Tot lering en vermaak
(1976)–E. de Jongh– Auteursrechtelijk beschermdBetekenissen van Hollandse genrevoorstellingen uit de zeventiende eeuw
[pagina 166]
| |
[pagina 167]
| |
40 Gabriël Metsu
| |
[pagina 168]
| |
40b Abraham Janssens, Lascivia. Brussel, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten
De pointe zal duidelijk zijn: ‘die ick vogel tgheele Jaer’ betekent hier letterlijk ‘wie ik gedurende het hele jaar gevogelte lever,’ maar bedoeld wordt ‘met wie ik gedurende het hele jaar de liefde bedrijf’. Er bestaat een groot aantal 16de en 17de eeuwse teksten, van zeer uiteenlopende schrijvers, waarin op dezelfde manier met de woorden ‘vogel’ en ‘vogelen’ wordt gespeeld, terwijl in talrijke contemporaine schilderijen en prenten het woordgebruik, met instandhouding van de strekking, in beeldgebruik is omgezet.Ga naar eind3 Binnen het genre is Metsu's Vogelverkoper daar een typerend voorbeeld van. Ook echter op het gebied van de allegorie blijkt met dit soort vogelsymboliek te zijn gewerkt, getuige de manier waarop Abraham Janssens gestalte heeft gegeven aan Lascivia, de personificatie van de wellust (het woord Lascivia staat op de band die over haar borst loopt). Zij werd voorzien van twee parende mussen op haar linkerhand (afb. 40b). Metsu heeft in zijn schilderij het verschil in leeftijd tussen de jonge vrouw en de vogelverkoper vermoedelijk met opzet geaccentueerd. Laatstgenoemde heeft hij bovendien met ironie bejegend. De haan fungeert hier als het ware als een uithangbord van potentie. Maar daaraan ontbreekt het de oude man nu juist, verzekert de schilder ons beeldend, via de grotendeels kale boom achter de grijsaard. Kale bomen werden wel meer verbonden aan begrippen als ouderdom en dood, zoals verscheidene 17de eeuwse kunstenaars een verband hebben gesuggereerd tussen hoge leeftijd en sexueel onvermogen.Ga naar eind4 |
|