Februari.
Ik ben diep ongelukkig! Ik ben hard, onrechtvaardig tegen mijn Annie, tegen mijn arme, kleine lieveling geweest!... En dat waarom? Omdat zij van morgen in een plotselinge opwelling op mijn schoot klouterde, de armpjes om mij heen sloeg, en mij haar ‘lief moesje’ - haar ‘mamaatje’ noemde.
En toen heb ik het kind voor het eerst van mijn leven hevig beknord, en haar op strengen toon verboden, mij ooit weêr zóó te noemen.... totdat ik traantjes zag te voorschijn komen, en ik haar wel op mijn knieën om vergiffenis had willen smeeken.
O! kon ik mijzelve toch veranderen, mij inhouden, mij beheerschen!.... Het arme kind wist immers niet....
Annie-lief, vergeef me!