stelden van dertich rins gulden van XLGa naar voetnoot(a) groten vlaems tstuc, omme, indien zij winder werden ende die sentencie van der reformacie voir hym gecregen, contrarie dergeender die eerst bi der voirs. gerechten off gezwoeren ware gegeven, van der vors. caucie ontslegen te wesen, ende indien zij tonder gingen dieselve dertich rins gulden op te leggen ende verbuert te hebben tot proffite van ons ende onsen erven ende nacommelingen. Des so en zullen die vors. gerechten off gezworen niet gehouden wesen hoir vonnissen te sustineren, voir den Raidt ter dachvaerdinge te compareren, noch cost, moyte of vervolch te doene, in wat manieren dattet zij, ten ware oft hymlieden beliefde dat te sustineren, twelke anGa naar voetnoot(b) hymluyden ende in hoir electie - ende niet an den heeren van onsen voirs. Raide - staen ende bliven sall, maer sal men ter eerster dachvaerdinge de vors. gerechten off gesworen alleenlic intimeren te compareren ten dage indient hym goet dunct, die nochtans niet en sullen gehouden sijn te voirscinen, het en zij dat hym belieft. Ten ware off yement wilde doen blyken dat die voirs. eerste jugen bi corrupcie off oppenbaerlic ende claerlic tegens den previlegien van der plecken hoir vonnissne gegeven hadden. In dien gevalle souden sij gehouden wesen hoir vonnessen also gegeven te sustineren, ende anders niet.
Ende zo wanneer enige saicken bi appellacien uuijt onsen voirs. Raidt van Holland getogen worden an onsen Grooten Raidt, die sullen geeyndt ende getermineert worden, ex eisdem actis, also men die alre eerst sal moigen, sonder die scrifturen te doen translateren off yet nyeus dairinne te trecken.
[11] Item, als van den evocacien, dat die voirs. Staten dair off bliven an hoire oude previlegienGa naar voetnoot4.
[12] Item, om alle partyen ende tweedracht die in onse voirs landen ende steden omme die vernyewinge ende endeGa naar voetnoot(c) vermakinge van der wetten - tot grooten achterdeele van denselven - geweest ende geresen is ende noch werden ende rijsen mochte, doot ende te nyenten te brengen ende te bliven tot ewigen dagen, so consenteren wij dat die steden van Holland, te weten Hairlem, Delff, Leyden, Aemsterdamme, Goude, Rotterdamme ende Schiedamme, ende elc bijsonder, van nu voortan hebben ende houden zullen alsulke manieren van wetten
ende gerechten te setten ende ordineren, als zy lange jaeren bij wijlen saliger gedachten onsen oudervadere hertoge Phillips ende sekeren tijt dair nair gehadt ende ghebruyct hebbenGa naar voetnoot5.
[13] Item, dat die van Dordrecht, van den Briele ende van Goederede ende oick die van Middelborch in Zeelandt, zo zij in die settinge van den gerechte in dieselve steden van anderen natuyren ende condicien zijn, zal elc een ordinancie overleveren omme navolgende diezelve tgerecht aldair geset te mogen worden. Welke manieren ende ordinancien van wetten off gerechten van den voirs. steden ende van elken bysondere, wij voir ons, onsen hoiren ende nacommelingen, toelatenGa naar voetnoot(a), geloven ende bezegelen zullen die also te houden ende te doen onderhouden ewelic durende, ende dair toe elken van den vorn. steden bijsonder te doene expedieren brieven in behoirliker voormen.
[14] Item, dat die van onser universiteyt van Loeven hoire previlegien also nyet en misbruycken, ende zonder onderscheyt enen ygelicken in rechte aldair nyet en trecken tot begeerten van allen hoiren suppoosten, ghelijc zy tot hier toe hym gepijnt hebben te useren, mair willen wij ende ordineren dat een goede maniere ende ordinancie bi onsen Raide ende bij goetduncken van onsen vorn. landen dairop gemaect zij, dairbij onse ondersaten derselver landen also by onredelijken wegen mit ombehoirlike costen nyet meer gemolesteert noch getogen en worden.
[15] Item, dat onse voirsc. landen van Hollant, Zeelant ende Vrieslant, of de steden van denselven landen, onder malcanderen ende oick mitten Staten van onsen anderen landen sullen moigen, zo dicke ende menichwerven hym dat believen sal, die een den anderen bescrijven mit malcanderen in dachvaerden ende anders vergaderen ter plecken dairt hym goetduncken sall, omme aldair te spreken van saiken den vorn. landen off steden off eenich van dien aengaende, zonder dairop te moiten verwerven voirder consent of oirlof van ons off onsen nacommelingen, off oic tegens ons dairomme te misdoen of tot begrijp gestelt te worden in eniger manieren.
[16] Item, dat men voirt meer tot geenen tijden geen officien in onse voirs. landen, hoedanich zij zijn, verpachten noch verhueren en zal, mair sullen alle officieren, wie zij zijn, die geen ghegeven officien en hebben, dienen op rekeninge nae ouden hercommen; ende mids desen hebben wij alle die officien ende diensten van onsen landen voirs. aen ons genomen, quitsceldende den pachtenairs huere pachten, nae dat dieselve betaelt sullen hebben na advenant van der tijt dat zij die officien bedient hebben. Uuijtgenomen die scoutambochten in de steden van onsen voirn. landen van Hollant, Zeelant ende Vrieslant, die wij believen ende consenteren zullen tot begeerte van denselven steden enige notablen ende bequame mannen tot eenen redelijken pachte van nu voortan te geven
ende doen bedienen; ende sullen onse voirn. steden desen tegenwordigen pacht van den scoutambochten selve moigen houden, indient hym goetdunct, off quijtscelden, naevolgende dat voirscr. is. Zullen voirt die officien vanden platten lande doen bedienen bi goede, bequamen ende notabelen persoonen op rekeningen, gelijc voirscr. is, betalende ende voldoende alle oude recessen optie voirs officien staende, dairvan men goede bewysinge brengen zal moigen, off die officien denzelven die oude recessen dairop hebben, na uuytwijsinge hoere brieven laten bedienen ende gebruyken.
[17] Item, dat men geen nyeuwe tolle, wacht van tolle noch bezwairnisse van denzelven voirtan upsetten en zal dan bi goetduncken van den Staten der voirs landen. Ende dat alle nyeuwe tollen, nyeuwe wachten off ankeraige in Zeelant ende alle andere nyeuwicheyt ende bezwairnisse zonder consent van den landen zedert die huldinge van wijlen onsen oudervadere, die hertoge Philips voirscreven, upgeset off ende te nyente gedaen worde ende blijve.
[18] Item, voirt geloven wij den voirs. landen ende ingesetenen van dien in hoere comanscap, neringe ende oude costumen, vrijheden ende hantieringe van dien, die zy duslange gehadt hebben, te houden, te stijven ende te starcken tegens eenen ygelijcken die hym dair inne eenich hinder, belet, vermindertheyt of ongebruyk souden willen doen. Ende wairt saike dat hymluyden dairinne van eenige landen ofte luyden, wie die zijn of wesen mogen, namails enich belet, vermindertheyt of onghebruyck geschiede ende angedaen worde, dat te wederstaen ende hymluyden aff te doen doenGa naar voetnoot(a) nair onse macht ende mogentheyt.
[19] Item, dat wij noch onse nacommelingen gheenrandeGa naar voetnoot(b) oirloge verwerende noch anleggende, tegens nyemende annemen en zullen dan bi goetduncken van den Staten onser voirs landen. Ende alsdan, te weten alst oirloch bij goetduncken der voirs. landen angenomen is, zo zullen die edelen ende leenmannen van onser graeflicheijt derselver landen leen houdende, tot dienst van wapenen van ouden tiden staende, uuyt saiken van hoiren voirs. lenen ghehouden wesen te dienen off te doen dienen uptie palen van Hollant, Zeelant ende Vrieslant, ende nyet voirder, ende dat up redelike wedden ende costen van ons ende onse nacommelingen. Ende zo en zullen die ondersaten van onser wederpartie in onse voirs. landen van Hollant, Zeelant ende Vrieslant, na der publicatie van denzelven orloge, geen geleyde vorder hebben dan bij goetduncken der voirs. landen gesloten ende geraemt zal worden, niet jegenstaende alsulke ordinancien van den geleyde van viertich dagen als cortelijck bij den Staten alle onser landen contrarie van desen van ons vercregen isGa naar voetnoot6. Ende indien wij of onse nacomelingen tot eenigen tijden oirloge annamen zonder goetdunken ende raidt van den Staten der vors. landen, zo zouden de voirs. edelen, leenmannen, mansmannen, steden ende platten landen voirs., alle tsamen ende elc bisonder, ongehouden ende
onbelast blijven ende zijn van eenige diensten mit lijff ofte goedt inden zelven oirloge te doen off te doen doen, niet tegenstaende eenige ordinancie noch oick usancy bij den levenden live van onsen voirs. heere ende vadere hertoige Karel off sijnen voirsaten gemaict ende onderhouden contrary van desen. Ende zouden dairtoe die ghene dair wij, off onse nacomelingen, zonder goetduncken der voirs. landen oirloch tegens angenomen hadden, vrij, veylich, ongetoeft ende ongehouden mogen varen, marren ende keeren.
[20] Item, dat wij van nu voortan geen brieven, open noch besloten, in den voirs. onsen landen seynden en zullen dan in Duytsscher tale; ende en zullen gheen lasten dair up stellen, dan bi consente van denselven landen.
[21] Item, alst gebeurt dat bi ons off bi onse nacommelingen, off bi onsen Hogen off particulieren Raiden, eenige bevelen, geboden off verboden uuytgesonden worden, gedragende zonder middele off bij middele tegens generalen of particulieren previlegien van den voirs. landen off steden van den zelven, dat die bevelen, geboden of verboden geen stad enGa naar voetnoot(a) zullen grijpen noch hebben, mair zullen van onwairden zijn ende blijven ende niet astringeren, noch bedwinghen dengenen die dairinne gequest zouden moigen wezen.
[22] Item, dat die Camere van der rekeninge die als thans tot Mechelen leget, zo verre den voirs. landen van Hollant, Zeelant ende Vrieslant angaet, in Hollant geleyt worde ende blijve tot ewigen dagenGa naar voetnoot7; dair gebrocht zullen worden alle die registeren, munimenten, brieven ende alle andere bescheyt dat totter voirs. Camere van der rekeninge der voirs. landen behoerende is, omme aldair te zijn ende te blijven zonder weder uuyten landen te mogen voeren in wat manieren dattetGa naar voetnoot(b) waere. Des zullen wij off onse nacommelingen, graven off graefinnen van Holland, in onse voirs. land wesende, die rekeninge moigen doen horen daert binnen denzelven lande ons believen zal, voir zulke committeerde, zijnde van den voirn. landen, als ons goet duncken zal.
[23] Item, dat alle leenslenen die men hout van eenige particulieren heeren off leenmannen, an denzelven immediate leenheren ende an nyement anders zijn ende blijvenGa naar voetnoot(c) ende tot hoeren dienste staen zullen, zo dat van oudts gewoonlic is te gheschien ende anders nyet; sonder in consequencien te trecken ende oick nyettegenstaende die ordinancie ende usancye bij tijden van onsen vorg. wijlen heere ende vadere hertoge Karel gemaict ende gebruyct contrarie van desen, van welke ordinancie van den voirs. leenslenen off mansmannen een register gemaict
is, liggende onder den registermeester van Holland, twelke wij ordineren gebrochtGa naar voetnoot(a) te wesen ende te blijven onder die vors. particulieren leenmannenGa naar voetnoot8.
[24] Item, zo wanneer eenige scepen, bij wat saiken dattet zij, ter zeeGa naar voetnoot(b) verdorven worden, dat een ygelicken alsdan zijn goedt dair uuyt commende, bij der zee off an der strange drijvende, off oic bij anderen luyden gebercht wesende, zal moigen vrij antasten ende zijn proffijt daermede doen in wat plaetsen off lande in die onderdanicheyt ende heerlicheyt van ons ende onse nacommelingen die voirs. goeden gevonden mochten worden, betalende redelic berchloon denghenen diet gevonden endeGa naar voetnoot(c) behouden hebben.
[25] Item, dat alle makelairdyen die de steden van oudts toebehoort hebben ende van onsen ouden demeynen niet en zijn, excijsen ende andere ongelden, hoe die genoemt mogen wesen off worden, bij den steden onser voirs. landen, omme haere last te vervallen uptie ingeseten derselver steden upgestelt off noch in toecommenden tijden up te stellen, an denzelven steden, ende elcx in den hoeren, blijven ende toebehoeren zullen, zo zij van outs geweest ende denzelven toebehoort hebben, omme hoiren last ende renten dairmede te moigen vervallen ende betalen. Ende en zullen wij noch onse nacommelingen tot geenen dagen recht, actie, tijtel noch toeseggen dair an hebben noch behouden.
[26] Item, dat alle de costeryen, clercambochten, scolasteryen, bodeambochten, camerwaerders alrehande maten ende alle andere cleyne officien, hoedanich die wesen moigen, in den voirs. landen ende steden van denzelven wesen, staen ende blijven zullenGa naar voetnoot(d) ewelic ter ghifte ende disposicie van denghenen, het zij van den ridderscap off steden der voirs. landen, dair zij die naiste wyftichGa naar voetnoot(e) jaeren voirleden offgegeven ende uuijt crachte van derzelver ghifte beseten ende gebruyct zijn geweest, zonder te trecken in consequenye tgient dat bij hertoghe PhillipsGa naar voetnoot(f) off onse lieve vadere voirscreven tijden van den ghifte ende disposicie der voirs. officien geschiet mach zijn, dat voir hoiren tijt, eer zij heeren der vors. landen gewoirden waeren, nyet te wesen en plachGa naar voetnoot9; welke ghiften, contrarie van deser ordinancie bi den vors. hertoge Phillips off Karels tijden gegeven, doot
ende te nyenten wesen ende bliven zullen. Ende indien in toecommenden tijden, bij inadvertencye off anders, hoe dattet zij, eenighe ghiften van ons off onse nacomelingen, van den voirs. steden goeden in den lesten voirs. punte begrepen off oic van den voirs. cleyn officien, contrarie deser ordinancie gedaen ende gegeven worde, zo zal dezelve ghifte, nu als dan ende dan als nu, nyet ende van geenre wairden zijn ende blijven tot ewigen dagen.
[27] Item, dat een yeghelic van den steden onser voirs. landen van Hollant, Zeelant ende Vrieslant alle die stalen die in den wateren ende rivieren der vors. landen om vissche te vangen geset woirden, wien dat zij toebehoiren, uuyt ende op sonder verbueren zullen mogen trecken ende te nyente doen, navolgende zekere previlegien die enige van den voirs. steden dair of hebben, zo bij den zelven stalen dat voetsel van den vissche grootelic ende veel versmoort ende nyemende te goede en wert, dairbij de voirs. wateren ende rivieren zonder vissche worden ende blijven, ende oic die coipman, doer den stroom voirbij die tollen lijdende, dijcwijl in vrese van sijnen live is.
[28] Item, dat men voortan nyeuwe munte slaen ende ordineren zal ende oic die penningen hogen ende lagen, bij advijs van onsen Raidt ende goetdunken van den Staten onser voirs. landen, up alsulke verbuernisse ende peyne als in Brabant ende in Vlaenderen dairop gestelt of ordineert sal worden. Ende zal die munte van Hollant na ouden haircommen tDordrecht ghehouden worden.
[29] Item, dat men van ghenen scrijfgelt, noch zegelgelt als men eenige leenen ontfaet, noch ooc van den zeghel van sentencien of acten gegeven bi den voirs. Raet van Hollant, gheven, ontfaen noch betalen en sall dan bi ordinancye van den zelven Raidt ende goetduncken der voirs. landen.
[30] Item, dat alle alsulke brieven als wijlen hertoghe PhilipsGa naar voetnoot(a) vorn. gegeven heeft, hetzij van officien, hoedanich die wesen mogen, in recompensacie van eenige diensten, van recessen off anders, ende die dair off in possessie ende gebruyke hebbe geweest toten overlijden van den voirs. wijlen hertoge PhilipsGa naar voetnoot(b), ende naderhandt verandert ende ontvreemdt zijn geweest bij wijlen onsen voorn. heere ende vadere, dat dieselve brieven van wairden zullen wesen ende dat dieghene die deselve brieven dair af hebben, of hoere erffgename, hetzy te lijve off anderseins, die volcommen possessie ende gebruyke dair off hebben zullen, gelijc zij hadden bij den levene lijve van den voirs. hertoige Philips, of ten minsten van ons weder hebben zullen alsulke penningen off renten, als na uuytwysinge hoere brieven zy optie selve officien staende hebben.
[31] Item, dat alle rekeningen van den incomen ende uuytgeven van den steden goeden der voirs. landen gedaen, gelooft ende gesloten na ouden haircommen, off die noch in toecommenden tijden gedaen, gelooft ende gesloten sullen werden na denselven ouden haircommen, bliven zullen vast ende gestade.
Ende en zullen wy noch onse nacomelingen tot geenen tijden eenich seggen dairinne hebben noch houden, noch diezelve rekeninge, also gedaen, mogen doen retracteren off wederleggen, noch tot laste setten denghenen die se na der manieren voirs gedaen zullen hebben, off hoere erven ende nacommelingen, mair zullen dair off ombelast zijn ende bliven tot ewygen daigen.
[32] Item, dat men gheen prelaturen off beneficien in commenden voirtan geven en zalGa naar voetnoot10.
[33] Item, dat dat land van Stryen zal altois zijn ende blijven een let van den lande van Hollant ende mitten zelven naer der manieren als die gewoonlic zyn te betalen, ende anders niet, na hoeren advenante in alle beden, costen, lasten ende diensten, gelden ende contribueren, nyet jegenstaende dat in voirleden tijden van beden ende anders contrarie van desen gesciet mach zijnGa naar voetnoot11.
[34] Item, indien eenige bede ons off onse nacommelingen in toecommenden tijden bij enige van den voirs. landen off steden van denzelven geconsenteert ende belieft worde, zo zouden nochtans die andere plattenlanden ende steden, die in diezelve bede nyet geconsenteert noch belieft en hadden, ongehouden ende onverbonden zijn ende blijven yet dairinne te gelden, contribueren ofte betalen, nyet jegenstaende oic dat die meerendeel der voirs. landen ende steden dair inne gheconsenteert ende belieft hadden.
[35] Item, indien wij of onse nacommelingen in toecommenden tijden eenige bede off andere saiken commende tot laste der voirs. landen, begeren zouden willen, dat wij of onse ouste hoir alsdan gehouden zullen zijn zelver in persoone te commen ende te verschijnen ten behoorliken ende gewoonliken plecken in ende binnen den voirs. landen van Hollant, Zeelant ende Vrieslant, elcx in den hoiren, omme aldair onsen eyssch ende begeerte te openen off te doen openen ende andwoirde te ontfaen, zonder die voirs. landen of hoere gedeputeerde buyten slants te bescrijven ende te doen comen.
[36] Item, om dieswille dat die bewairnisse van den landen van Westvrieseland ende Kermerlant leget ende hanget an den Vriesendyc, ende an die bewairnisse van dien, ende also in den ghenen diet regiment upten voirs. dijc tot deser tijt toeGa naar voetnoot(a) gehadt hebben, veel verzuymenesse ende gebreken gevallen zijn, dairbij dat die voirs. landen in grooten vresen geweest zijn, ende noch meer doen
zouden op dat dair inne nyet voirsien en woirde, Soe consenteren ende willekueren wij, dat die stedehoudere ende raiden die wij stellen zullen in onsen lande van Hollant, macht hebben zullen een ordinancie te maken upten voirs. dijc, bij raide ende advise van den dijcgrave ende hyemraden van Rijnlant ende van den steden van Hairlem, Leyden, Aemsterdamme, Alcmair, Hoirn, Medenblijc ende Enchuysen, dragende tot behoudenisse van den voirs. dijc ende van den lande dair onder gelegen; ende dat onse voirn. stedehoudere ende raiden van Hollant altijt die dijcgrave ende heymraden upten voirs. dijc stellen ende verstellen zullen, bij raide, avijse ende goetdincken ende tot vermaninge van den voirs. drie steden alsse Hoirn, Enchuysen ende Medenblijc, als die voirs. steden dat an onse voirs. stedehoudere ende raiden van Hollant versoucken ende vermanen sullen; ende dat die voirs. dijcgrave gehouden zal wesen, omme die haestige pericule die dagelijcx bij tempeeste ende onweeder an den voirs. dyc vallen ende gebueren, in de stede van Medenblijc wonachtich wesen sall, ende wes onse stedehoudere ende raiden van Hollant hier inne doen, bij raide, advijse ende in der manieren als vors. is, stadt houden ende van wairden wesen zal, gelijc off dat bij ons off bij onse nacommelingen gedaen ware.
[37] Item, dat onse rentmeesters, bailliuwen noch nyement anders van onsen wegen eenige poorters, poirterssen off ingeseten van Zeelant zullen mogen vangen noch doen vangen van civilen saicken ende brueken, tenzij dat die persoonen eerst verwonnen zijn ter vierscaire na den rechte van der plecken also dat behoort, uuytgenomen van onsen demeynen; noch desgelijcx oic luyden van buyten die borge ende zekere stellen moigen, dair die heere ende partien an bewairt zijn. Ende zo wie gevangen gebrocht woirt int sGraven Steen van Middelburch of elders van crime, die zal die here gehouden wesen ticht te geven ende te rechte te setten bynnen den derden daige nair dat hij gevangen is, off bi gebreke van dien, dat burgmeesters ende scepen mitter meester menichte van hymluyden dien dair teynden zullen moigen ontslaen uuyter voirn. vangenisse zonder verbueren.
[38] Item, zo wat bestellen, vronen off berieden gedaen worden bij bailliu, burgmeesters ende scepenen over al Zeelant, elc int zine, an enigerhande goeden, hetzy vruchten off andere, uuyt versouken, persone off persoonen ende yemant die goeden ontweldichde ende wech voerden boven recht, zonder consent of wille van der clagere, dat men die persone off persoonen, wie zij zijn, zal moigen halen over al Zeelant dairt van node wesen zal, ende brengen gevangen in sGraven Steen tot hoeren costen bij den rentmeester, bailliu off hoeren stedehouders off dienres, ende zij zullen aldair gevangen blijven ter tijt toe dat zij partien voldaen ende vernuecht hebben zullen, behoudelic alle steden ende vryheren hoirs rechts.
[39] Item, dat wij off onse nacommelingen nyements goet, leen noch erve binnen onse voirs. landen van Hollant, Zeelant ende Vriesland tot onser tafele leggen en zullen noch nyemende bij provisye uuyt zijne possessie stellen, mair zullen, na datte natuyre ende condicie van den goeden zijn zal, eerst verwonnen ende dair nair geexecuteert worden, navolgende die rechten ende custumen van
den landen, steden ende plecken dair die sentencie off condempnacie gegeven off gedaen zal worden.
[40] Item, dat voortan in onsen lande van Zeelant twee rentmeesters wezen zullen, dair off die eene resideren zal in Middelburch Bewesterscelt, ende den anderen tot Ziericxee Beoisterscelt, behouden die van der Tholen dair off hoir oude costumenGa naar voetnoot12.
[41] Item, dat wij voirtan ghene brieven noch oirloff geven en zullen moer te delven omme zel dair of te bernen, uuyter arven die in den voirs. landen van Hollant, Zeelant ende Vrieslant binnen die bedijcte landen liggende zijn. Ende alle ottroyen contrarie deser ordinancie verleent, zullen zijn doot ende te nyente.
[42] Item, dat men die voirs. landen in hoerer ouder grote ende palen zal houden ende doen houden.
[43] Item, van alle dootslagen die geschieden bynnen off buyten den lande van Zeelant, die ontsculdege maigen zullen terstont bevreedt wezen, ende dat voir edele, onedele ende bastairden. Te weten dat alle ontsculdege maigen, die nyet in velde ende vairde geweyst en zijn, bevreet zullen wezen zes weken lang; ende wie hierover misdede, dat zal men an henGa naar voetnoot(a) verhalen off hij vrede zelver mitterhandt gebroken hadde. Ende teynden die voirs. zes weken, zo zullen die onsculdige maigen ewelic gezoendt ende gewreetGa naar voetnoot(b) blijven, na alle manieren gelijc tprevilegie dat onsen lande van Hollant ende Vrieslant van hertoge PhilipsGa naar voetnoot(c) vorn. dairop vercregen hebben, inhoudt ende begrijpt.
[44] Item, dat alle ingeseten der voirs. landen van Hollant, Zeelant ende Vrieslant, zullen mitten heere van der plecke moigen anvairden hoire goeden, hymluyden gestolen, ontdragen off anders ontvreemdt, tot allen plecken dair zij die betrappen, achterhalen of bevinden zullen moigen, zonder verbueren.
[45] Item, ghene berieders noch andere officiers in onse voirs. landen, hoedanich zij zijn, en zullen mogen yemende molesteren van lijve ofte van goede dair men yemende doot vindt, onder tdexel vandien dat die dode hem selven verdaen ende gedoot zoude hebben. Ten ware dat ment yerst wetlijcken bevonde dat die persoone hymselven mit opsetten wille ende mit boosheyt verdaen hadde.
Ende men zal eenen yegelijcken uuyten watere mogen trecken, die men dair inne vindt, hij zij levende off doot, zonder verbueren; mair indien hij doot bevonden woirt, zo zal men weder mitten voeten int water leggen.
[46] Item, dat die ambochtsheeren van Zeelant zullen mogen verboden maken binnen hoiren prochien ende vryheden bij scepenen aldair tot nutscap, oirbair ende proffijt van der zelver prochien, bedragende tot thien pond zwaerten toe, off dair beneden, indien dair yemende tegen bruecte off dede; dair off zoude hebben van dien verbuernisse, te weten die grave een derdendeel, dambochtsheere een derdendeel ende die bailliu, scout ende scepenen aldair een derdendeel, behouden die steden hueren rechten, kueren ende previligien; ende voor dese boete sal die ambochtsheere off zijn dienres die bruekege mogen antasten ende vangen.
[47] Item, dat men nyement van den ondersaten van onsen voirs. landen binnen steden ende dair buyten, houden noch letten en zal voir enigen tol van geenrehande zaiken dan voir zijnen gerechten tolle off voir die boeten dairan clevende.
[48] Item, also die ingeseten der voirs. landen van hoiren lenen ende erflijke goeden vervreemdt zijn geweest by inbreken van lande, van oirloge, van brande ende anders, soe zullen zij die goeden gebruyken, dairGa naar voetnoot(a) zij den tijt van een derdendeel van hondert jairen of langer in besitte ende possessie geweest zullen hebben, tot den tijt toe dat zij mit rechte daer uuyte gewonnen zullen worden, ter plaitsen ende zo dat behoirt.
[49] Item, om te beletten alle quade feyten van dootslage, vredebrake, cracht van goede, strasseneringe ende anders, die dagelicx vele in den landen ende sommige steden van Zeelant gebueren, midsdien dat men van dootslagen, vredebrake, cracht van goede, strasseneringe ende anders niet en pleecht te berechten dan ter hooger vierscaeren van Zeelandt, die dick zeere lange vertoeft eer die gehouden woirdt, dairomme die dootslagers, vredebrakers, crachtdoeners ende andere te bouwelijken misdoen op hope, alwairt zo dat zij gevangen worden dat zij bij uutbrekene van vangenissen, bij verborgen oft anders uutcommen mochten, Soe sullen voortan alle goede steden, namelic: Reymerswale, Tholen, Goes, Vere, Cortkene, Vlissingen, Brouwershavene ende andere diet begeren ende van node zijn, binnen huere vryheyt mogen recht ende justicie doen van dootslagen, vredebraken, cracht van goede ende van strasseneringe, gelijc zij van allen anderen quade feyten gewoenlic zijn van doene. Ende off gelijke feyten ende misdaden van dootslagen, vredebraken ende anders, als voirs staet, opt plattelande of in die dorpen van Zeelande geschieden, soe zullen die rentmeesters van Bewestersclet ende van Beoisterscelt, huere stedehouders of huere dienders, elcx in zijnen bedrive, ghehouden zijn die voirs. mesdadege te vangen ende te bringen inden steen, te weten: die gevangen worden Bewesterscelt, in Middelborch ende
die gevangen worden Beoisterscelt, te Ziericxee, omme aldair gerecht te wordene bij den borchgrave van Zeelande van huere misdaet als voirs. is, by wijsdom ende vonnisse van gezworen mannen van den voirs. lande, als voirs is. Ende omme dese justicie te volcommen, zoe zal men bij den Raide van Hollant ende bij den Staten van Zeelant dair toe ordineren twaelff gezworen manne, te wetene zeven Bewesterschelt ende vive Beoisterschelt; den welken borchgrave ende mannen men bij den voirs. Raide ende Staten ordineren zal zoe redelike wedden als daer toe dienen zullen, ten coste van den voirs. lande van Zeelandt, indien die misdadege niet goets genoech en hadden om die voirs. wedden te betalen; behoudelic die steden van Middelburch, Ziericxee ende alle vryheden int voirs. landt huers rechts, kueren, hantvesten ende previlegien.
[50] Item, alsoe vele punten staen in de kuere van Zeelant, die zeere oudt ende duyster te verstaen zijn, zo zullen wij ten verzouke van den Staten van Zeelant ordineren twee persoonen van onsen Raide van Hollandt omme bij denzelven Staten die voirs. punten die duyster zijn, te helpen vermaiken ende tot beteren verstandeGa naar voetnoot(a) te stellen, omme dien gemeynen oirbare van den voirs lande.
[51] Item, dat alle vonnessen die in toecommenden tijden bij mannen van Zeelant gewijst zullen worden, dat die hoiren voirtganc hebben zullen bij den meeste gevolge van stemmen van den voirs. mannen.
[52] Item, dat men voirtan voir die lossinge off verheffinge van den tienden van Zeelant die men van den grave hout, niet meer betalen en zal dan voir elc pond zwarten twintich grote Vlaems na het ouder costumen.
[53] Item, als enich ambocht off heerlicheyt van Zeelant versterft van den vader opten zoon oft zonen, die zullent ontfangen binnen den jaere van den grave, off zinen rentmeestre daert onder gelegen es; ende die rentmeester zalt opdien oversetten te bouke elc gemet omme eenen halvenGa naar voetnoot(b) groote. Ende vielre gebrec in der verleninge van tsheren wegen, zo zal die ghene dairt goet an verstorven is, gaen ter plaitsen dair men pleicht die vierschaere te houden, in kennesse van drie sgrave mannen, ende van hym brieve nemen dat zij bereyt zijn hair lene tontfangen, ende al te doene dat zij van rechtswegen sculdich zijn te doen, ende hiermede zullen zij hair goeden besitten zonder enige scaden dairaf te lijden, ter tijt toe dat ment hym verlenen will ende dan zullen zijt ontfangen alst recht is.
[54] Item, alle ambochten off heerlicheden van Zeelant die verstervenGa naar voetnoot(c) an den grave: heeft dieghene dair die goeden off verstorven geen zonen ende dochteren achtergelaten, zo zullen die dochteren dat ambocht off heerlicheyt mit zijnen gevolge mogen lossenen tegens den grave voir yement anders, ende heeft hij geen dochteren gelaten, zo zalt mogen lossenen die oudste ende die naeste
manhooft van den maichscippe van der zwairtzijde, opdat hij wijlGa naar voetnoot(a). Ende wil hijt niet lossen, zo zal die oudste ende naeste manhooft van der zwairtzijden daernaest volgende mogen lossen, ende alsoe voirt van manshoofde te manshoefde, alsoe lange alsser enich zijn binnen der maichscippen van der zwairtzijden. Ende en ysser nyement van der zwairtzijden die dat lossen wil, zo zalt mogen lossen die oudste ende naeste manhooft van der moederzijde, ende also voirt zo zullen mogen lossen die manhoofden van der moederzijden van grade te grade, alst van der zwairt zijden voirs. staet. Ende men zal voir elc gemet ambochts mit zijnen gevolge, dat tot helen scote staet ende te boucke tderde gemet vrij staet, den grave betalen onderhalff pond zwairte, ende voirt zo zal men van elc gemet, dat tot halven scote staet, na den belope ende advenante, den grave alzo veel betalen. Ende dat half scot heeft ende tderde gemet ten bouke vry staet, dair off zal men den grave geven van elken gemet vijftien penningen groote, ende also voirt na den advenante, na dattet vry heeft ende te bouke staet. Ende enGa naar voetnoot(b) heeft dat ambocht gheen vry, zo zal men elc gemet mogen lossenen om thien scellingen, indien dat ment lossenen wil. Ende zo wat ambocht dat men lossenen wil, dat sal men lossenen binnen eenen halven jaere nae dat verstorven is. Quaemt oic alzo dat een weeskint dese goeden lossen zoude, zo zal ze des weeskins voicht voir hym lossen bynnen den voirs. halven jaere, also voirs is, also verre alst weeskint reder haven ende renten genouch heeft dat ambocht mede te lossenen. Doet de voicht dat nyet, zo zal dat weeskint zijne scade mogen verhalen up zijnen voicht, alst zijn jairen hebben zal.
[55] Item, zo wanneer een man zijn leengoeden, ambocht off thienden in Zeelant vercopen wilde off moeste bij kenlijcke last off armoede, dairop hij eerst zal moeten verwerven ende vercrigen consent van ons of van onse nacommelingen off onse officieren; zo zal die rentmeester in dien gevalle gehouden zijn dat ambocht over te setten om twee groten van den gemete ten gehele scote, ende om enen grote van den gemete te halven schote, sonder meer dairof te nemen, ende van den tienden ende leenlanden zes groote van den gemete.
[56] Item, indien eenich van den voirs. articulen off punten in enigen steden der voirs. landen ingebroken worden, dat des niet jegenstaende ditselve previlegie in alle zijn articulen ende punten in allen den anderen steden ende dorpen der vors. landen onverbroken gehouden zal worden.
[57] Item, dat men alle die voirs. articulen ende punten ende elcx bijsonder verstaen zal behouden alle die voirs. landen ridderscap ende steden, ende elke stede bijzondere, in allen hoeren rechten, previlegien, handvesten, custumen, kueren ende ouden haircommen, nyet jegenstaende dat diezelve bij tijden van onsen voirn. wijlen heere ende vader ingebroken mogen wezen, diewelke wij in onser huldinge beloven ende zweren zullen den voirs. landen ende steden int generael, ende elken in den zijnen int particuliere, wel tonderhouden ende doen
onderhouden zonder enich inbreck, mitgaders oick zulke redelijke provisye als elke stede in den zijnen ten zelven tiden behoeven ende versouken sall.
[58] Item, zo zullen onse canchellier mitgaders oick die van den Grooten Raide van ons ende van onsen nacommelingen, graven off gravinnen der voirs. landen van Holland, Zeelant ende Vrieslant, als zij totten voirs. officien ontfangen worden, hoiren behoirliken eed doen, ende elc van hymluyden bijsonder geloven ende zweeren dat zij onse hoocheyt ende heerlicheyt bewaren zullen, ende desgelijcx alle die voirs punten, articulen ende provisyen ende elke bijsondere, mitgaders oic alle der voirs. landen ende steden rechten, oude ende nyeuwe previlegien, custumen ende haircommen denzelven landen ende steden onverbrekelic zullen onderhouden ende doen onderhouden, zonder des te laten, in eenige manieren off om wat zake dattet zij. Ende zal tselve altoos zijn ende blijven een artikel van hoeren voirs. eedt.
[59] Item, insgelijcken zullen onse stadhoudere off overste officiere die bij tijden wesen zal in den voirs. landen, mitgaders onse raidsluyden derzelver ende elcx bijsonder int ontfang van hoere officien zulken enen gelijken eedt doen als voirs. is.
[60] Item, also van der stede van den Briele ende lande van Voirne contencie ende gescille is tusschen den lande van Holland an deen zijde, ende den lande van Zeelant an dandere zijde, welken van den voirs. landen dat toebehoorende is, zo zal die stede van den Briele mitten lande van Voirne voirn. in de voirs. provisien, articulen ende punten mede begrepen zijn, omme diezelve te dienen voir hym als toebehoirende een van den voirs. landenGa naar voetnoot13.
Welke punten ende articlen voirscreven ende elc bijsondere wij, bij avise ende goetduncken van onzen neven ende oom voirs., mitgaders oic van onsen Grooten Raidt, om die welvairt, rust, vrede ende neringe van onsen voirn. landen ende om menigen truwen dienst die de ingeseten van denzelven onsen voirsaten dicwijle gedaen hebben ende hopen sij onsen erven ende nacommelingen noch doen zullen, gelooft hebben ende mit desen tegenwordege brieve geloven in goeder trouwen voir ons, onse hoirs ende nacommelingen, onsen voirn. landen van Hollant, Zellant ende Vrieslant ende den ondersaten derselver ende hoeren nacommelingen, ende elken van hym bijsundere, tot ewigen dagen goet, vast ende gestendich te houden, zonder verbreken, etGa naar voetnoot(a) sonder daer tegen te com-
menGa naar voetnoot(a) te doen off te doen doen off oic te laten gescyen in eniger manieren; willende ende consenterende, indien bij inadvertencye off anders, hoe off in wat manieren dattet waere, eenige brieven, open of besloten, hoeGa naar voetnoot(b) dat wesen mochte, contrarye van desen in toecommenden tijden gegeven woirden, off - dat God verhoeden moet - contrarye van desen gedaen off ingebroken worde, dat dat dan als nu ende nu als dan niet ende van geenre wairden zij ende blijve tot ewigen dagen, ende niet astringeren dengenen die dair inne gequest zouden mogen zijn.
Ende want men in diversschen plecken van desen previlegien ende brieve te doen zal hebben, soe willen wij toten vidimus van desen, gemaect onder zegel autentyck, off toter copie hier off, gecollacionneert ende geteykent mitter handt van enige onse secretarisse, zulke gelove gegeven zy als desen principael ende originale brieve.
Des te getuygen ende tot ewiger vasticheyt, hebben wij uuyt onser rechter wetentheyt onsen zeghel hieran doen hangen, ende tot meerder zekerheyt, approbacien ende auctorisacien der dingen ende saicken voirscreven, hebben ghebedenGa naar voetnoot(c) onsen lieven neve van Cleve, onsen oom van Luydic ende onse neve, den heere van Ravesteyn vorn., dat zij haere zegelen bi den onsen an desen brieve hangen willen. Ende wij, Jan, hertoge van Cleve ende van der Marke, Lodewijck van Bourbon, bisscop van Ludick, hertoige van Buillon ende grave van Loon, ende Adolph van Cleven ende van der Marken, heere van Ravesteyn, bovengenomt, hebben ter begeerte van onser voirs. nichten der hertoginne gairne dat also gedaen. Gegeven in onse stede van Ghend, opten XIIIIstenGa naar voetnoot(d) dach van maerte int jaer ons Heeren duysent vierhondert zes ende tseventich.
[Op de plooi:]
Bij mijnre jonffrouwe der hertoghinne, in haren Rait, aldair die hertoghe van Cleven, die bisscop van Ludick, hertoge van Buillon, heere Adolf van Cleven ende van der Marke, heere tot Ravestein, stedehoudere generael, die greve van Wincestre, heere van der Gruthuyse, meester Jan de la Bouvrie, heere tot Wierre, die president van der Rekencamere, ende meer andre tegenwordich waren.
[getekend:] A. de HalewinGa naar voetnoot(e)
- voetnoot*
- Met warme erkentelijkheid moge hier worden vermeld de hulp ondervonden van Mevrouw Drs. J.A.M.Y. Bos-Rops, van het Algemeen Rijksarchief in Den Haag, die mij onvermoeid met raad en daad heeft terzijde gestaan, en van de heer Drs. E.O. van der Werff, te Groningen. De heer Van der Werff heeft niet alleen bereidwillig de transcriptie van het omvangrijke stuk op zich genomen, maar ook met grote nauwgezetheid in eerste instantie de tekstvergelijking verricht.
- voetnoot(a)
- M ontbreekt in A 1 en B 1.
- voetnoot(a)
- erven ontbreekt in B 1 en B 3.
- voetnoot(b)
- consenteren niet in B 1.
- voetnoot(c)
- vorme B 1 en B 3.
- voetnoot(d)
- int jaer van vive ende tseventich B 1 en B 3.
- voetnoot1
- Eind maart 1476 (nog 1475 naar de Paasstijl) hadden de Hollandse hoofd- of grote steden, met uitzondering van Haarlem, ‘op tstuck van den regimente van den lande’ een bedrag van 60.000 Rijnse guldens van 40 gr. Vl. toegezegd. De betaling (getracht was ook de kleine steden hierbij te betrekken) zou over drie jaren worden uitgespreid en was voor de eerste termijn omstreeks 6 augustus verricht. Het betrof een afkoop van inbreuken op privileges en gewoonten, met name bij de vernieuwing van stedelijke wetten of overheden, zaken waarin het grote privilege weldra zou voorzien (GA Leiden, Secret. 1253-1575, nr 552: rekening 1475-76, ff.54r-65v passim). Over het aan Haarlem in beginsel toevallende zesdedeel was voor het Parlement van Mechelen een proces aanhangig geweest tussen deze stad en de vijf andere (vgl. boven, noot 47bis).
- voetnoot2
- Bede van 500.000 kronen van 48 gr. Vl. 's jaars, gedurende zes jaren, voor uitbreiding van het leger, ingewilligd in februari/maart 1473 op generale dagvaart te Brussel: Actes des Etats Généraux, I, 174 vlg. en 179 vlg. Holland en Zeeland waren hierin hoog aangeslagen: 127.000 kr. jaarlijks, d.w.z. even hoog als Vlaanderen en hoger dan Brabant, terwijl Dordrecht c.a. en Den Briel c.a. nog buiten deze taxatie vielen: a.w., pp. 205 en 208 (nr 4).
- voetnoot(a)
- gebreken B 1 en B 3.
- voetnoot(b)
- clinckairts B 1 en B 3.
- voetnoot3
- Op 24 december 1468: ARA 's-Gravenhage, registers Grafelijkh. Rekenkamer nr 3 (Groen Reg.), ff.59r-60v; P.H. van de Wall, Handvesten der stad Dordrecht, I, Dordrecht, 1790, pp. 628-635. - Klinkaarts zijn schilden van 30 gr. Vl.
- voetnoot(a)
- voirs. ontbreekt in B 1 en B 3.
- voetnoot(a)
- veertich B 1.
- voetnoot(b)
- van B 1.
- voetnoot4
- Er zal zijn gedacht aan het privilege de non evocando van 11 juni 1452: ARA 's-Gravenhage, Graven van Holland 889-1581, inv. nr 239 (register Privilegia Diversa), ff.4v-5r; Gr. Placaat-boeck, II, kol. 679-680.
- voetnoot(c)
- éénmaal ende B 1 en B 3.
- voetnoot5
- Zie bij noot 1.
- voetnoot(a)
- toegelaten B 1 en B 3.
- voetnoot(a)
- tweede doen ontbreekt in B 1.
- voetnoot(b)
- geenrehande B 1 en B 3.
- voetnoot6
- Art. 11 van het algemene privilege van 11 februari 1477.
- voetnoot(a)
- en ontbreekt B 1 en B 3.
- voetnoot7
- De Rekenkamer in Den Haag, in 1446/47 ingesteld, was in 1463 opgeheven en samengevoegd met die te Brussel, waarheen in 1465, ondanks hevig verzet van de Staten, ook het archief was overgebracht: T.S. Jansma, Raad en Rekenkamer in Holland en Zeeland tijdens hertog Philips van Bourgondië, Utrecht, 1932, 184 vlg., en in Alg. Gesch. der Nederl., III, Utrecht, 1953, 335. De Brusselse Kamer was op haar beurt in 1473 opgegaan in een centrale Rekenkamer te Mechelen.
- voetnoot(b)
- dat B 3.
- voetnoot(c)
- blijvende B 1.
- voetnoot(a)
- nogmaals gebracht ingevoegd B 1.
- voetnoot8
- Hier is gedoeld op de talrijke mandementen van Karel de Stoute aangaande de dienst van leenmannen en mansmannen, meer in het bijzonder op een ordonnantie van de dienst van lenen en leenslenen van 26 maart 1473 (ARA 's-Gravenhage, Staten van Holland vóór 1572, inv. nr 27, reg. nr 62: orig.) en mogelijk op een nadere ordonnantie, die in maart 1475 in vertaling ter afkondiging was uitgezonden, ook naar Zeeland (ARA, Grafelijkh. Rekenkamer, rekening nr 308, 1474-75, ff.185r-187v). Te denken is aan de registers Valor Feodorum 1472-74 en 1476 (aanvulling): ARA, Graven van Holland 889-1581, inv. nrs 877 en 881, benevens nrs 879 en 880: staten van voor het leengoed te leveren manschappen, resp. in Holland en in Zeeland (1474).
- voetnoot(b)
- zee ontbreekt B 1.
- voetnoot(c)
- off B 1.
- voetnoot(d)
- zouden B 1 en B 3.
- voetnoot(e)
- vijftich B 1 en B 3.
- voetnoot(f)
- Phs B 1.
- voetnoot9
- Vgl. de desbetreffende toezegging van 26 maart 1473, nadat de zesjarige bede was ingewilligd: ARA 's-Gravenhage, Staten van Holland vóór 1572, inv. nr 22, reg. nr 61 (orig.).
- voetnoot(a)
- Phs B 1 en B 3.
- voetnoot(b)
- Phs B 1.
- voetnoot10
- Zie noot 101 bij de verhandeling, over het onbegrip waarop dit artikel veelal bij copisten is gestuit.
- voetnoot11
- De hoge heerlijkheid Strijen, Hollands leen, was, met die van Putten, in 1459 uit Gaasbeeks bezit aan de grafelijkheid van Holland gekomen, met behoud o.m. van zekere fiscale privileges. Karel de Stoute, die als graaf van Charolais de heerlijkheden in apanage had ontvangen, had als zodanig 9 april 1459 de privileges bevestigd en verklaard Strijen nimmer van Holland te zullen scheiden: ARA 's-Gravenhage, Graven van Holland 889-1581, inv. nr 238 (Reg. Philippus B.), f.167r-vlg.; registers Grafelijkh. Rekenkamer, inv. nr 3 (Groen Reg.), f.107r vlg.
- voetnoot(a)
- toe ontbreekt B 1 en B 3.
- voetnoot12
- Met twee akten van benoeming (van Zeeuwen, vgl. boven, noot 55) was reeds op 7 maart 1477 aan deze wens gevolg gegeven: R. Fruin (Th. Azn), De rekeningen en andere stukken in 1607 uit de Hollandsche rekenkamer naar de Zeeuwsche overgebracht. Het Bourg.-Oostenrijksche tijdvak, 1433-1584 (Rijks Archief-depôt in de Prov. Zeeland), 's-Gravenhage 1909, 240, reg. nrs 161 (met 164) en 162 (met 165). Hiermee was de organisatie van vóór 1474 hersteld (vernieuwingen in de boekhouding daargelaten). In dat jaar waren de rentmeesterschappen van domeinen en beden Bewesten- en Beoosten Schelde voor wat de domeinen betreft in één hand verenigd, en was voor de beden een rentmeester voor geheel Zeeland aangesteld. T(h)olen en Schakerloo vormden vanouds een afzonderlijk financieel ressort: a.w., 11 vlg., 97 vlg., 158 vlg.
- voetnoot(a)
- hem B 1 en B 3.
- voetnoot(b)
- bevreedt B 1 en B 3.
- voetnoot(c)
- Phs B 3.
- voetnoot(a)
- dat B 1.
- voetnoot(a)
- will B l; wil B 3.
- voetnoot(b)
- en ontbreekt B 1 en B 3.
- voetnoot13
- De vrije heerlijkheid Voorne, met de stad Den Briel, was na 1371, na het uitsterven in rechte lijn van haar heren, erfelijke burggraven van Zeeland, als autonoom gebied aan de grafelijkheid van Holland toegevallen. De onzekerheid niettemin, of het gewestje tot Holland (zoals doorgaans) dan wel tot Zeeland moest worden gerekend, heeft tot het einde van het Oude Bestel voortbestaan. Eerst in 1795 is de kwestie definitief in Hollandse zin opgelost J.C. Ramaer, Geographische gesch. van Holland bezuiden Lek en Nieuwe Maas in de Middeleeuwen (Verh. Kon. Akad. v. Wetensch., afd. Letterk., N.R. II nr 3), Amsterdam 1899, 119 vlg.; J.L. van der Gouw, Korte gesch. van de grenzen van de provincie Zuid-Holland, Provinciaal Verslag Zuid-Holland 1962, 's-Gravenhage 1963, 32.
- voetnoot(a)
- et A 1, B 1 en B 3.
- voetnoot(a)
- commen ende te doen B 1 en B 3.
- voetnoot(b)
- dattet waere ... besloten, hoe ontbreekt B 1.
- voetnoot(c)
- hebben ghebeden ... also gedaen in B 1 en B 3 vervangen door: hebben ghebeden onsen lieven neve den hertoge van Cleven ende den heere van Ravensteyn voirn. dat zij hare zeghelen bij den onsen an desen brieve hangen willen. Ende als van onsen voirn. oom van Ludick, mits zijnre absencien ende om dexpedicie ende corthede van deser sake wij hebben him dair van verdregen ende verdragen, ende houden dat also vast ende van sulkere wairden als of hij dat mit ons besegelt hadde. Ende wij Jan, hertoge van Cleven ende van der Marke, ende Adolf van Cleven ende van der Marke, heere van Ravesteyn, bovengenomt, hebben ter begeerte van onser voirs. nichten der hertoginne gairne dat also gedaen.
- voetnoot(d)
- viertiensten B 1 en B 3.
- voetnoot(e)
- de le Berghe B 1 en B 3 (in de eerste sierhaal van de handtekening schuilt wellicht een G).