No 2645.
J. de Graaff à Christiaan Huygens.
20 décembre 1690.
La lettre se trouve à Leiden, coll. Huygens.
Chr. Huygens y répondit par le No. 2651.
Actum in 't Schip Brandenburg. op de koopvadersrhee den 20 december.
Erentfeste en zeer discrete hr.
Mijn Heer
Nadat ik alhier in Texel op het schip Brandenburgh den 17e deser lopende maant ben komen te arriveren zoo heb ik met den eerste gepooght om het hockie voor de horologies in de cajuijt af te schieten, niet vergetend aan de Timmerman te belasten dat het aan alle de zijden wel dicht moet gecallefatert werden sullende daar voor ook wel sorgh dragen zoo veel als het mogelijck is, dat er geen stoff can door komen. wegens het observeren van de gangh der horologies aan lant, daar toe is geen apparentie, alzoo wij soo verre van lant Leggen, dat de slach van het geschut (volgens het seggen van de Loots) alleen bij stil weer sal konnen gehoort werden, sullende evenwel, zodra als de horologies sullen opgehangen zijn, daar toe soeke te komen, dat wij de gangh van de horologies door oprechtingh van twee draden in de meridiaan aan lant mogen observeren, zoo niet sullen dan de andere manierGa naar voetnoot1) volgens inhout van uEdl. instructie opvolgen.
de cas met het loot daar het horologie A ten huijsen van mijn Erw. vader ingehangen heeft, heb ik vergeten aan uEdl. achtb.r over te senden, zijnde sulx door alte haastige vertrek toegekomen, twijffel echter niet of het sal uEdl. al rede zijn behandigt alzoo ik voor mijn vertrek zulx aan vader had versocht; hier mede blijven
Ed. zeer ootmoedige dienaar Joannes De Graaff.
Te Bestellen Aan
Wel Ede. Hr. Christ. Huygens, hr. van Zuylichem tot 's Gravenhaagh.