Oeuvres complètes. Tome III. Correspondance 1660-1661

N^o 946.
Christiaan Huygens à [A. Cellarius]¹⁾.
[1661.]

La minute et la copie se trouvent à Leiden, coll. Huygens.

In Scenographia Systematis Mundani²⁾ Ptolemaici.

Volgens de regulen van de perspective, so en kan de Axis Zodiaci niet gesien

1) Andreas Keller (Cellarius), fils de Daniel Cellarius, naquit vers 1626 à Heidelberg, et devint recteur du gymnase de Hoorn.

2) Ces remarques ont rapport à l'ouvrage:
Harmonia Macrocosmica seu Atlas Universalis et novus, totius universi creati Cosmographiam generalem, et novam exhibens. In quà omnium totius Mundi Orbium Harmonica Constructio, secundum diversas diversorum Authorum opiniones, ut & Vranometria, seu totius Orbis Coelestis, ac Planetarum Theoriae, & Terrestris Globus, tàm Planis & Scenographicis Nonibus, quàm Descriptionibus novis ad oculos ponuntur. Opus novum, antehac nunquam visum, cujuscunque conditionis Hominibus utilissimum, jucundissimum, maximé necessarium, & adornatum. Studio, et Labore Andreae Cellarii Palatini, Scholae Hornanae in Hollandia Boreali Rectoris. Amstelodami, 1660. in-folio.
Les ‘Scenographiae’ citées s'y trouvent aux N^os. 2, 4, 5, 7.

[p. 447]

werden, als de Zodiacus in die positie gesien wert. daerom soude myns oordeels beter sijn dat men de Axis Zodiaci uytdede.

In 't Planisphaerium Copernicanum behoort bij Saturnus syn comes gestelt te werden, die in 16 dagen om hem loopt, gelijck ick inde print die gevoeght heb, te weten even eens gesneden als een van de omlopers van Jupiter.

Van gelycken oock soo in t Planisphaerium Braheum.

Inde Scenographia compagis mundanae Brahea is de selfde faut als hier te voren geseght is in 't stellen van de Axis Zodiaci. Oock soo en wijst dese figuer niet aen hoe dat de son het center is van de wegen van ♂. ♃ en ♄ volgens het Systema Tychonicum maer alleen van ♀ en ☿.

In de 3 hemisphaeria Australia voor Apis Indica stelt Apus Indica.

Had hy myn raet daer over te voren gevraeght, soude verscheyde andere dingen aengemerckt hebben. dewyl hy schynt noch een tweede deel onder handen te hebben, indien hij myn raed daer in wil gebruijcken, sal hem misschien weten aen te wijsen wat figuren hij met meerder nutticheijt soude konnen in 't licht geven als dese zijn.