‘Ik kom van Den Haag’, zei hij zacht en keek me veelbelovend aan.
‘Dat dacht ik al’, zei ik beleefd, z'n deftig, mager gezicht van uitgedroogd bureaukraatje nog eens goed monsterend. ‘En waaraan heb ik de eer te danken?’ (Een ogenblik was ik nog bang, dat ie een koupeur zou zijn van een firma, die buitenmodel pakken levert).
‘Ja’, ging hij kuchend verklaren, ‘ziet u, meneer... eh... eh... meneer, ik kom van het ministerie... van Zijne Excellentie’.
Ik stond van m'n krib op, maakte een buiging en een militair saluut en een langgerekt: ‘Aaah!’ kwam over m'n verbaasde lippen. Mijn verbazing deed hem blijkbaar goed en hij zette zich wat behaaglijker op z'n geïmproviseerde fauteuil.
‘Ja’, zei hij toen resoluut, ‘ik kom rechtstreeks van Zijne Excellentie in Den Haag, met een opdracht.’
Weer zweeg hij en mijn benauwdheid steeg tot het kookpunt.
‘Mens!’ riep ik heftig. ‘Terg mij niet langer en zeg met welke opdracht.’
‘Meneer!’ zei de man opstaande, kuchend en deftig. ‘Meneer, ik heb de speciale opdracht u in persoon te komen bedanken.’
‘Bedanken’, bauwde ik de man na.
‘Ja, meneer, bedanken voor de vele en gewichtige diensten, door u aan het ministerie bewezen. Van dag tot dag verzamelen wij uwe notities en zij brengen ons, behalve vermaak, ook veel nuttig werk. Wij knippen ze uit, plakken ze op grote vellen wit papier, zetten er een stempel op met rode inkt, meneer, en een er onder met blauw-paarse inkt, die tussen twee haakjes spoedig vervangen zal worden door diep-zwarte. Dan, meneer, zetten wij er een nummer op en tekenen in een register dit nummer aan met een korte inhoudsopgave er bij. Van dit register, meneer, maken wij een afschrift voor Z.E., een voor de opperbevelhebber en een voor de afdeling: ‘Persbureel’ zelf. Elke dag komen deze afschriften terug met tien à vijftien bijlagen en als wij zelf onze bijlagen er hebben bijgevoegd, gaat alles in een dossier en wordt geborgen in een expresselijk daarvoor vervaardigde kast, die het opschrift draagt ‘Geheim’, plus drie Lipssloten, meneer, van bijzondere konstruktie. En eenmaal in de maand wordt de inhoud van het dossier geverifieerd door een beëdigde Staatskommissie, en aangevuld met enkele toevallige bijlagen, die af en toe inkomen... Zo, meneer, heeft uw zonderlinge hebbelijkheid een gans nieuwe tak van dienst aan ons ministerie geschapen en 't is daarvoor, dat ik u de bijzondere erkentelijkheid van Z.E. moet vertolken. Ik hoop, dat u dit op de ware prijs zult weten te schatten... Op deze gedenkwaardige vijfde juni.’
Toen kwam de fakteur binnen, bijna bezwijkend onder een stapel brieven en telegrammen van Z.E. De Jonge, van Z.E. Bosboom, van Z.E. Snijders en van nog enkele andere excellerende persoonlijkheden. Ik verdiepte mij in de