Korenbloemen(1996)–Constantijn Huygens– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 23] [p. 23] Aan Caspar Barlaeus, medicus, op de vierdendaagse koorts van Hooft 2 december 1644 Barlaeus, dienstig vriend in oorboor en vermaken, wat lijdt gíj aan de Drost? Vier dagen, twee om twee, in storm en handzaam weer verdeeld, in wel en wee? O, laat u in dat wee ons aller lijden raken 5[regelnummer] en heelt het waarde Hoofd, door woorden of door zaken: door zaken van uw kunst, of woorden uit de zee van uw hoog-woordigheid. Van 't vetste Gooise vee zult gij u 't altaarlam dankofferlijk zien blaken. En (wat u meer nog lust) twee weeuwen, ik, en gij 10[regelnummer] zullen het Muiderhuis ten venster uit gaan werpen, en gij zult Tessels pen, ik Anna's keeltje scherpen. Zo zullen wij op 't slot (wij, lang ontwijfde wij, wij, weergepaarde wij, wij, dubbel Rome in vieren) het vierdaags dode vier vier vierdagen lang vieren! Vorige Volgende