Let wel: keuze en indeling van Lehmann’s Verzamelde Gedichten zijn geheel van mijn hand, voorzover je hier van ‘hand’ kunt spreken. Vermeulen heeft zich een en ander ‘toegeëigend’ in een lullig nawoordje. Dit is overigens een kwestie die mij geheel koud laat. Alleen moet je bij V. oppassen dat hij niet gaat strijken met het auteurschap van dingen waar het wèl op aan komt! Wat raad jij me aan in A’dam te gaan studeren? Psychologie?
Pater de Greeve zit in een psychopateninrichting, dat weet je toch? In De Vlam stond een stukje, dat dat niet te verwonderen viel bij een man, die zich zo opwond over blote armen en benen.
(Wandteksten in de Universiteitsbibliotheek-pisbak, waar ik al maandenlang kampeer - niet in de pisbak)
Hans
Als je eens een goed beeld wilt krijgen van de verhouding Ter Braak-Du Perron, lees dan hun brieven. Het is maar een klein boekje, en je kunt overslaan wat je niet bevalt. De weinige mensen die ik erover sprak (Vermeulen, Nugroko) waren min of meer ontsteld. Gewoonlijk hoor je immers altijd dat Du Perron wel aardig kon schelden en zo, maar toch geen ‘echte intellectueel’ was, zoals Ter Braak. Uit hun correspondentie blijkt volledig het tegendeel. Du Perron is hier volstrekt de dominerende figuur, die bv. Ter Braak berispt nav. krantenartikelen, wat Ter Braak dan met belofte van beterschap accepteert; die de eerste opzet van ‘Van Oude en Nieuwe Christenen’ afbreekt, waarop Ter Braak opnieuw begint. En zo door. Dit boekje is een beetje een onthulling geworden, en nog durft men (de Ter Braakscholieren, Gomperts e.a.) het elkaar niet goed toe te geven.
Lees je nog wel eens wat?