Amsterdam, ca. 15 december 1948
Beste Hans,
Als jij die oude Hollandse vertaling van Le grand Meaulness soms ergens voor me op de kop zou kunnen tikken, zou je me een groot plezier doen, ik heb hem nog nooit onder ogen gehad. De valse munters heb ik inderdaad helemaal uit, ik heb hem overzichtelijk gemaakt in een soort standaard-uittreksel van twaalf bladzij getikt folio, waarvan ik je de werking wel eens zal demonstreren en heb hem zo grondig gelezen, dat ik af en toe gewoon een uur voor me uit ga zitten kijken, om de een of andere figuur te herkauwen, zonder de tekst er nog bij te hoeven hebben. Du Perron heeft gelijk, als hij zegt, dat het vluchtige van Gide zich bepaalt tot een vluchten tussen de polen van goed en kwaad. Gide is volgens mij een auteur van schelmenromans. Ik heb zin om Les caves du Vatican onder dit gezichtspunt te lezen. Les faux-monnayeurs is ook een schelmenroman, dat is er de grote charme van. De schelmerijen zijn alleen over een hele stoet van personnages uitgesmeerd. Tegenover de all-round schelm De Passavant staat de strikt gespecialiseerde schelm Edouard, wiens homosexualiteit zijn schelmerij uitmaakt. En die rebellie tegen de tot dan toe geldende wetten van de roman is het grote schelmenstuk van Edouard of beter van Gide zelf. Hoe jonger en hoe vlegelachtiger, hoe liever het Gide is. Zeg nou zelf, moet je om van dat soort dingen zo lekker te worden in je hart niet een ontzettende politieagent zijn, dus toch weer een scrupuleuze psychopaath? - Met je inlichtingen was ik zeer verguld, zie je wel dat Du Perron te gauw op Dirk Coster ingehakt heeft, toen die Gide achterbaks noemde, nou zegt Léautaud het ook en ook dat Gide niet snugger is. Tik even zo veel mogelijk van die uitlatingen van Léautaud en anderen voor me op een apart velletje, daar doe je me een plezier mee. Emiel, die Du Perron gekend heeft (en Gide kent) schrijft me vanuit Londen, dat De Passavant volgens Du Perron Barrès was, maar jij hebt ongetwijfeld gelijk met je Cocteau. Documenteer je
evenwel even, of hoe maken we dat anders uit? Barrès (een snuggere Evenhuis) of Cocteau (een snuggere Chris van Geel), het zou allebei kunnen, maar ik houd het op het laatste. Door deze leesaanval heb ik een maand lang helemaal vergeten om geld te verdienen, kan ik van jou niet even een tientje lenen, ik heb niet meer voor de Biekorf en die armoe van jou met je poeprijke vader is toch alleen maar een blijk of van niet te billijken onhandigheid of van blague. Zeg, die Porte Étroite, dat vind ik een flauw boekje over ascese, dat in twee woorden na te vertellen is, heb ik dat nu mis? Les Faux-monnayeurs daarentegen is juist zo geweldig, omdat het wat je noemt een stevig doorwrochte roman is, alles is even goed voorbereid en alles is op alles betrokken. Het bewijst weer eens, dat goed schrijven een kwestie van geld (is tijd) is. Je zou Les F.M. wel in het Hollands