Verbrandtheyt ghenesen.
HVysloock ghestooten alleen oft met meel van gersten-mout, ende opgheleyt, gheneest.
Buylen met verkens-smeer ghemength, opgheleyt, gheneest verbrandtheydt.
De bladeren van moerbesien met oly vermengt, opghestreken, is goet.
Asschen van vijgenboom met oly van Roosen ende was vermenght, opgedaen, geneest verbrandtheyt.
Een half pont schaeps-vet, een half vierendeel maeghdenwas, met een halve stuyver cleyn gestooten wieroock op't vier gemenght, maeckt dan plaetsters, ende leght die op verbrandtheyt, ende suyvert het altemets met warmen wijn.
Smelt boter, ende doetse in water; cloptse tot datse wit wordt, giet dan 'twater af, ende maeckter plaesters af, het gheneest de verbrandtheydt.