Tot lering en vermaak
(1976)–E. de Jongh– Auteursrechtelijk beschermdBetekenissen van Hollandse genrevoorstellingen uit de zeventiende eeuw
[pagina 58]
| |
[pagina 59]
| |
8 Hendrick ter Brugghen
| |
[pagina 60]
| |
8a Cornelis Anthonisz., De Onkuisheid (houtsnede)
8b Embleem uit: Gabriël Rollenhagen, Nucleus emblematum ..., Keulen 1611
richt de muziek of, in de woorden van Cats, ‘liefde doet singen’. In een embleem van Rollenhagen is dit gezegde verbeeld door een amor met een luit en door een zingende luitspeler en een vrouw, alsmede een fluitist, op de achtergrond (afb. 8b).Ga naar eind5 Tussen luit en liefde werden in de 17de eeuw ook allerlei verbanden gelegd, liefde wel te verstaan op verschillende niveaus, zowel in hogere als in lagere zin, een onderscheid dat door moraliserende schrijvers scherp in het oog werd gehouden. Harmonie in het huwelijk bijvoorbeeld kon door middel van de luit worden verzinnebeeld, maar - en dat is typerend voor de toenmalige wijze van symboliseren - de luit diende eveneens als beeld van Onkuisheid en van het vrouwelijk geslachtsdeel, of als attribuut van prostituees, zoals we zien op een schilderij van een andere Utrechtse Caravaggist, De koppelaarster van Gerard van Honthorst | |
[pagina 61]
| |
(afb. 8c), drie jaar eerder ontstaan dan het duo van Ter Brugghen.Ga naar eind6 In verband met Ter Brugghens schilderij kan tenslotte ook nog worden gedacht aan de 17de eeuwse uitdrukking ‘met hoeren en met snaren’, waarbij het woord ‘snaar’ de betekenis heeft van ‘meid’, al of niet in oneerbare zin.Ga naar eind7 8c Gerard van Honthorst, De koppelaarster. Utrecht, Centraal Museum
|
|