Ten geleide
Het kan wonderlijk gaan in de wereld.
Hoe is dit boek ontstaan? Wel, het was enige jaren voor het uitbreken van de laatste wereldoorlog, dat in de Jeugdraad van het Nederlands Verbond van Vakverenigingen gesproken werd over het feit, dat de jongeren zo weinig weten van de geschiedenis der arbeidersbeweging. Zeker, er waren tal van gedenkboeken verschenen, waarin aan deze geschiedenis aandacht werd gewijd; daar waren de gedenkboeken der afzonderlijke vakbonden, het gedenkboek van het N.V.V. en het werk van Vliegen. Maar ja, die boeken waren gedistribueerd onder de leden van de vakbonden of uitverkocht, zodat zij niet onder de ogen kwamen van de jongeren.
Zo rees het denkbeeld eens met Willem van Iependaal te gaan praten, of het niet mogelijk zou zijn de geschiedenis van de vakbeweging en al wat daaromheen speelt in romanvorm te boek te stellen. Van Iependaal stemde met het denkbeeld in en wanneer alles was gegaan, zoals wij ons toen voorstelden, dan had het boek in de loop van 1940 het licht gezien.
Maar het ging anders. De oorlog stak een spaak in het wiel. Zo bleef het boek in drukproef bij de A.P. liggen en de bestuurders van het N.V.V. werden de laan uit gestuurd. De drukproef zou wellicht verloren zijn gegaan, indien niet een van de makkers op de drukkerij van de A.P. haar voor vernietiging had weten te bewaren door het boek in handen te spelen van den schrijver, die het verborgen wist te houden tot in 1945 de dag kwam, dat hij met de in dienst van het N.V.V. teruggekeerde functionarissen de vraag kon bespreken: wat doen wij er nu mee? De conclusie was: uitgeven.
En zo ligt dit boek thans voor ons als eerste van een trilogie. Ik begroet dit werk met vreugde, omdat Willem van Iependaal hier in een stijl, waarvan hij het geheim bezit, een levend stuk geschiedenis heeft geschreven. De ouderen onder ons zullen een aantal personen in dit boek zeer zeker herkennen en telkens weer zeggen: zo was het precies.