I.6 Slotopmerkingen
Met de Redeneringh over de talen, waarvan hierna de
uitgave volgt, heeft Trioen een belangrijke aanzet gegeven tot de theorie der
Verlichtingstaalkunde. Zijn eigen bijdrage daaraan bestaat uit toepassing van
het cartesiaans rationalisme van Malebranche op de taalbeschouwing en
historiografie van
P.C. Hooft. Door zijn sociale contacten in het
Collegium Medicum en als verlicht filosoof in het Collegium Physicum was hij in
staat de invloeden van Amman en Rabus te verwerken en aan zijn tijdgenoten door
te geven. Van hen is
Ten Kate zeker niet de geringste geweest. De
synthese van fonetiek en vroeg-achttiende-eeuwse schrijftaal in de Redeneringh
over de talen heeft Ten Kate's
Klankkunde (1699) tot voorbeeld gediend en
wordt voortgezet in de ‘Critique spelkunde’ in zijn
Aenleiding van 1723. Alles bij elkaar
voldoende reden om de
Redeneringh over de talen na drie eeuwen
vergetelheid alsnog onder de aandacht van een beschaafd taalkundig publiek te
brengen.