Theoretische lessen over de gesticulatie en mimiek
(1827-1830)–Johannes Jelgerhuis– Auteursrechtvrij
[pagina 201]
| ||||||||||||||||
Vierentwintigste les.GEACHTE HOORDERS!
Wij hebben beloofd van al hetgeen in de vorige Les is gezegd eenige afbeelding te toonen, over Romeinen en Grieken zoo wel mannen als vrouwen, naar het beschrevene. Vestigen wij onze aandacht op het gezegde van winkelman, met betrekking tot den smaak (de élégance), die voor het Tooneel zoo zeer in aanmerking komt, en die men inderdaad te regt mag verwachten dat als een eigendommelijk iets den mensch dient aangeboren te zijn en slecht te leeren is. Echter kan men veel toebrengen om dien smaak te vormen, waartoe wij hier pogingen zullen doen, want men kan de kleeding daar hebben liggen, en de zwarigheid komt terstond om die aantedoen dat zij goed zit, en om er mede omtegaan als men dezelve aanheeft. Men zal dan dien smaak moeten verkrijgen door het zien van goede afbeeeldingen, welke ik Uwer aandacht zal voorstellen. | ||||||||||||||||
[pagina 202]
| ||||||||||||||||
Laat ons, zoo als gezegd is in de vorige Lessen, met de vrouwen beginnen.
| ||||||||||||||||
[pagina 203]
| ||||||||||||||||
Prachtige sluijers op het hoofd, was een van de sieraden der vrouwen, die dan van doorschijnende stoffe waren; de kleur was meest wit, zoo ook het kleed en de mantel rood; ook de peplone, het kleed purper zijnde; bij bedaagde vrouwen was de mantel wit, volgens cochain. Tot slot zal ik hier nu nog doen volgen de Priesteres van Diana, van cochain, met hare stool met sterren en maantjes, en eene halve maan op het hoofd, waarbij een sluijer op het hoofd is gepermiteerd. Ifigenia in Tauris. De Priesteres van Ceres was met korenairen op het hoofd. Die van Bacchus met wijngaardbladen, in korte kleeding, en was dan voor vreugdefeesten in den oogsttijd. Ik heb gezegd. |
|