Korenbloemen(1996)–Constantijn Huygens– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Lied voor Sterre Nijmegen, te midden van grote drukte, 13 augustus 1634 Hoe is 't beloven van ons vergaren zo haast verstoven met wind en baren? Ai, eigen Sterre, die mij van zo verre 5[regelnummer] ziedt en toch niet ziet: ai Sterre waarom en verschijn je niet? Het zoet verbeiden van jouw genaken kon mij het scheiden min bitter maken. Maar stoute Sterre, 10[regelnummer] die je toen zo verre [pagina 20] [p. 20] van ontrouw geliet: ontrouwe Sterre, jij en meende 't niet. Zoek ik in 't hoge van 's hemels ronden, straks zegt mijn oge: jij bent gevonden. 15[regelnummer] Maar schoonste Sterre, die ik van zo verre zon en maan benij: maar Sterre, daar en is er geen als jij. Ga ik beneden langs 't aardrijk werren, 20[regelnummer] straks zegt de rede: daar staan geen sterren. Ai aardse Sterre die ik eens zo verre van de hemel koos: kom, Sterre, en maak de rede redeloos. Vorige Volgende