Besluit
Er was die avond feest, overal in de gouw. Ieder was verheugd over de goede afloop van al die nare gebeurtenissen. Ieder was vrolijk, omdat hij niet meer anders behoefde te denken dan zijn buren of vrienden en zich niet meer boos hoefde te maken op de mensen, die anders dachten dan hij.
Op het grote erf van Ermanarik zaten drie families feestelijk bij elkaar en bespraken nog eens de wonderlijke afloop van de verwikkelingen, die hun zoveel zorg hadden gebaard. Odo werd overstelpt met lof en vriendschap, tot hij hen ongeduldig verzocht nou eindelijk eens op te houden en over wat anders te praten. Zij wilden Bernulf overhalen oude liederen te zingen of geschiedenissen te vertellen, maar Bernulf zei, dat hij moe en lui was, en dat ze een oud man met rust moesten laten, en hem liever nog een kroes bier inschenken. Maar hij zong toch en begeleidde zichzelf op de kleine harp, waarop niemand zo mooi spelen kon als hij. En later zongen ze allemaal, en toen de oudere mannen over de ernstige zaken van de stam begonnen te spreken, slopen de drie jongens opzij van het huis weg en gingen lekker lui in het gras liggen. Zij voelden zich ontspannen en zeldzaam tevreden. Er was een zware druk van hen weggenomen en zij konden zich nog altijd niet voorstellen, dat werkelijk alle narigheid voorbij was. Plotseling zei Winfried:
‘Dat is nou gek, hè, jongens, maar ik heb eigenlijk net een gevoel of ik dankbaar moet zijn voor al die lamme gebeurtenissen.’
‘Nou, zoveel te beter,’ lachte Wolfert, ‘maar begrijpen doe ik je niet.’
‘Wel’, legde Winfried uit, ‘zonder die rare, ingewikkelde geschiedenis zouden wij bijvoorbeeld geen vrienden zijn... en we zouden ook niet precies weten, wàt we aan Odo hebben... Wij zijn nu een Bataafs driemanschap ge-