Ik ben een echt genie. De briefwisseling van Max de Jong en Hans van Straten 1942-1951

Amsterdam, ca. 20 oktober 1947

Beste Hans,

Jij drukt je zo goed uit - help me eens aan een formulering. In mijn collectie aphorismen moet er een komen, die met één snauw het hele religieuze denken afdoet. Maar ik kan geen inslaande formulering vinden. Het moet worden: religie is nonsens
of
godsdienst is dwaasheid
of zoiets, maar dan eventjes zo geformuleerd, dat het citeerbaar wordt. (Ik had al, ‘godsdienst is apekool’, maar dat is bij nader inzien een foutief gebruik van het woord apekool. Je kunt wel zeggen: wat die en die over dat of dat beweert, is apekool, maar niet, dat en dat is apekool.) Doe jij eens een paar ideeën aan de hand.

[p. 110]

Ik heb Anne Wadman even gesproken. Jouw persoonsbeschrijving leek naar niks. Ik vond het heel gewoon een aardige vent.

Succes met je examen. Je hebt geen staatsexamen, dus dit wordt als ik het goed begrijp, candidaats Indisch recht. Wat heb je daaraan? Je wilt toch niet naar Indië en je bent toch onbenoembaar, want je bent toch niet rechts. Of is doctoraal in enig vak, in dit geval Indisch recht, de manier, om het Staatsexamen te omzeilen en daarzonder ook andere examens te mogen doen?

Max.

Ik wil de continuïteit in mijn geschrijf onderbreken, door één kort en gek en inslaand boekje te schrijven, zoiets als de Dreigroschenoper of Ubu Roi of Dieuwertje Diekema. Ik voel dat ik het kan, maar er wil me geen concreet hoofdthema invallen. Als jij het weet, moet je het zeggen! Ik zit met mijn aphorismen in mijn maag, en de collectie groeit maar steeds aan, mijns ondanks. De hele blups ligt nu bij Podium, ik ben benieuwd wat Fokke Sierksma er van vindt. Maf ze. Max.