Korenbloemen(1996)–Constantijn Huygens– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 33] [p. 33] Naleven 17 januari 1656 Wat doe ik in de weer'ld? Wat anderen mij voordoen. Ik volg, en men volgt mij, als paarden in 't groot spoor doen. Ten einde van 't groot spoor: wat zal ik vinden? Wind. Dat 's wat de wijze daar, en de niet-wijze vindt. 5[regelnummer] Maar laat ik uit de weer'ld somtijds mijn eigen man zijn. Mijn hoofd broedt wel wat jongs, daar 't wil en daar 't moet ván zijn, dat wat ouds worden mocht. Dat is een ei op 't nest en niet op 't spoor gelegd; tenminste, 't is mijn best'. En dit beloof ik mij: lust mensen wat te lezen, 10[regelnummer] 'k zal in de wereld zijn als ik er niet zal wezen. Vorige Volgende