Ik ben een echt genie. De briefwisseling van Max de Jong en Hans van Straten 1942-1951
(2014)–Max de Jong, Hans van Straten– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 56]
| |
Leiden, 8 April 1947[Aantekening van MdJ in bovenmarge] G.v.d.: is dat Podium? Beste Max,
Dank, dank voor al je mededelingen, en excuses dat ik je nog niet terugschreef. Maar er is groot gedonder met de fusie. Je karakteristiek van Debrot is heel bruikbaar, helaas blijkt er niet uit in welk opzicht Debrot verschilt van bijv. GoudriaanGa naar eind1. Wat De Kadt van je poëzie vindt kan je koud laten, ik stuur mijn roman toch ook niet ter expertise aan Pieter 't Hoen. En Van Vriesland zette Voeten's oorlogsdagboek naast het Journal van Gide. Ook een die rijp is voor de Oosterbegraafplaats. Dat nieuwe grote tijdschrift, waar je over schreef, zou de voortzetting worden van Groot-Nederland, bij Holkema en Van Warendorff, onder redactie van oa. Greshoff. Maar volgens deze gaat het niet door. Van Columbus komt geen nummer meer uit,Ga naar eind2 dat Eitje blijft dus onderdrukt. Je schrijft: ‘... geef het in elk geval een definitieve versie, want het was een klakkeloze opmerking in een brief.’ En hier geef ik weer even college: er bestaat geen noemenswaard verschil tussen echte (echte) literatuur en klakkeloze opmerkingen in brieven. Sterker: klakkeloze opmerkingen in brieven zijn p.d. méér literatuur dan moeizaam doorwrochte essays. Ik had dan ook, let wel, die opmerking uit je brief letterlijk zo overgetikt. Leer je les hieruit. Dat ik aan je aphorismen wèl knoeide was omdat jij er eerst aan geknoeid had. Ik knoeide als h.w. terug, naar de primaire opwelling. De Podiummensen waren helemaal niet zo erg te spreken over Max de Jong. Anne en Gerrit waren hem na de bevrijding eens gaan opzoekenGa naar eind3, hun indruk was die van een pathologische fantast. Erg moeilijk voor mij om tegenop te roeien. In je Vromanstuk hadden ze natuurlijk weer bezwaren tegen de onbescheidenheid om jezelf vóór Stip en Vroman te noemen, en die krokodilletjes vonden ze ook niet leuk. Maar de rest vonden ze wel belangrijk. Toch stemmen ze tegen. Je moet mij eens een ms. van je essaybundel geven, misschien overtuigt dat ze. Gerrit Borgers is een heel knappe en heel geestige jongen, die we zeker niet mochten missen. Dat Neeltje je Heet van de Naald slecht vond bewijst haar nuchter oordeel. De term Unsterbliche Geliebte heb ik van Beethoven. Niet gek hè? Dat stuk van Aimé was inderdaad niet gek, maar 't is ook net het enige watie kan. Nee, met die fusie is het groot gedonder. Dat bericht in VN heeft alles verpest. Schuchart en Scheepmaker zijn naar De Neve gelopen en hebben | |
[pagina 57]
| |
stront gemaakt, en nou is De Neve teruggekrabbeld. Misschien krijgen we nog een fusieaanbod van Proloog, met Schuchart en Voeten in de redactie of zo, maar daar gaan we zeker niet op in. Wie weet waar het ons voor behoedt. In elk geval zijn we nu Lek kwijt, godzijdank. De fusie Columbus-Podium gaat natuurlijk door, hoe dan ook, maar eerst schieten we Hoornik dood. Wat een doortrapte slijmbal. Stols wil het nieuwe tijdschrift wel uitgeven, maar vindt het risico te groot, nu wij willen uitbreiden tot 80 pag. Nu heb ik aan die Van Oorschot van jou geschreven. Donderdag kom ik met Gerrit naar Amsterdam, als 't enigszins kan loop ik even bij je aan, met of zonder hem. Tabé,
Hans [Aanvullingen van HvS in de marge] Hermans is een kei, maar a. onsympathiek en b. in zijn werk niet aanwezig, net als Vestdijk / Ik ben 4 jaar jonger dan de jongste van mijn mederedacteuren, heb mij dus maar koest te houden / Die roman van Hermans is goed. Conserve óók, heb ik ontdekt / Klondyke minder / Wij stikken in de goeie copy / Wat is Criterium slecht / Wij hebben een roman van Vestdijk. |