Passiviteit, pacificatie en verzuiling in de Belgische politiek
(1970)–Luc Huyse– Auteursrechtelijk beschermdEen sociologische studie
[pagina 251]
| |
EpiloogBuitenlandse waarnemers uiten vaak hun verwondering over de stabiliteit van het politiek regime in ons land. In hun ogen is de Belgische democratie gebouwd op een kruitvat van spanningen: levensbeschouwelijke, sociaal-economische en communautaire tegenstellingen vormen een onuitputtelijke bron van potentiële conflicten. Nu en dan leidt een van deze spanningen tot kortstondige maar hevige uitbarstingen. Bovendien is ons land verzuild: drie levensbeschouwelijke ‘blokken’ (met eigen beroepsorganisaties, mutualiteiten, culturele verenigingen, kranten...) hebben zich stevig vastgezet in de politieke en sociale infrastructuur van het land. In de politieke wetenschap neemt men aan dat een dergelijke situatie gemakkelijk aanleiding geeft tot bittere conflicten. Toch vertoont het politiek systeem in ons land een opmerkelijke duurzaamheid en een verrassende stabiliteit. Met behulp van een reeks hypothesen, die in de sociologische literatuur werden opgespoord, hebben wij de paradox van België's politieke stabiliteit aan een nauwkeurig onderzoek onderworpen. Hierbij is gebleken dat de pacificatie van de conflicten, die het politieke leven tussen 1944 en 1961 hebben gedomineerd, er gekomen is ten koste van enige afwijkingen van de ideale democratische samenleving. Aan het eind van onze studie kunnen wij met zekerheid zeggen dat het politieke stelsel in ons land de trekken van een bevoogdingsdemocratie vertoont. Het scenario van de Belgische politiek berust op elitisme aan de ene kant, passiviteit en lijdelijkheid aan de andere kant. Deze bevinding brengt ons tot de vraag: België is wel een stabiele democratie, maar hoe democratisch is het? België is niet de enige democratie, waarin het streven naar vreedzame coëxistentie tussen rivaliserende levensbeschouwingen geleid heeft tot vele ‘inbreuken’ op de ideale democratische code. Men mag - zo schrijft A. Lijphart - bij het beoordelen van deze pacificatiedemocratieën echter niet uit het oog verliezen dat ‘... geen enkel democratisch bestel zonder politieke stabiliteit kan blijven voortbestaan, en dat de | |
[pagina 252]
| |
stabiliteit in een scherp verdeelde (of verzuilde) maatschappij slechts ten koste van enige afwijkingen van de ideale democratische norm kan worden gehandhaafd. (...) Wanneer de verdeeldheid en verzuildheid echter afnemen, kan het democratische stelsel ook met een minder grote dosis autocratie toe’Ga naar voetnoot1. Wij delen dit standpunt. De pacificatiedemocratie mét haar schaduwzijden dient ons inziens begrepen te worden als een ‘punt’, een fase in de ontwikkeling van de politieke democratie. Zij is in haar kern bepaald door de aanwezigheid van een levensbeschouwelijke verdeeldheid, die structureel gestalte heeft gekregen in een strakke verzuildheid. Het ziet er echter naar uit dat de secularisatie, die zich onmiskenbaar ook in ons land voltrekt, de ontbinding van de levensbeschouwelijke verzuildheid tot gevolg zal hebben. Meteen verdwijnt de bestaansreden van een conflictregeling, waarin de deelneming van de velen aan de besluitvorming der weinigen noodgedwongen beknot wordt. Voor het eerst ontstaat de kans de werking van het politieke regime op een meer democratische grondslag te vestigen. Wellicht zal deze kentering niet zonder moeilijkheden verlopen. Nu reeds kan men constateren dat vele politici het politiek scenario, dat bij de pacificatie van de levensbeschouwelijke geschillen zovele diensten bewezen heeft, willen handhaven. Zij roepen ter rechtvaardiging ervan argumenten in, die in het verleden weliswaar aanvaardbaar leken, maar die op vandaag steeds minder en minder overtuigingskracht bezitten. Hierdoor ondermijnen zij onvermijdelijk de geloofwaardigheid van een regime, dat eerst nu over de mogelijkheden beschikt om uit te groeien tot een authentischer vormgeving van de democratische beginselen. |
|