Ik ben een echt genie. De briefwisseling van Max de Jong en Hans van Straten 1942-1951
(2014)–Max de Jong, Hans van Straten– Auteursrechtelijk beschermdLeiden, 2 Aug. 1947Beste Max, Dit is een heel interessante brief met allerlei inside-information uit de eerste hand, die je dus van a tot z moet lezen. 15 Sept. komt het eerste nr. uit van het nieuwe Podium, onder redactie van Paul, Fokke en Anne. De Criterium-redactie is uit elkaar gespat, alleen Morriën is ervan over. Gomperts is bezig een nieuw tijdschrift op te richten, dat waarschijnlijk met Criterium zal fuseren. Dit tijdschrift, Gomperts en Meulenhoff zijn aan het onderhandelen, beiden hebben hun eisen gesteld, zal vermoedelijk een nieuwe naam krijgen en komen onder redactie van Gomperts, Morriën en een zekere H.C. van LeeuwenGa naar eind1, van wie niemand iets afweet. Hermans is er dus uitgeflikkerd, maar stelt alle pogingen in het werk om er bij Podium in te flikkeren. Hij is al twee dagen bij Fokke in Groningen geweest (Jan zei dat hij heel West-Europa afreist om iedereen op te neuken), en de situatie is nu zo dat de Podiummers, die eerst niets voor hem voelden, nu zijn eventueel redacteurschap in overweging willen nemen. In elk geval zal Hermans niet direct op het omslag verschijnen, om De Neve niet schichtig te maken. Bovendien zal Criterium waarschijnlijk nog tot Dec. onder de huidige redactie doorgaan, vanwege de solide indruk bij het publiek en zo. De programmatische verhouding van Podium tot Gomperts' blad (heb je ook de zo uiterst belangrijke polemiek tussen Gomperts en Paul in Vrij Nederland gelezen?) zal waarschijnlijk zo zijn dat Gomperts' blad zich geheel op Forum terugtrekt (op de Nieuwe | |
[pagina 100]
| |
Elite dan), terwijl Podium Forum toch hoogstens als vertrekpunt beschouwt (Paul heeft bijv. een critiek op Ter Braak en Du Perron in voorbereiding; overigens komt Paul, zie ook Vrij Nederland van 26 Juli, geheel in de hoek van een soort cultuur-marxisme terecht, wat hij mij ook mondeling toegaf). Podium gaat uit (ik citeer de inleiding) van Ter Braak en Sartre. Ter Braak is van Fokke, Sartre van Paul.Ga naar eind2 Tussen haakjes, is het niet grappig dat Van Oorschot juist zo met Paul aanpapt, de anti-stalinist met een man die alles in het werk stelt om het stalinisme op een hoger plan (eerst via het surrealisme, nu via het existentialisme) te rechtvaardigen, of te funderen? Zie ook De Twaalf.Ga naar eind3 Intussen blijkt dus dat ik Hermans' intrigeertalenten onderschat heb. Paul noemde hem zonder meer ‘een groot schrijver’, wat hij positief niet is. Overigens is Achterberg bij Hermans geweest om hem zijn bewondering voor de Tranen der Acacia's uit te drukken. ‘Ik vind uw roman héél opmerkelijk,’ zei Achterberg. ‘Maar ik vind uw gedichten ook héél opmerkelijk,’ zei Hermans. ‘Het ruikt naar carbied,’ zei Achterberg. ‘Dat is leuk,’ zei Hermans, ‘verderop komt er ook carbied in voor.’ Hermans is niet zozeer een persoonlijkheid als wel een verschijnsel. Ik geloof niet in een ondergang der cultuur, maar wel aan een zekere overcultuur, en Hermans is een symptoom van deze overcultuur: iemand die met een enorme belezenheid en een niet minder enorme applicatie, en één bepaald procédéetje (het carbied) een oeuvre in mekaar timmert. Dat toch nèt niet voor 100% overtuigt. Volgens Paul wel. In elk geval, en dat ben ik natuurlijk met Paul eens, is die Hermans iemand die ver boven wat we in Nederland gewend zijn, uitsteekt. Intussen gaan er een hoop boeken verschijnen. Van Paul een boekje over het existentialisme, en een studie van low-brow literatuur. Van Fokke de novelle Grensconflict (onder ps. Frank Wilders), een beetje Malraux-achtig, maar wel goed, en een bundel essays Schoonheid als Eigenbelang. Een beetje ongelukkig gekozen titel, want het zogeheten essay was van al Fokke's artikelen wel het minste, hij laat er twee Terbraakse stokpaardjes in tegen elkaar oprijden. Zowel de Schoonheid als het Eigenbelang waren bij Ter Braak zeer frequente begrippen. Verder een bundel essays over Achterberg (Paul, Fokke, Gerrit, Van der Graft, Jan Vermeulen, Jan Emmens en nog een paar), waarvan Pauls essay verreweg het belangrijkste wordt, te oordelen naar wat hij er mij van verteld heeft. Hij heeft bijv. in alle bundels de frequentie nagegaan van bepaalde kleuren, die door de woorden geassocieerd worden, en zo ontdekt dat Achterberg via een blauwe en een rode periode in een wit-zwart periode is terechtgekomen, maw. steeds meer verabstraheerd is. Hiermee ondersteunt hij dan zijn theorie dat ook het beeld van de vrouw bij Achterberg steeds meer verabstraheerd is. Enz. Dan verschijnt binnenkort Hermans' eerste roman, Conserve, en een bundel novellenGa naar eind4 van dezelfde, wat ook wel een gebeurtenis mag heten in het land waar Bert Voeten voor een genie wordt aangezien. | |
[pagina 101]
| |
Ook van Dresden komt een essaybundel uit. Dresden blijkt bij me om de hoek te wonen, volgende week ga ik eens met Paul naar hem toe. Mijn Camus-essay is door Fokke en Paul goed bevonden. Tabé. |