Ik ben een echt genie. De briefwisseling van Max de Jong en Hans van Straten 1942-1951
(2014)–Max de Jong, Hans van Straten– Auteursrechtelijk beschermdLeiden, ca. 28 oktober 1947 [aanhef ontbreekt]In de eerste plaats geloof ik dat je systeem met een beetje goeie wil toch wel te redden was geweest, als je niet de coïtus in het centrum plaatst maar Max de Jong, met een uitloper naar rechts over neuken naar poëzie etc. en een naar links over denken naar philosophie etc. En dan de hoofdstukken indelen in twee categorieën: beschouwingen in verband mèt het systeem, en het systeem zélf. Wat je titel betreft, noem het eenvoudig ‘De bronnen van de Nijl’, naar die opmerking in je inleiding, bovendien klopt dat voortreffelijk met de frontispice, en als ondertitel ‘Essays eerste bezending’.Ga naar eind1 Is die Huet niet weggezuiverd? N.R.C. klinkt nogal gevaarlijk, moet je schrappen.Ga naar eind2 bij 49. Leibniz schrijf je zonder t! bij 39. geijkt met een lange ij! Van de dertig namen zou ik HeineGa naar eind3, Walther v.d. Vogelweide en die imaginaire tijdgenoten van Donne schrappen, (ook Thomass Wyatt wordt teveel eer betuigd) en zeker bijschrijven Apollinaire, Valéry, Hofmannschal en William Morris (de andere helft van Holst, als Yeats de ene is). | |
[pagina 112]
| |
Als je de one-poem-poet Dowson plaatst, waarom dan niet Christina Rossetti, Alfred Douglas en E.A. Robinson? Bij de Hollanders moeten V.d. Bergh, AafjesGa naar eind4 en Vasalis zeker weg, V.d. Steen is een twijfelgevalGa naar eind5, Kloos erbijGa naar eind6 en toch eigenlijk ook Boutens. Het ontbreken van Verwey mag je ook wel motiveren. Wat je over de roman schrijft is natuurlijk volkomen waanzinnig. De roman als vertelsel, een beschouwingswijze die misschien voor de 18de eeuw opgaat (en voor De Balzac en France, dat is hetzelfde) maar sinds Stendhal weten we toch wel beter: Le Rouge et le Noir, de eerste roman die met een ‘quod erat demonstrandum’ eindigt. Zie verder zo gauw mogelijk te weten te komen dat het autobiografisch element aan romans alleen maar een dimensie meer kan verschaffen, en dat bv. de romans van Slauerhoff hierdoor ‘net boven de sneeuwgrens komen’, terwijl die van Vestdijk er net onder blijven. Ken je Vestdijks essay over de compositie van de roman? (gaat over Green).
[daaronder, in handschrift MdJ]
Hans van Straten
Rudie van Lier zei ook Apollinaire. |