Leser,
ICK stae buyten tvvijffel, of sekere Catoos van ons' eeuvv', by de vvelcke, quansuys, den naem van de Liefde selfs verdacht is, sullen op 't insicht alleen van dit opschrift alhier haer neus fronßen, en seggen, dat ick mijn tijd vvel nutter kon besteden, dan in't verhandelen van sulcken stoffe. VVoud' ick mijn selven verontschuldigen, den aenvang van mijn eerste Jeugd, die een baer-moeder van dese malligheden gevveest is, sou my by Verstandige ten vollen vry pleytten. En schoon genomen datse nu eerst geboren vvaren, soud' het soo vreemden saeck zijn (also het noodig is edulcare vitam, curas nugis, &c. somtijts syn beplougde dagen met vrolijcke uyren te vervvißelen) dat ick dese Pop voor mijn tijd-verdrijf gekósen had? Seker, die dusdanige tijd-verdrijfjes verachten, ipsi tandem vel in puellam impingunt, vel in poculum, komen haer dickvvils noch ten laetsten in een onnutter vermaeck te verstricken. En alsoo, gelijck Plinius seydt, magna pars studiosorum amoenitates quaerimus, meest alle lèf-hebbers der geleerdheyd iets soecken, om haer selvē te verlustigen, lieve, hoe soud' ick onnooseler vermaeck voor mijn eerste Jeugd hebben konnen uyt-vinden. Oock ben ick de eerste niet, die diergelijcken stoffe bevvrocht hebbe; vele zijn mijn voor gegaen, vvelckers ampt en jaren het vry noch minder paste, dan het my doet. Heliodorus, een Bißchop, heeft de liefds-pleging van Theagines en Chariclea beschreven, en vvanneer hy van sekere Catôos synes tijds daer over bestraft vvierd, heeft hy liever gehad, gelijck Nicephorus seydt, syn