Amsterdam, ca. 30 oktober 1948
Beste Hans,
Ik heb Le grand meaulnes van Alain Fournier gelezen. Jij vond het matig. Ik ben het er met mezelf ook niet over eens of het nou echt goed is of niet. Maar er kon wel eens een essay in zitten. Schrijf me dus zoveel mogelijk opmerkingen erover. Vooral ook karakteristieken en beoordelingen van anderen. Die kleine Vermeulen liep er destijds als ik me goed herinner nogal mee weg.
Ik ga nu een dag of acht op reis, maar van dan af kun je te allen tijde bij me slapen, niet alleen in een eigen bed maar zelfs op een eigen kamer. Lakenzak meenemen en tijdig van te voren aankondigen. Afspraken alleen op de Biekorf tussen half en kwart voor zeven, want de onderburen knippen telkens de draad van mijn bel door, Walter IJzerdraat van de kleine krant adviseert een draadloos belletje.
Door de een of andere aanleiding ben ik van de week aan het lezen geslagen in de Bijbel, het deed denken aan Fokke Sierksma.
Max.
Ik moet dat antipapistische knipsel van je terughebben.