76 Emanuel de Witte
Alkmaar ca 1617-1692 Amsterdam
Interieur met vrouw aan clavecimbel
Doek, 77,5 × 104,5 cm
Den Haag, Dienst Verspreide Rijscollecties, in bruikleen bij het Museum Boymans-van Beuningen, Rotterdam
Het interieur op dit schilderij van De Witte, dat omstreeks 1660 zal zijn geschilderd, berust waarschijnlijk voor een deel op fantasie. De uitgerekte doorkijk die in de breedte van het huis, van de linker- naar de rechterzijde loopt, lijkt moeilijk in overeenstemming te brengen met de werkelijke afmetingen van de meeste huizen uit die tijd.Ga naar eind1 Van iemand wiens specialisme het schilderen van kerkinterieurs was, verbaast het niet dat hij ook hier bijzondere aandacht aan het interieur heeft besteed.
Maar hoe gewichtig was de rol die hij zijn figuren heeft toebedeeld? Gelet op de 17de eeuwse voorkeur voor stille wenken, mag worden aangenomen dat de claveciniste en de man in het bed links (de kleren en de degen op de stoel doen aan een officier denken), een zeker ‘verhaal’ te vertellen hebben. De schilder heeft ons evenwel weinig houvast gegeven om dat verhaal in essentie te kunnen begrijpen.
De man die, op klaarlichte dag, achter de gordijnen van de beddekoets naar het spel van de vrouw ligt te luisteren, zou ziek kunnen zijn en genezing zoeken in de muziek - de zogenaamde melotherapie.Ga naar eind2 Muziek als geneesmiddel tegen ziekte, melancholie in het bijzonder, was reeds in de oudheid bekend en werd zelfs tot in onze eeuw ernstig genomen, getuige het feit dat de componist Max Reger in 1910 werd vereerd met een Berlijns eredoctoraat in de medicijnen, ‘quod aegrotos sullevat musica eius’ (omdat zijn muziek zieken geneest).Ga naar eind3
Het Oude Testament geeft een suggestief voorbeeld van melotherapie in de passages over David die cither speelde voor de van een boze geest bezeten koning Saul (1 Samuel 16:14-23). De middeleeuwse theologie stond in het algemeen niet sympathiek tegenover deze inwerking van muziek en trachtte het gunstige effect van Davids spel door andere oorzaken te verklaren.Ga naar eind4 Sedert de renaissance echter steeg de melotherapie weer in aanzien, hetgeen één van de oorzaken zou zijn voor de speciale belangstelling die het thema van Saul en David kreeg. Toen de bekende Dordrechtse arts Johan van Beverwyck in de 17de eeuw schreef ‘dat de Dulligheyt van den Koningh Saul stilde, als David op sijn herpe sloeg’, was deze mededeling reeds een literair en medisch cliché geworden.Ga naar eind5
Indien op De Witte's uitbeelding inderdaad sprake is van ziekte of melancholie, moet stellig worden gedacht aan een specifieke vorm ervan, namelijk de erotische melancholie. Mannelijke lijders aan deze minneziekte werden wel ‘venusjanckers’ genoemd.Ga naar eind6 Niet alleen het schilderstuk dat boven de deur in een cartouche is gevat en waarop, zij het vaag, twee gouden ringen en twee gebogen palmtakken zijn te zien, vermoedelijk bedoeld als symbolen van een verbintenis, ook de traditie waarbij De Witte's voorstelling aansluit, wijst op een amoureuze situatie. Scènes met musicerende figuren blijken immers vaak erotisch getint.Ga naar eind7
Op sommige van zulke muziekpartijen bespeelt een vrouw een clavecimbel waarop een Latijnse tekst staat geschreven, meestal een psalmtekst, zoals bij Gabriël Metsu, maar een enkele keer ook een tekst die muziek als geneeskrachtig aanbeveelt, zoals bij Johannes Vermeer. Op een clavecimbel in één van zijn schilderijen, waar de scène eveneens door een man en een vrouw wordt beheerst, lezen we de woorden ‘Musica Laetitia Comes Medicina Dolorum’, muziek, metgezel van de vreugde, medicijn tegen de smart.Ga naar eind8
Het feit dat de clavecimbel bij De Witte een dergelijke tekst niet laat zien, noopt tot een zekere reserve bij de interpretatie. Gezien echter de gegevens waarover we kunnen beschikken en vooral gelet op de man die overdag in bed vertoeft, lijkt het aannemelijk dat ook hier een medicijn tegen de smart wordt toegediend.