Nee, voor me zelf klagen, daar denk ik niet aan. En zijn mijn ‘Notities’ dan inderdaad ‘klachten’? Dat zou zonderling zijn en weinig vleiend voor de dienst, want ze zijn toch waarlijk enkel maar korte aantekeningen over de stand van zaken. En ik doe het ook alleen om allerlei dingetjes voor mezelf vast te houden. Allicht kan ik dan later een ‘goed georiënteerd’ lustig boek schrijven, waarin soldaten voorkomen. Of een tragi-komedie, of een heldendicht of zo iets. Maar kankeren?
Ik sta verbaasd over de graad van onvolkomenheid-van-begrijpen mijner lezers. En om alle misverstand uit de weg te ruimen zij het volgende voor goed vastgesteld:
Ik voor mij, ik klaag niet, nooit. En daar heb ik ook geen reden toe, zou ik denken. Ik ben een lustige vrijbuiter van een landstormer, die ver van alle hinderlijke konnekties langs velden en wegen dwaalt, door prachtige bossen en heerlijke heiden, overstraald en overstroomd door al de wisselende liefelijkheden van ons Hollands klimaat. ik ben verlost van de beslist kwelende zorg voor vrouw en kind, welke beslommeringen de Staat royaalweg geheel en al op zich genomen heeft. Ik lach wat om jullie gezanik over duur schoeisel en dure kleren, over jullie aardappel- en kolennood, want wij hebben van alles overvloed! Jullie worden al zuiniger met je broodrantsoen, dat telkens weer inkrimpt, ik trek me daar niets van aan en eet onveranderlijk m'n vijf ons kuch per dag - of wat er voor doorgaat. Jullie staan bloot aan duchtige aanvallen van huisjesmelkers - ik heb vrij wonen, heel het jaar door, met vrij vuur en licht, waterleiding en alle andere gemakken. Jullie hebben een huis vol misère, als je vrouw ziek is; je moet haar oppassen en verzorgen en zelfs de kopjes wassen en je kousen stoppen - mijn vrouw is al weken ziek, maar ik kom zo eens in de maand kijken, trek er dan haastig weer van tussen en laat met verlicht gemoed de zorg voor haar aan anderen over. M'n kleine jongen schreeuwt nu anderen wakker en ik maf rustig door, tot half zes nu al. En zo zijn er nog enkele dozijnen voorrechten, te veel om op te noemen. Nee, wie denkt, dat ik deze ‘Notities’ schrijf om lucht te geven aan m'n eigen woede of verontwaardiging of verdriet, die heeft 't totaal mis. Ik - ik geniet in dienst, ik groei erin, ik vind het in één woord verrukkelijk.
Maar daarom mag ik toch wel noteren wat er zo al om me heen gebeurt en wat dat voor indruk maakt op u en anderen en ook wel es op... mij?