Tam-Tam
(1933)–Sylva de Jonghe– Auteursrecht onbekend
[pagina 5]
| |
Aan mijn vrouw en zoontje die zoo lange maanden met mij door de eindelooze brousse zwierven. | |
[pagina 7]
| |
Korte inleidingDit zijn ‘communiqués’ van Kolonialen in novel-lencodex overgeseind... Ik heb dit boek niet enkel rechtzinnig en openhartig gewenscht, maar ik heb het eerstens waar gewild, omdat, in ons verre Europa te veel verteld wordt over Congo en verbloemd en ook verzonnen. Het is dus niet alleen een boek voor Kolonialen, maar bijzonder voor allen die een brokje liefde voor, of een blaadje interest in de kolonie hebben. Het is een film van dokumentaire waarde om de hedendaagsche sociale en ethische problemen die ons Congolië teisteren en die ongekunsteld en zonder doekje-voor-het-bloeden, U Lezer, worden voorgelegd. De typen hier uitgebeeld, hebben in ons ongekend Congoland geleefd, hebben er gewrocht,... anderen zijn er van teruggekeerd met voor immer kwijnende gezondheid, of... zijn er gestorven. Zij hebben geleefd in de echte Congo, niet in de Congo der grootsteden of der nijverheidscentrums, maar in het misterieuze binnenland waar de verlatenheid hen heeft doen huiveren, waar het | |
[pagina 8]
| |
heimwee op hen heeft zitten gluuroogen; zij hebben er geleefd in de gloeiende zonbegoten pleinen of in het ongekende eindelooze woud: ‘het woud, die doolhof van hooge boomen, waar de lianen in grillige trossen over de boomen en den grond zwieren en waar het duister is als in een nachtelijk plein; het woud waar witte en roze orchydeeën in wilde ruikers groeien en de lucht verpesten, waar zanglooze zonbespikkelde vogeltjes huppelen lijk bonte bloemen en als symbolen van rotheid en verderf’.Ga naar voetnoot(1) Nochtans, zij die leven en bewegen in mijn boek zijn allen geen prachtmenschen met verheven moreele gevoelens: ik zei hooger dat ik niets heb gewild dan de zuivere waarheid, daarom zal U veel te beknibbelen vinden op Tambwe en de anderen, bijzonder op Njoka. Bijzonder op Njoka, want ‘De Rechte Weg’ is een foto van het ware koloniale leven, waarover men eilaas zich geen illuzies maken moet; en... het is het leven van zoovelen onder de tropen, laat me de woorden van Pater Muele gebruiken: ‘van 999 op duizend’. Dit zegt genoeg. De daad die Njoka stelde was laf en zondig, maar Ons Heer heeft hem vergeven, dus geven wij hem de hand en wenschen hem geluk voor het prachtstuk van de einddaad. Maar, laten wij allen gelukwenschen, omdat zij - niettegenstaande de vele tegenhangers en de ziekten - | |
[pagina 9]
| |
het hunne, en het was veel, hebben bijgedragen voor de beschaving en opbeuring van ons zwarte primitieve volk. En, - moge het land, dat het land van Njoka, van Pater Muele en Tambwe en al de anderen was, ook dat van nog vele - maar moreelsterke - anderen worden; - moge dit boek ook een greintje liefde voor dit tropenland in de harten van de menigte zinken laten, tot groei en bloei van ons beschavingswerk.
Een woordje over de uitspraak van de in Luba-taal gebruikte woorden. Lees ‘u’ lijk de duitsche u. Alle medeklinkers zijn scherp. Spreek ‘ñ’ als de spaansche n (nj) uit. In meerlettergrepige woorden ligt de klemtoom op de tweede-, in tweelettergrepige woorden op de eerste lettergreep. | |
[pagina t.o. 10]
| |
|