Oeuvres complètes. Tome XXII. Supplément à la correspondance. Varia. Biographie. Catalogue de vente

[p. 782]

Christiaan Huygens à Lodewijk Huygens.
1658.

La lettre se trouve à la Bibliothèque de l'Université de Leiden. Elle a été acquise en 1909 dans une vente publique à la Haye.

18 Oct. 1658.

Mon Frere,

Hier nevens gaen de versochte lijsterbogen en besien, alhoewel ick niet en weet of Jan Janse veel bogen sal konnen missen want hij lijstert tegenwoordigh oock sterck. Ick send mijn Harmen nae Hofwijck met een memorie aen sijn E. om dit te bestellen en in 't voorbij vaeren aen den Heusdense schipper het mandetie mee te geven. Aengaende het wint roer¹⁾, daer en kan niet in getreden werden, soo om de inconvenienten die het van stooten en andersints op de heen en weer reyse nootsaeckelijck soude hebben te verwachten, als om het weijnigh verstant dat UE. hebt van de pomp en het dicht maecken van de klapjes alsse beginnen te lecken. Ick sal aen Cousin Pieck schrijven dat van de reys die je gemeent had naer den Landdagh te doen niet en sal konnen vallen²⁾. Mij isser oock niet veel aen gelegen, alsoo ick het Octroy aldaer wel missen kan. Ick sien wel datter niet als processen door te verwachten sijn, daer ick sedert onse leste comparitie³⁾ noch meerder schrick van gekregen heb als te vooren: soo hol gingh het er. En dat het arghste is de Heeren sijn soo bot datse bij nae altemael de inventie van Douw³⁾ voor wat nieuws aen sagen. Doch ick hoop dat se mettertijdt tot meerder verstant sullen komen. De saeck van Agricola⁴⁾ werdt

1) Voyez sur cette carabine à vent la note 2 de la p. 306 du T. XVII.

2) Dans une lettre, apparemment antérieure, du même mois d'octobre au cousin Pieck (T. II, p. 247) qui s'intéressait à la question des octrois et attaches relatifs à l'horloge à pendule, Huygens avait dit que le frère Lodewijk, sur le point de partir pour Zuylichem, ferait de là une excursion pour servir ses intérêts.

3) Voyez sur cette comparition et l'invention de Douw la note 4 de la p. 82 du T. XVII, ainsi que la p. 503 qui précède.

3) Voyez sur cette comparition et l'invention de Douw la note 4 de la p. 82 du T. XVII, ainsi que la p. 503 qui précède.

4) J. Agricola, pasteur à Zuylichem, est mentionné trois fois dans notre T. IV.

[p. 783]

tegenwoordigh in advis gehouden. Er is eenige hoop, alsmen thoont datter het gelt niet en is, dat se verstaen sullen dat de gijselingh sal afgedaen werden. Anders geloof ick sullen wij appelleren.

Vostre tres affectionè frere

Chr. Huygens de Zuylichem.

Het compliment aen Jan Vlitius is gedaen en met het boeck onderwegen.

Mijn Heer

Mijn Heer Lod. Huijgens tot Zuijlichem.

Te bestellen tot Gorckum in 't Wapen vanden Bosch, om voort te senden naer

Zuijlichem. met een mande.