Korenbloemen

Drie beelden op het fronton van mijn huis
8 oktober 1676

Drie vrouwen op uw huis? Wat kunnen die beduiden?
Zo word ik vroeg en laat gepijnigd om bescheid.
Nu sta ik noô ter spraak aan allerhande luiden:
hier is 't voor allen eens, en eens vooral gezeid.

Geloof en Liefde en Hoop zou 't enigszins gelijken,
en menig eerlijk man waar' lichtelijk te vreên
drie mooie meisjes voor drie deugden aan te kijken.
Maar 't is zo breed niet. Dit 's de waarheid, met de reên.

't Huis moet Gemakkelijk, Sterk en Aanzienlijk wezen:
ontbreekt er geen van drie, zo is 't van zessen klaar.
Ontbreekt van drieën één, dan is 't niet waard geprezen
alsof het zonder feil en onopspreekbaar waar'.

Het schoon-aanzienelijk-eenparig Gelijkzijdig
is uit des mensen beeld van lid tot lid gehaald.
Wat daarop niet gelijkt, is tegen Rede strijdig,
en wat dáártegen strijdt, is meesterlijk gedwaald:

[p. 60]

 

dat zegt de middelste van mijn drie stenen vrouwen.

 

En, met een beeld in deze, een passer in die hand,

 

toont z' hoe de vinder van het eerst geregeld bouwen

20

zijn eerste regelen in deze leden vand.

 

 

 

De sterkste van mijn wijfs beduidt mijn hechte muren.

 

Zo doet haar rechtervoet, gevestigd op een plint;

 

en evenals haar schild kan mijn dicht dak verduren

 

elk uiterlijk geweld van hagel-slag en wind.

 

 

25

Hoe schilder ik 't Gemak? men zal het licht begrijpen,

 

let men op 't derde beeld zijn schildpad en zijn slak,

 

en hoe dit zoete volk hun huizen noch en knijpen

 

noch over-wijd en zijn. Daarin staat al 't Gemak.

 

 

 

Hier is het raadsel uit, en ik moe van 't geprevel.

30

Geen al-weetgierigaard en ligg' mij meer aan boord.

 

Vraagt iemand naar bescheid van de drie-vrouwengevel:

 

'k heb mijn beurt uitgestaan; de een zegg' het de ander voort.