Ik ben een echt genie. De briefwisseling van Max de Jong en Hans van Straten 1942-1951

Amsterdam, ca. 6 april 1951

Beste Hans,

Ik heb het volgende plannetje. Ik zou ontzettend graag Gertrude en Theo eens weerzien, maar vind het een beetje gek om zo maar aan te komen kakken bij mensen van tien jaar geleden. Kunnen we dat niet als volgt doen? Jij hebt momenteel je functie als redactie-secretaris van Podium als voorwendsel. Als je als zodanig belet aanvraagt voor bijv. een Zondagmiddag voor jou alleen, dan zullen ze zeker vereerd zijn. Bij wijze van al of niet aangename verrassing kun je mij dan bij je blijken te hebben. Als we er eenmaal zitten, kan op grond van de grotere Bekanntschaft omgekeerd ik wel weer een beetje als baanbreker voor jou optreden. Als we het zo doen, moet alles wel een week van te voren goed afgesproken zijn. Het is het handigst, als jij dan zondagsmorgens eerst even naar Amsterdam komt, van het Centraal Station met de tram naar mij, en dan samen naar het Amstelstation, dat heb ik toch vlak naast de deur en dan zijn we al halverwege Utrecht, het scheelt zelfs in geld. Je moet natuurlijk aan Theo schrijven en Gertrude alleen even in je briefje vermelden. Honkvast als ze zijn, zullen ze nog altijd wel wonen op hun oude adres:

Van Mussenbroekstraat 36

Max.

[p. 167]

Klein geschreven daaronder:

Je moet ze aan het lijntje houden, bij dat eerste bezoek van mij en jou een aanleiding creëren voor een tweede bezoek van jou en Borgers en het zover zien te krijgen, dat Theo op die maandelijkse Amsterdamse bijeenkomsten komt en dan vooral Gertrude niet thuis laat.

Blijkbaar heeft er een ontmoeting tussen HvS en MdJ plaatsgehad, waarbij laatstgenoemde een selectie van zijn aforismen, kopij voor Podium, bij zich had.