Mimesis
‘Rijk is het veld der woorden dat zich naar alle kanten uitbreidt.’
(Homerus, Ilias, XX, 250)
Vanaf de pythagoreeërs, bij Plato en Aristoteles en in heel de Griekse literaire en retorische traditie speelt het begrip mimesis een grote rol. Het is een van de grondwoorden waarmee in de Europese cultuur allerlei en soms zeer uiteenlopende verschijnselen ter sprake worden gebracht. Het domein van het mimetische is veelomvattend en met veel andere zaken verweven. Het vertakt zich naar alle kanten en is daarom ook moeilijk te bepalen of af te bakenen. Ook een vertaling van het oorspronkelijke Griekse woord mimèsis levert nogal wat moeilijkheden op, omdat het bij de verschillende auteurs die het gebruiken, niet altijd dezelfde betekenis heeft en de betekenis afhankelijk is van het domein van verschijnselen waarop het van toepassing wordt geacht te zijn. De gebruikelijke Latijnse vertaling is imitatio, een woord dat eveneens veelzinnig is en bovendien niet helemaal beantwoordt aan wat de Grieken met het begrip mimèsis aan de orde hebben gesteld. Tot mogelijke Nederlandse vertalingen van het Griekse mimèsthai behoren onder andere: nabootsen, navolgen, nadoen, naäpen, namaken, vervalsen, reproduceren, kopiëren, weerspiegelen, verdubbelen, afbeelden, uitbeelden, weergeven, voorstellen, herhalen en vertalen, reciteren en citeren, etc. Elk van deze woorden roept weer allerlei nieuwe problemen op. Opvallend is een zekere dubbelzinnigheid bij de meeste daarvan. Deze heeft iets te maken met de gebruikelijke maar niet vanzelfsprekende tegenstelling tussen echt en onecht, authentiek en niet authentiek. Het woord mimesis kan in ieder geval in een positieve en in een negatieve zin worden gebruikt. Duidelijk is dit met betrekking tot de imitatie, welke in de uitdrukkingen omnis ars imitatio naturae (Seneca) of imitatio Christi (Thomas a Kempis) een uitgesproken positieve bete-