Ik ben een echt genie. De briefwisseling van Max de Jong en Hans van Straten 1942-1951
(2014)–Max de Jong, Hans van Straten– Auteursrechtelijk beschermdAmsterdam, ca. 28 april 1951Stalinlaan 37 IV A'dam Z
Beste Hans,
Ik zou zeggen, vraag nou eerst eens belet bij Theo en Gertrude aan, opdat we een Zondagmiddag of zo naar Utrecht kunnen. Podium kan er heus nog wel wat belezenheid bij gebruiken en op de maandbijeenkomsten zullen ze ook niet misstaan. Er is opeens een vertaling verschenen van ‘Light in August’ van Faulkner, waar ik nooit van gehoord had. Is dat iets, wat je van hem gelezen moet hebben, of moet ik de bekende titels voor laten gaan? Binnenkort leest Jacques Gans in de moderne boekhandel voor uit zijn nieuwe boek, dat bij Van Oorschot uitkomt. Om me op die festiviteit te prepareren, heb ik de energie opgebracht om Liefde en Goudvissen te lezen. Ik vind, dat je het belang ervan wel een beetje overdreven hebt. Wat me speciaal opviel, was het strikt monogame uitgangspunt van deze exponent van de bohème - al is het er bij hem dan uit geldgebrek niet van gekomen. Misschien zijn evenwel alle auteurs monogamistisch, en ben ik in de war gebracht door Oscar Wilde, die helemaal niet gamistisch was. Daarover loop ik nu nog na te denken. Je hebt intussen wel vernomen van die rel om de novelle Melancholia van Simon van het Reve. Het lijkt me zaak, om daar zo gauw mogelijk beslag op te leggen voor Podium. En waarom was je nou niet op de Libertinage-avond? Gomperts en Van | |
[pagina 169]
| |
Oorschot waren toch ook bij het vuurwerk. Uit deze avond bleek duidelijk, dat als Podium dan een bijblad van Braak is, dat dan Libertinage een bijblad is van Propria Cures. Dat is het Amsterdamse studentenblad, waarvan Ter Braak al redacteur was. Als je door het eindeloze bomen van Ter Braak de toon van de studenten-disputen niet heen hoort, begrijp je de hele Ter Braak niet. De conférencier op deze avond was Flap Dekking, een terecht zeer getapte figuur, die met de vastheid, die de studentikoze stijl hem leverde, voor het raam zorgde, waarin De Kadt, Gomperts en Morriën hun nummer ten beste gaven. De Kadt met het hem eigen gemis aan eloquentie. Als hij zijn mond maar open doet, valt het publiek al in slaap. Hoe hij dat voor elkaar krijgt, is me nog altijd een raadsel. Het tragische is, dat deze man al eenmaal helderziend is geweest, want hij had Hitler al door toen nog niemand iets in de gaten had, en dat hij het vermoedelijk met Stalin opnieuw bij het rechte eind heeft. De uiteenzetting van Gomperts was natuurlijk in orde, de inhoud was op peil en de manier van spreken rustig en prettig en duidelijk. Wat me opviel was de triestheid, waarvan hij helemaal doortrokken lijkt, omdat er andermaal storm op til is. Hermans kreeg een terloopse lik uit de pan. Hij trok een kwartier uit om het voor Simon van het Reve op te nemen en af te geven op mr. Cals, die zelf volgens hem het meest behoefte had aan een reisbeurs. Verder zei hij nog, dat hij tegen één algemeen tijdschrift en voor meerdere tijdschriften van bijeenbehorende richtingen of groeperingen was. In het debat deed Huyck van Leeuwen nog even zijn mond open, die heeft eerder het hoofd van een vakbondsleider dan van een aristo, hoewel hij geld schijnt te hebben, maar hij heeft scherpe trekken en de bedaardheid van Gomperts. Tenslotte las Morriën een novelle over een hoer voor, die niet eens slecht was. In de pauze drong Van Oorschot iedereen een abonnement op, en daarna was er een debat, waarin het heet toeging. Bert Schierbeek heeft zich uitvoerig tegen De Kadt staan op te winden, Henri Ett maakte tegen De Kadt de vuilste opmerking, die tegen hem te maken is (uit rancune over een geweigerde inzending), een of andere hufter vroeg met bizondere nadruk naar de positieve kanten van Libertinage en werd door Flap Dekking op studentikoze wijze afgescheept, en dan was er nog een meneer, die Leopold geen ‘vent’ maar de Cheops toch mooi vond en daarom serieuzer beantwoord werd. Intussen blijft het jammer, dat je dat boekje van Guus S. niet dadelijk gestuurd hebt, want ik heb de hele week niks te doen gehad en heb over Roland Holst werkelijk iets belangrijks in de pen. Groeten aan DucoGa naar eind1,
Max. |
|