Gedichten. Deel 9: registers
(1899)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend
[pagina 11]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 13]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I.
|
1. | Lettres de Huygens à la Princesse d' Orange. 1633-1646. 3 dln. fol. Hierin ongeveer 700 verslagen of brieven. (No. 480 van den Catal.) |
2. | Curieuse Collectie van Allerley documenten betreffende de particuliere saken van den Huijse en Princen van Orangien, by een versamelt Door Constantyn Huygens, 2de deel. fol. Daarin de ‘Negotiatie tot Brussel’ in 1656 en 1657. (No. 578 v.d. Cat.)Ga naar voetnoot1) |
3. | Verbaal van Huygens' reis naar Orange, met vele brieven van H. en anderen. 5 dln. fol. (No. 593 v.d. Cat.)Ga naar voetnoot2) |
4. | Brieven van Hare Hoocht. aen mij inde Commissie van Oranje, enz. 1661-1665. Met eenige brieven van anderen. 1 dl. fol. (No. 593 v.d. Cat.)Ga naar voetnoot3) |
5. | Lettres de Constantyn Huygens à Mr. Rivet. 1 dl. fol. (No. 357 v.d. Cat)Ga naar voetnoot4) |
6. | Lettres de Grands à moy. 2 dln. fol. (No. 664 v.d. Cat.) |
7. | Brieven van Luyden van staet in de Vereenighde Nederlanden aen my. 4 dln. fol. (No. 663 v.d. Cat.) |
8. | Lettres de hauts officiers militaires des Provinces Unies à moy. 1 dl. fol. (No. 662 v.d. Cat.) |
Al deze HSS. zijn afkomstig van de verkooping, in 1823 gehouden, en of terstond of later in het Huisarchief geplaatst. Slechts 2 HSS., van diezelfde verkooping afkomstig, zijn nog niet teruggevonden, nl. 4 dln. der Domestica Principis (zie Inleiding, blz. XVI) en de Stukken betrekkelijk het huwelijk van Prins Willem den Tweeden met Maria, Princesse van EngelandGa naar voetnoot5). 1 dl. fol. (t.a.p.).
Andere HSS. van Huygens in het Huisarchief, niet van de verkooping in 1823 afkomstig, zijn:
Briefwisseling van Constantyn Huygens van 1629-1677. Losse stukken in portefeuille. Daarbij o.a. brieven van en aan Amalia van Solms en van Willem Frederik van Nassau. (No. 478 v.d. Cat.)
Briefwisseling van Huygens met Willem Frederik van Nassau over zijn huwelijk met Albertina Agnes. (No. 493 v.d. Cat.)
Stukken rakende de voogdye en de opvoeding van Syne Hoogheyt den Heere Prince van Orangien Wilhem Hendrick de 3de, seedert den jaere 1650-1661. In 1 dl. en 1 portef. (No. 551 v.d. Cat.)
Commissie voor Constantyn Huygens als Raad en Reekenmeester van S.H. Prince Wilhem Hendrick minderjarigh, 29 Nov. 1651. In 1 portef. (No. 550 v.d. Cat.)
Briefwisseling en rapporten van Jacob van Campen en Constantyn Huygens aan Amalia van Solms over de stichting en den bouw en vooral over de ordonnantie der schilderwerken van de Oranjezaal. (No. 558 v.d. Cat.)
Orders van Prins Willem III aan zijne onderbevelhebbers bij het leger te velde in den oorlog van het jaar 1672. Ter ordonnantie van Zijne Hoogh. mede geteekend door Huygens. In 1 portefeuille. (No. 633 v.d. Cat.)Ga naar voetnoot1)
Lettres du Sieur de Petersdorff à Mr. Huygens, 1633 en 1634. 1 dl. fol. (No. 686 v.d. Cat.)
Blz. XVII. Het Departement van Buitenlandsche Zaken bezit ook stukken, die op Huygens betrekking hebben, uit de jaren 1662-1667; zij betreffen voor een groot deel zijne werkzaamheden voor het Prinsdom Orange. (No. 594 v.d. Cat.)
Het HS. der Sermones de vita propria op de Kon. Bibl. is niet van H. zelf (vgl. dl. VIII, 179).
De Kon. Bibl. bezit thans ook een bundel brieven in HS. van Anna Maria van Schurman, waarin zich 7 brieven en 4 Latijnsche gedichten van haar aan H. bevinden. (No. 733 v.d. Catal.)
De 2 HSS. van Hofwyck in het bezit van Mr. W.J. Royaards van den Ham te Utrecht, die in 1894 toevallig zoek waren (vgl. dl. IV, 266, Noot), zijn later weer toevallig te recht gekomen. Zij zijn den 20sten Oct. 1898 als No. 1185 der Collection Royaards van den Ham door J.L. Beyers te Utrecht in auctie gebracht en door de Kon. Bibl. te 's Gravenhage aangekocht. Zie de beschrijving en collatie der HSS. beneden.
Blz. XVIII. De Heer W.J. Huygens te 's Gravenhage is ook in het bezit van een afschrift van het Cluyswerck, hetzelfde, waarnaar Jonckbloet in 1849 het gedicht heeft uitgegeven. (Vgl. dl. VIII, 308, en No. 307 v.d. Cat.)
Het afschrift van de Tryntje Cornelis (vgl. dl. V, 48, Noot), vroeger
in het bezit der firma W.P. van Stockum te 's Gravenhage, bevindt zich thans in de Kon. Bibliotheek.
De Heer M. Mouton te 's Gravenhage bezit de Commissie voor d'Heer van Zuylichem als Raedt en Reeckenmeester van Syn Hoogh., gedateerd 21 en 22 Oct. 1651. (No. 549 v.d. Cat.)
De HSS. van gedichten, die mij nog ter hand zijn gekomen, nadat de verzen zelve al gedrukt waren, worden bij de tweede afdeeling der Aanvullingen en Verbeteringen opgenoemd.
Blz. XX. De uitgaven der gedichten.
I. Van de Verclaringh Vande XII. Artijckelen des Christelicken Geloofs is nog eene uitgave uit het jaar 1619, die van de eerste alleen hierin verschilt, dat onder de spreuk Constanter nog de woorden: Sequimur, non passibus aequis gedrukt zijnGa naar voetnoot1).
Blz. XXIII. VII. Achter de uitgave der Heilige Dagen van 1648 volgen de Geestelikke Door-zichten op Constantin Huygens Hailige dagen Beneeven een Kars-dagh aen den zelfden.
Latere uitgaven zijn nog: Constantin Huygens Heere van Zuylichems Heylige Dagen. Met een By-voeging der Geestelikke Door-zichten, Door Jan Zoet. (Vignet.) Tot Harderwyck, Gedruckt by Paulus vanden Houte, 1661. Langw. 8o.
De Helden Godes Des Ouden Verbonds, Dicht-kunstelijk verklaart Door J.v. Vondelen. Mitsgaders De Heilige Dagen Van C. Huigens. (Vignet.) Tot Gorinchem, Uit de Boekwinkel van David van Wesel, enz. In 't Jaar 1663. 8o.
Blz. XXIV. XII. De 2de druk van De Zee-straet is niet in 4o, maar in 8o.
Behalve de op blz. XX-XXIV genoemde werken zagen nog de volgende bundeltjes of gedichten gedurende H.'s leven afzonderlijk het licht:
Ingenuo iuveni Ioanni Dedel publice pro gradu Doctoratus de pignoribus et hypothecis disputanti. Ex pvris iambis. - Ad Illustrem Academiam Lugduno-Batavam. Heroicis. 4o. (I, 51, 52.)
Epithalame aux nopces de M.G. de Lyere, avec Mad.lle Marie de Leefdael. 1616. 8o.Ga naar voetnoot2) (I, 73.)
Larmes svr la mort de feu Monsieur Mavrice de Nassav: Qui mourut à la Haye le 5. de Iuin CIƆ.IƆ.C.XVII. 4o. 8 blz. (I, 98.)
Constantinvs Hvghenius, Illustrissimae Confaederatarum Belgii Provinciarum Legationi à Secretis, Academiae Oxoniensi perpetuum florere. In plano. (I, 262.)
Fr. Henrici celsissimi Arausionum principis, anni triumphales et quaedam alia epigrammata. 's Gravenhage, Ant. Tongerloo. 4oGa naar voetnoot3). (III, 33.)
Pyramis Proregis Hiberniae (= In eandem, III, 162). - Grafnaelt van 's Konings Stadthouder in Yrlandt. Onderaan: Vertaelt uit dit Latijn, eerst te Leiden gedruckt, by Abraham Elsevier. In plano. (1641.)Ga naar voetnoot1)
Het Hollandsche vers is van VondelGa naar voetnoot2).
Schip-breucke vande Heere Goethals. (Gedateerd: Oost-Eeckelo, Den 23. Sept. 1645.) Gedruckt in 's Graven-Hage, Voor Gijsbrecht Ernst .... 1645. In plano. (IV, 56.)
Hetzelfde vers onder het portret van Goethals, met het adres van S. Kloeting te DelftGa naar voetnoot3).
Pathodia sacra, et profana occvpati. (Vignet.) Parisiis, Ex Officina Roberti Ballard, vnici Regiae Musicae Typographi. M.DC.XLVII. Cvm privilegio Regis. 4oGa naar voetnoot4).
In Bibliothecam Groning.-Omland. ubi sceleta Anatomica abjecto loco detrusa. - Academiae Groning.-Omland. Damnum ex calamitate publica. - Groningae, Ex Officinâ Johannis Nicolai, Anno M.DC.XLVIII. In plano. (IV, 139, 141.)
Pastorum Hagiensium Icones. Lugduni Batavorum, Ex Officinâ Petri Leffeni, Anno CIƆIƆCLI. 4o. (IV, 256-260.)
Fortunata clades, quae in litore Sceverino contigit postrid. Cal. Ian. CIƆIƆCLIII. In plano. (V, 31-33.)
Gelvck aen de E.E Heeren Regeerders van Amsterdam In haer Niewe Stadthuis. - Tot Haerlem, Wt de Boeckdruckery van Pieter Casteleyn, 1657. In plano. (VI, 108.)
(In effigiem C. Duarti. VI, 113.) Het versje is gedrukt onder het portret van Duarte door Lucas VorstermanGa naar voetnoot5).
Op de Print van den onwedergaelicken Schrijver Lieven van Coppenol. (VI, 233, het 2de versje.) Gedrukt onder het portret van Coppenol door en naar Cl. Visscher, 1658Ga naar voetnoot6).
(In effigiem Henr. Brunonis. IV, 77.) Gedrukt onder het portret van Bruno door en naar Regnerus à Persijn, 1665Ga naar voetnoot7).
Sedige en Sielroerende Aenspraecke aen Juff.r Anna Maria van Schurman, om haer af te trecken van Jan de Labadie, Van den Autheur selfs uyt sijne Latijnse in Nederduytse Rijm overgeset. t'Amsteldam, By de Weduwe van Abraham vanden Burgh, Boeckverkoopster, enz., 1670. 4o. (VII, 304.)
Op de afbeeldingh der stede Delft, door bevel vande Hoogh-achtbaere Magistraet derselve uijtgegeven. (VIII, 162).
Epithalamium Guilielmi Henrici Arausii et Mariae Eboracensis Regiorum Principum. In plano. (VIII, 168.)
Epitaphium Nicolai Heinsii τοῦ πάνυ. In plano. (= In eundem, VIII, 267.)
Op de Print van Ant. Leewenhoeck. (VIII, 348.)
Blz. XXIV. Uitgaven na Huygens' dood.
8. Huyghens Eufrasia (Oogen-troost.) in De mannen onzer Vaderlandsche Letterkunde. II (Huyghens.) ten behoeve van Onderwijzers naar de beste bronnen bewerkt door Crito. Dokkum. J. Kromsigt. Z.j.
Huygens' Oogentroost. Voor 't Onderwijs en tot Zelfoefening, met Inleiding, Noten en Aanteekeningen, door A.W. Stellwagen .... Den Haag. De gebroeders van Cleef. 1888.
11. Korenbloemen .... Met Aanteekeningen van Dr. J. van Vloten. 2de druk, herzien en met vele aanteekeningen vermeerderd door H.J. Eymael. Zutphen, W.J. Thieme en Cie. dl. I.Z.j. (Klassiek Letterkundig Pantheon.) 12o.
12, 15. Zeestraat. - Uit de Zedeprinten. - Uit de Stedestemmen. - Uit de Dorpen. Uitgegeven en van eene inleiding en aanteekeningen voorzien door T. Terwey. Te Groningen bij J.B. Wolters. 1892. 8o.
15. Zedeprinten, Stedestemmen en Mengelingh van Constantin Huygens. Schiedam .... 1852. 12o.
17. Musique et Musiciens au XVIIe siècle. Correspondance et oeuvre musicales de Constantin Huygens, publiées par W.J.A. Jonckbloet et J.P.N. Land. Leyde, E.J. Brill. 1882. 4o. (Herdruk der Pathodia sacra, et profana occvpati, 1647.)
II.
Aanvullingen en verbeteringen in tekst, varianten en opgave der handschriftenGa naar voetnoot1).
Dl. I, 5 | In Argum quendam pauperem.
Dien titel heeft het ééne HS. (in het cahier, zie blz. 1, Noot) ten onrechte; het andere HS. heeft: In Argum quendam nomine. |
Dl. I, 5 | Idem quod supra.
vs. 3 Asserulos heeft het HS., lees: Asserculos |
Dl. I, 6 | De prodigo.
vs. 4 Prodigus lees: Prodigus, - vs. 5 Quaerere, lees: Quaerere |
Dl. I, 9 | Dialogus Luciani de Venere et Cupidine.
vs. 59 Hunc lees: Nunc |
Dl. I, 11 | Ex Graeco Bionis de Cupidine.
vs. 11 quassit heeft het HS., lees: quassat |
Dl. I, 12 | Amor fugitivus.
Een ander HS. van het gedicht is in het Britsch Museum, Add. MS. 22953, fol. 102. (Vgl. Dr. J.P.N. Land in de Versl. en Meded. der Kon. Akad. v. Wetensch., Afd. Letterk., 3de Reeks, II, 1884, blz. 55.) vs. 20 avis. lees: avis, |
Dl. I, 13 | Psal. XLVI.
vs. 1 Rebis lees: Rebus |
Dl. I, 15 | Ethopoeia Illustriss.mae Principis Louisae interfecto Marito.
vs. 41 Pepetior lees: Perpetior |
Dl. I, 16 | Q. Horat. Flac. Ode XVI. lib. 2. ad Grosphum..... vs. 9 fertile lees: fictile - vs. 17 cito lees: laeto - vs. 18 cantus lees: luctus - ni hic lees: nihil - beatu lees: beatum - vs. 24 deterunt lees: decorant |
Dl. I, 18 | Ὁδοιπορικόν..
vs. 19 abesse lees: adesse - vs. 123 alto lees: alte |
Dl. I, 26 | Strena. Vtrique Parenti, totaeque familiae, felix anni orientis initium optat C.H.
vs. 2 nidentem lees: ridentem - vs. 118 parcas heeft het HS., lees: Parcas |
Dl. I, 37 | Ode Constantini Huygens in analen suum ....
Het HS. heeft in den titel analem; lees: annalem |
Dl. I, 41 | Constantini Huygens carmen in diem natalitium, ad Patrem.
vs. 2 propero et lees: properas - vs. 7 Tela lees: Illa - vs. 29 fantis lees: tantis |
Dl. I, 46 | (Ad Mauritium Principem.)
vs. 19 Et lees: Vt - vs. 61 has heeft het HS., lees: hos |
Dl. I, 47 | 2de regel v.o. inde lees: Indae |
Dl. I, 102 | Academiae sacrum.
Het gedicht moet vóór de Larmes svr la mort de feu Monsieur Mavrice de Nassav (blz. 98) worden geplaatst. |
Dl. I, 125 | (Aen Dorothea van Dorp.)
7de regel v.o. voluntatis lees: voluptatis vs. 30 hop lees: hoop |
Dl. I, 129 | Aen Anna R(oemers).
Het gedicht is voor het eerst uitgegeven door Dr. N. Beets in de Versl. en Meded. der Kon. Akad. v. Wetensch., Afd. Letterk., 2de reeks, VIII, 1878, blz. 71. |
Dl. I, 130 | Constantin Huygens wenscht den Amstel-stroom geluck, welvaert en veel-vaert.
Een ander HS. van het gedicht was in het bezit van den Heer J.N. Scheltema te Amsterdam. - Het vers is uitgegeven door Dr. N. Beets, t.a.p., blz. 72. vs. 4 beseylt wordt dat HS.: wordt beseylt - vs. 41 in komt in dat HS. voor. - vs. 54 eenen reghel dat HS.: van haer een woordt |
Dl. I, 132 | Acrostique à Dam.le Agnes de Keteler.
vs. 4 en 3 v.o. Aitzema, 4o, I lees: Aitzema, 4o, II |
Dl. I, 140 | (Aen Anna Roemers.)
Het gedicht is voor het eerst uitgegeven door Dr. N. Beets, t.a.p., blz. 74. |
Dl. I, 161 | Grill off Haechsche herder-boeren-luyt-liedt .... vs. 73 quaem lees: quam |
Dl. I, 165 | (Aen Dorothea van Dorp.)
Het vers komt alleen voor in afschrift van andere hand. |
Dl. I, 171 | Tvrouwe-lof alias mans handt boven ....
Het gedicht komt nog voor in een afschrift van andere hand, waarin het dialect slecht is volgehouden en vele afwijkende lezingen voorkomen. Hier volgen alleen de belangrijksten. vs. 40 dochtmen afschr.: nochtans - vs. 135 tarme afschr.: boonen - vs. 187 starcker afschr.: beter - vs. 225 Soeckt afschr.: En - vs. 423 Sacke afschr.: Rocken |
Dl. I, 191 | Moeris. Thyrsis. Amaryllis. Ecloga.
De titel moet luiden: Amaryllis. Ecloga. Dan volgen op de tweede rij de persoonsnamen: Moeris. Thyrsis. regel 3 v.o. eliam lees: etiam |
Dl. I, 197 | [Sonnet aen Heere Constantin Huygens.]
vs. 1 met Hooft's Ged. (uitg. Leendertz): van - vs. 11 synre Hooft's Ged.: van |
Dl. I, 197 | Aen Heere P.C. Hooft.
vs. 9 op stem noch op Ot.: noch op Stemm noch |
Dl. I, 198 | [Weder-antwoord van den selven.]
vs. 7 groene Ged.: groener - vs. 12 door Ged.: doch |
Dl. I, 201 | [Behouden reis, naer Engeland door den Heere Drossart Hooft, aen mij.]
vs. 2 V Ged.: de - vs. 3 de stijven Ged.: te stijver |
Dl. I, 202 | (Aen Maeyke de Bie.)
Een afschrift van andere hand was in het bezit van den Heer J.N. Scheltema te Amsterdam. vs. 1 lipgies afschr.: lipgie - vs. 2 knipgies afschr.: knipgie - vs. 28 langs de afschr.: over - vs. 95, 97 en 99 immants afschr.: niemandts - vs. 101 oyt afschr.: noyt - vs. 102 schier by 't afschr.: by het - vs. 112 'tjaer afschr.: Jaer - vs. 113 'tlanghe afschr.: 't hooghe - vs. 114 recht afschr.: wel - vs. 149 't immer afschr.: immer - vs. 150 Van afschr.: Om |
Dl. I, 243 | Κερκυρκία Μάστιξ. Dat js 'tCostelijck Mall ....
regel 15 v.o. 8 Maart, lees: 16 Maart. |
Dl. I, 244 | vs. 27 hadt uitg. 1622: hadd' - vs. 454 'trijsen Ot.: 't prijsen |
Dl. I, 302 | Muyden, ick kom, hertgunt mij de gunst die 'ck langhe geleden
vs. 1 hertgunt lees: hergunt |
Dl. II, 42 | Vier en vlam....
laatste regel v.o. nie-getrouwde lees: nieu-getrouwde |
Dl. II, 63 | (Ad D.R. Thorium,) post obitum optimi Parentis Londinum reversus.
Het HS. van vs. 1-24 is teruggevonden. Op een paar plaatsen is verschil in spelling, en wel vs. 12 Batavi lees: Bataui - vs. 15 juvenem juventa lees: Iuuenem Iuuenta - vs. 16 gravem lees: grauem - vs. 17 rivi lees: riui |
Dl. II, 114 | Wijder gaept nu Brosterhuijsen
vs. 49 Veeghel-pluijsen lees: Zeeghel-pluijsen |
Dl. II, 170 | Ick doolde bijster-sweghs in 'tswartste van 'tonseker
Boven het gedicht moet als titel staan: (Vryery.) |
Dl. II, 176 | Op een S. van Diamanten mij door Sterre gesonden.
Een ander HS. van het gedicht is in het bezit der Maatschappij Elzevier; het heeft tot titel: Op ingesette Diamanten mij enz. - de titel was eerst: Aen Sterrens Diamanten - en den datum: Hag. Febr. 1627. vs. 13 kost dit HS.: most |
Dl. II, 184 | Gulielmus Nassavius N. ad Grollam caesus.
regel 10 v.o. 1629 lees: 1627 |
Dl. II, 216 | Sij stierf eerst, hij beproefd' een weinigh haer te derven reg. 2 v.o. Aan toe te voegen: Vgl. dl. III, 125. |
Dl. II, 228 | Ad Arn. Vinnium I.C. Iurisprudentiae contractae libros edentem.
Het gedicht is ook opgenomen in de eerste uitgave van Arnoldi Vinni IC. Ivris-prvdentiae contractae sive partitionvm Iuris Civilis Libri III. et IV. Varijs observationibus notisque perpetuis illustrati ..... Hagae-Comitis. Apud Viduam et Haeredes Hillebrandi Iacobi à Wouw. Anno 1631. vs. 7 verris, Vinni Vinn.: Vinni verris - vs. 9 Hac Vinn.: Haec |
Dl. II, 228 | In anteriorem Hagae sylvam (Het Voorhout) Principis nuper jussu frequentiori tiliâ consita.
consita in den titel, lees: consitam |
Dl. II, 229 | Een vergeten peerd.
Het versje is voor het eerst gedrukt in Verscheyde Nederduytsche Gedichten, I, 1651, blz. 354, met den titel: Op een paerdt dat sich selve op Stal verstondt. vs. 1 gaet slijten V.N.G.: vergaet schier - vs. 2 En 't V.N.G.: Het - en anders V.N.G.: doet anders - vs. 3 is hier uyt te V.N.G.: kundt ghy hier uyt - vs. 6 sich V.N.G.: 'em |
Dl. II, 231 | Grafschrift van Fijtje Reijers.
Het vers bestaat alleen in afschr. van andere hand. vs. 23 Eene lees: Een |
Dl. II, 233 | In albo Isaaci Gruteri, ex adverso D. Heinsij.
regel 6 v.o. munus lees: murus |
Dl. II, 239 | Ad Iesuitas, Trajecto expugnato.
regel 13 v.o. M.D., 80. lees: M.D., 78. |
Dl. II, 242 | Phyllis agnita. Ex Hispanis.
In den laatsten regel in te voegen achter Floresta Española: blz. 268.- Vgl. ook Mijn meisje sat bedeckt in een gesloten wagen (dl. IV, 159). |
Dl. II, 243 | Problema. Ex Hispanis.
reg. 8 v.o. in te voegen achter Floresta Española: blz. 126. - Vgl. ook Een geck bestond te vragen (dl. IV, 172). |
Dl. II, 247 | R. Honerdo viro summo C. Hugenius S.
regel 2 v.o. Nomenclastes lees: Nomoclastes |
Dl. II, 258 | Dagheraed.
Het vers is voor het eerst gedrukt in Klioos Kraam vol verscheiden gedichten. De Tweede Opening. Gedrukt te Leeuwarden, By Henrik Rintjus, .... 1657, blz. 361. vs. 2 daer oock om K.K.: daarom ook - vs. 4 bedd en K.K.: bedde - vs. 5 De K.K.: Die - vs. 8 spiedt K.K.: ziet |
Dl. II, 260 | Lied.
Het vers is voor het eerst gedrukt in Klioos Kraam, t.a.p., 365, met het jaartal 1626 (sic). vs. 3 Seght K.K.: Zeg - vs. 7 nijd K.K.: tijd - vs. 9 de K.K.: die - vs. 14 all dat dwalen K.K.: dat daalen - vs. 18 goed en soet K.K.: zoet en goedt - vs. 20 waers' K.K.: waer 't |
Dl. II, 266 | De bloessem.
Voor het eerst gedrukt in Klioos Kraam, t.a.p., 363. vs. 3 spoeijen K.K.: sproeijen - vs. 5 tack K.K.: dag - vs. 15 Onbeweghen K.K.: overmogen - vs. 25 om K.K.: tot - vs. 27 begeerten K.K.: begeerte - vs. 36 Daer K.K.: Waar |
Dl. II, 267 | Aen Ioff.w Tesselschade Crombalch met mijne vertalingen uyt het Engelsche dichten van D.r Donne.
Voor het eerst gedrukt in Klioos Kraam, t.a.p., 321, met den titel: Aen Juffrouw Tesselschade Krombalk. vs. 4 dochteren van 't K.K.: dochters van het - vs. 33 langsaem K.K.: lange |
Dl. II, 269 | Schreijende afscheid.
Voor het eerst gedrukt in Klioos Kraam, t.a.p., 360. vs. 15 treckt K.K.: trek |
Dl. II, 271 | De dood-gift.
Voor het eerst gedrukt in Klioos Kraam, t.a.p., 362. vs. 16 most K.K.: mogt |
Dl. II, 272 | De drij-dobbele geck.
Voor het eerst gedrukt in Klioos Kraam, t.a.p., 362. vs. 4 Sij K.K.: hy - vs. 8 verduijv'len en verlichten K.K.:... - vs. 12 pronckter K.K.: prachter - was 't K.K.: was |
Dl. II, 280 | Eidem.
vs. 1 Si lees: Sit |
Dl. II, 280 | Fanciullo nato, e poco dopoi morto.
regel 5 v.o. lees: 4) In 2 HSS. bij de Lat. gedichten. |
Dl. II, 282 | In avarum lusciosum exopthalmum.
Lees: exophthalmum |
Dl. II, 293 | In viri doctissimi et humanissimi I. Smithii penum antiquariam.
vs. 86 ore 1 HS.: aure |
Dl. II, 305 | Noch.
Lasch boven den ondersten regel in: 2) K.b., II, 149. |
Dl. II, 305 | Ensis Hispanus Calvarto dono datus.
Laatste regel 2) M.D., 92. lees: 3) M.D., 92. |
Dl. II, 308 | [Vlulas Athenas......]
Het teeken 1) achter den titel moet in 5) worden veranderd. Laatste regel II, 425 lees: 1655, II, 485. vs. 6 Barlaei Poem.: Carminibus sexum dic viguisse suum - vs. 7 Corinnas Poem.: Columbas - vs. 15 selectae Poem.: praeclarae - vs. 17 en 18 niet in de Poem. - vs. 19 clausum Poem.: totum - Hugeni, e Poem.: e docta |
Dl. II, 316 | [In tripudium regium.....]
vs. 7 en 8 niet in Barlaei Poemata. |
Dl. II, 324 | [Ad Constantinvm Hvgenivm.....]
vs. 13 Ac versipellem versibus Barl. Poem.: Nixumque centum fraudibus - vs. 69 mundus potest Poem.: quisquam volet |
Dl. II, 326 | [In eundem epigramma.]
vs. 5 tanto Westerbaen's Ged.: Iusto - vs. 6 Tundit Ged.: Trudit |
Dl. II, 327 | [Aen den Heere Constantin Hvygens.....]
Hooft schreef het vers in April 1625; vgl. zijne Gedichten, uitg. Leendertz, I, 240. |
Dl. II, 333 | [Op de Leedige Vyren van d'Heere Constantin Huygens Ridder.]
In Westerbaen's Gedichten, heeft het vers het jaartal 1624. vs. 3 't opgeboeyde sop Ged.: de gekloofde top - vs. 4 Van het gekloofde Steyl klimt Ged.: Van den Parnasser bergh reyckt - vs. 6 meer Lauriers Ged.: Laure-blaen - vs. 8 Ged.: Omdat van Helicon geen waeter meer en vliet - vs. 10 hebbelijcker Ged.: hebbelijcke - vs. 11 schoonste Ged.: puyck en - wiens rijmen niemand smaed Ged.: dien niemand en versmaet - vs. 12 haer Ged.: syn - vs. 14 die stroomen Ged.: dat waeter - vs. 15 het Ged.: dat - vs. 20 vlies en Ged.: vliesen |
Dl. II, 334 | [Om 't wtkomen der gedichten van den Heere Constantin Huygens.]
Het gedicht is zeker van Brosterhuysen (vgl. blz. 113, Noot) en bij toeval onder Hooft's papieren geraakt en in zijne werken opgenomen. vs. 15 Hem Hooft's Ged.: Diep - vs. 39 minbelijden Hooft's Ged.: minbekennen |
Dl. III, 7 | [C. Hugenio Neptunj et Amphitrites alumno.]
vs. 4 tumidas Barl. Poem.: medias |
Dl. III, 11 | C. Barlaeo ὕδραν τέμνοντι vires novas.
vs. 12 semimatres lees: semimares |
Dl. III, 11 | [Ἄριστον μὲν ὕδωρ. Ad Susannam Barlaeam....]
vs. 1 Plus audes, Barlaea, viris Barl. Poem.: Vicisti, Barlaea, viros - vs. 10 syrmate Poem.: murmure |
Dl. III, 12 | [Ad eandem. II.]
vs. 2 clara Barl. Poem.: magna - vs. 5 Cedo Poem.: Cedam |
Dl. III, 13 | [Ad Hugenium.]
vs. 5 esto, Barl. Poem.: isto - vs. 7 en 8 niet in de Poem. - vs. 16 tunc Poem.: jam |
Dl. III, 33 | Laborat apthis uxor insomnis, screat apthis lees: aphthis |
Dl. III, 33 | Fr. Henrici Princ. Aravsionvm anni triumphales.
Het gedicht is afzonderlijk verschenen met den titel: Fr. Henrici celsissimi Arausionum Principis, anni triumphales et quaedam alia epigrammata. 's Gravenhage, Ant. Tongerloo, 1637. - Het is ook gedrukt in Santenii Deliciae poëticae, 1796, blz. 322. vs. 15 fronte heeft het HS., lees: fronde vs. 1 Postquam res Batavûm Sant.: Vt rem Belgarum - vs. 14 relliqua turba Sant.: turba nec ulla - vs. 25 leui Sant.: brevi |
Dl. III, 40 | Ad Nicolaum Heinsium D.F. cum versiculis transmissis.
Het gedicht is voor het eerst gedrukt vóór Nicolai Heinsii, Dan. Fil., Breda expvgnata. Accedunt Epigrammata aliquot eodem auctore. (Vignet.) Lvgd. Batavorvm. Ex Officina Elzeviriana. Anno 1637, met den titel: Nicolao Heinsio, D.F. Hvgenivs S.P. - Het is later herdrukt op blz. 51 der Carmina adoptiva achter Nicolai Heinsii Dan. Fil. Poematum nova editio, prioribus longe auctior. ..... Amstelodami, Apud Danielem Elzevirium, 1666, met den titel: Nicolao Heinsio Dan. Fil. Constantinus Hugenius Zulichemius S.P. vs. 6 iturire Poem.: ire trita |
Dl. III, 45 | In eiusdem adhuc aegri versiculos invectivos de re pauci.
pauci lees: nauci |
Dl. III, 122 | Marini.
vs. 4 In lees: Is reg. 14 v.o. in te voegen: vs. 4 Is K.b.: In |
Dl. III, 123 | In albo I. Frederici Gronovij.
Een HS. van het vers komt ook voor in het album, dat tot opschrift heeft: Φιλομνήμων seu memoria faventium Johanno Frederico Gronovio Hamburgensi. Groningae XIII Kal. April. Julian. Anno J.C. CIƆIƆCXXXIV; het berust in de Kon. Bibliotheek. vs. 1 his album: eis - vs. 7 Dicam album: scribam |
Dl. III, 132 | Ad amicos Amstelodamenses mox adeundos.
vs. 22 nen lees: non |
Dl. III, 133 | Boven aan het blad staat 1638, lees: 1640 |
Dl. III, 135 | (Pro medicis, jocus.)
Het versje is gevolgd naar de Floresta española, blz. 1 (vgl. dl. IV, 159). |
Dl. III, 135 | (In Annam garrulam, edentulam.)
Naar de Floresta, blz. 219. |
Dl. III, 135 | (De creditore securo.)
Naar de Ftoresta, blz. 241. |
Dl. III, 135 | (Pauper in coenum lapsus.)
Naar de Floresta, blz. 336. |
Dl. III, 135 | (In ebriosum febricitantem.)
Naar de Floresta, blz. 321. |
Dl. III, 135 | Ut sint conjugii concordia sacra, maritus
Naar de Floresta, blz. 286. |
Dl. III, 135 | Irus ut effractas sensit de nocte fenestras
Naar de Floresta, blz. 200. |
Dl. III, 149 | Collare et tela singulari.
et lees: e |
Dl. III, 188 | Spiritus insomni lethargo cessit; Amici
Boven het versje moet als titel staan: (Epitaph. lethargo extincti.) reg. 11 v.o. lees: 1) M.D., 169. - Bij vs. 2 in marg. enz. |
Dl. III, 196 | Constantini Hugenj a Zuylichem ad Dvisbergam, Gerardi Mercatoris urbem natalem παράκλησις.
Op verzoek van Gisbertus Mercator, den secretaris van Emmerik, maakte H. den 24sten Dec. 1648 een paar veranderingen in dit vers. (Vgl. zijn brief van dien datum aan G. Mercator; Epist. Lat.) vs. 5 Ciuis unicus probe later: unus Atlas incola - vs. 7 Calamitati publicae et patriae later: Felicitati publicae tristi rogo |
Dl. III, 204 | Van Ian en Trijn.
reg. 9 v.o. 1) M.D., 164. lees: K.b., II, 164. |
Dl. III, 204 | Haga.
Er is nog een 3de HS. van dit versje, alleen met het jaartal. vs. 2 ipsa dit HS.: quaeque |
Dl. III, 205 | Ian schickt sich wel in zee
Ook in afschrift van andere hand. vs. 1 in afschr.: ter |
Dl. III, 209 | Wijsheid schaers.
Ook in afschrift van andere hand. vs. 2 in afschr.: in 't |
Dl. III, 211 | Aen Ioff.w Utricia Ogle.
Het vers is voor het eerst gedrukt in Verscheyde Nederduytsche Gedichten ..... II, Anno 1653, blz. 35. vs. 2 soeten keur van V.N.G.: wonderlicke |
Dl. III, 212 | Vande selve.
Het versje is voor het eerst gedrukt in Verscheyde Nederduytsche Gedichten, t.a.p. |
Dl. III, 213 | Uyt het Engelsch. Aen Ioff.w Utricia Ogle.
Voor het eerst gedrukt in Verscheyde Nederduytsche Gedichten, t.a.p., 37, met den titel: Op Joffr. Ogles zingen. vs. 5 sweert V.N.G.: seght - vs. 6 Ick V.N.G.: 'k - samen V.N.G.: te samen - vs. 7 groot V.N.G.: soet - vs. 9 bey V.N.G.: twe |
Dl. III, 214 | Onder haer gesangh.
Voor het eerst gedrukt in Verscheyde Nederduytsche Gedichten, t.a.p., 36, met den titel: Op haer singen. vs. 5 ooghen V.N.G.: Oogh |
Dl. III, 219 | [Ad Tesselam, cum fraga illi mitterem.]
vs. 1 sapidissima Barl. Poem.: dulcissima - vs. 2 en 3 niet in de Poem. - vs. 6 suavior hospes oles Poem.: gratior esse soles - vs. 7 plus mille, sed insons Poem.: sapidissima, sed tu - vs. 8 satis Poem.: sapis - vs. 9 en 10 in de Poem. achter vs. 12. - vs. 12 sola Poem.: saepe - vs. 13 en 14 niet in de Poem. |
Dl. III, 222. | Onschuld.
Ook in afschrift van andere hand. vs. 3 'tbedrogh afschr.: bedrogh |
Dl. III, 222. | (Ian en Trijn.)
reg. 2 v.o. K.b., II, 161. lees: K.b., II, 160. |
Dl. III, 222. | (Ian en Griet)
laatste regel, K.b., II, 161. lees: K.b., II, 160. |
Dl. III, 246 | De Groenmerckt.
8ste reg. v.o. in te voegen: De serie Haga vocalis is in het Nederlandsch vertaald met den titel: Het sprekende den Haag van Constantijn Huygens. Uit het Latijn vertaald door W. Meyer. (Vgl. Haagsch Jaarboekje voor 1898, blz. 67-96.) |
Dl. III, 278 | Air dans ma Pathologie.
Pathologie lees: Pathodie |
Dl. III, 278 | Le reveil de Calliste. Aubade. Air dans ma Pathologie.
Pathologie lees: Pathodie. |
Dl. IV, 3 | Cinna solitarius.
vs. 1 Quarenti lees: Quaerenti |
Dl. IV, 5 | Aen den H.r Caspar Barlaeus, Doct.r in medicine .....
reg. 4 v.o. K.b., II, 170. lees: K.b., II, 172. |
Dl. IV, 7 | Ad Nicolaum Heinsium Spadâ reducem.
Het gedicht is ook gedrukt op blz. 52 der Carmina adoptiva achter Nicolai Heinsii Dan. Fil. Poematum nova editio .... 1666. Het heeft daar den titel Aliud en tot onderschrift: Nicolao Heinsio Magni Danielis filio Eburonibus et vitae angustiis reduci accinebat C. Hugenius. |
Dl. IV, 22 | Uijt mijn Latyn beginnende .....
vs. 7 çappeloos lees: cappeloos |
Dl. IV, 26 | Ad ecclesiam Romanam.
vs. 1 paetiosa lees: praetiosa |
Dl. IV, 31 | Aan Ioff.w Tesselschade Visscher .....
Aan lees: Aen |
Dl. IV, 44 | Trijn seij Ian hadd belooft hij souwse drijmael kussen
Ook in afschrift van andere hand, met den titel: Trijn en Ian. |
Dl. IV, 51 | Neel wierd het Houwelick voor een' vreughd aengepresen
Ook in afschrift van andere hand, met den titel: Bedroge Neel. |
Dl. IV, 53 | Neel klaeght, daer komt geen slagh van vrijers voorden dagh
Ook in afschr. van andere hand, met den titel: Neels beklagh. |
Dl. IV, 68 | Seght Maeij het minste woord, s' is vaerdigh met haer lijf
Ook in afschr. van andere hand, met den titel: Lichte Maeij. |
Dl. IV, 70 | Griet is een Christen mensch, en leeft gelyck een swijn
Ook in afschr. van andere hand, met den titel: Van Griet. |
Dl. IV, 77 | In effigiem Henr. Brunonis.
Het versje is ook gedrukt onder een portret van Bruno door Regn. à Persijn, 1665. (Vgl. den Catalogus der Huygens-tentoonstelling, No. 406.) |
Dl. IV, 85 | Euphrasia. Ooghen-troost aen Parthenine ....
reg. 5 v.o. Claud. Mamerc. lees: Claud. Mamert. |
Dl. IV, 121 | In F. Spanhemij rectoratum magnificum.
reg. 4 v.o. door lees: om |
Dl. IV, 144 | Templum Buerkerck, cuius in coemeterio gramen succressere negant.
succressere lees: succrescere |
Dl. IV, 145 | In (Schurmannae) Pinacothecam.
Het versje moet vóór de beide vorigen worden geplaatst. |
Dl. IV, 146 | Templum D. Catharinae.
Het versje moet aan het vorige voorafgaan. |
Dl. IV, 150 | In meditationes posthumas Caroli Regis Magnae Britanniae.
reg. 17 v.o. Her boekje lees: Het boekje |
Dl. IV, 233 | Daer leijt een Vrij'er in dit Graf
Ook in afschr. van andere hand, met den titel: Grafschrift. vs. 4 Hemel afschr.: Heere |
Dl. IV, 249 | Twee Taerten, twee Taerten
Ook in afschr. van andere hand, met den titel: Aen Ioff.w Maria Casembroot op haer verjaeren. |
Dl. IV, 250 | Wat waer een' Taert voor soo veel Blommen
Ook in afschr. van andere hand, met den titel: Noch. |
Dl. IV, 257 | Auriacae dum Tutelae sub judice lis est
vs. 2, 4 en 6 moeten iets inspringen; het zijn pentameters. |
Dl. IV, 261 | Le Sophiste resveur me dira ce qu'il veut
Het versje behoort hier niet; het is den 10den Mei 1655 geschreven en dan ook in dl. V, 190, afgedrukt. |
Dl. IV, 265 | Mijn pyramide op Hofwijck om veer. 2. Sept. 1651.
vs. 2 den lees: der Aan regel 9 v.o. toe te voegen: Zie vooral vs. 779-783. |
Dl. IV, 266 | Hofwyck. |
Het klad van het gedicht (zie blz. 14) is door H. zelf geschreven, met kleine letter, zoodat het in het geheel slechts 32 bladzijden beslaat Bovenaan staat de datum: 26 Maij 1650, in marg. bij vs. 253: 14 Aug. 1651, bij vs. 1189: 21 Oct. 1651, bij vs. 1582: 4 Novemb. 1651. Zuylichem, en bij vs. 2395: 30 Nov. 1651. Aan het slot van het gedicht staat de datum: 8 Decemb. 1651, de woorden: Deo gloria in aeternum, en de mededeeling: Postremos 78. versus uno spiritu fundebam. Te recht zeide dus Constantyn H. Jr. in zijne opdracht van Hofwyck aan zijne tante Geertruyd Doublet (zie dl. V, 306), dat zijn vader er niet meer tijd aan had besteed, ‘als de brockelingen van vier der druckste maenden die hy beleeft heeft’, nl. tijdens de beslommeringen wegens de voogdij van den Prins. Bij het klad behoort een titel, door H. zelf geschreven, die luidt: Vitaulium Hofwyck. Hofstede vanden Heere van Zuijlichem, onder Voorburg. (Plaats voor een vignet.) Tot Leiden Bij A. en I. Elzevier. CIƆIƆCLII. met Privilegie. Daaronder zijn 5 verschillende teekeningetjes voor het vignet, elk met het woord: Constanter. Daarbij de spreuk: Simul et jucunda et idonea dicere vitae Hor.
Het net van Hofwyck is een afschrift van andere hand. De Latijnsche noten zijn door H. zelf geschreven op de opengelaten zijde van het blad. Een paar keeren heeft H. in den tekst eene verbetering aangebracht. vs. 181-201, door H. zelf geschreven, zijn tusschen de bladen ingelegd. Naar het afschrift is de eerste uitgave van Hofwyck (1653) gedrukt.
Het voorwerk is aan dit afschrift toegevoegd. De opdracht (vgl. dl. V, 305) is van de hand van Constantyn H. Jr., Aen den Leser; voor de By-schriften (V, 16) is van andere hand - wij missen dus daarvan het HS. - Aenden Drucker (V, 19) is door H. zelf geschreven - van dat versje bestaan dus 2 HSS. - de lofverzen van Graswinckel, Westerbaen en Bruno (V, 306-316) zijn in het HS. dier dichters zelve. Of het vers van Boxhorn (V, 316) het handschrift van den Leidschen geleerde is, weet ik niet. Al deze lofdichten en de beide kleinere verzen van H. bieden geen verschil van lezing, behalve op twee plaatsen, die later zullen worden aangewezen.
Hier volgt de collatie van het klad van Hofwyck. Waar dat HS. afwijkt van den gedrukten tekst (dl. IV, 266, vlgg.) in spelling en interpunctie, is de lezing van het HS. opgegeven. Verschil van lezing is aangewezen door gespatieerde letters.
vs. 1 'tHof - vs. 2 'tleven, - vs. 3 taey? De - luydt - vs. 5 tyd - vs. 6 'Khebb - bend'er - gebeten. - vs. 7 'tslyten - aen. - vs. 9 pluijsen - vs. 10 'tschielicke - vs. 11 'tschielicke - vs. 12 myn - vs. 13 syn' stichter - vs. 14 wycken - soud - vs. 19 moeyte - vs. 23 rijmen - vs. 24 Penn verouw. - vs. 25 'Kwill Hofwijck, - 'kwill Hofwijck, - vs. 26 Vreemdeling - vs. 28 struijck - Hier, - vs. 29 Hofwijck - Puijn - vs. 30 Hofwijck - bloeijen - vs. 31 Ia, - oijt ijet - mijn' - vs. 32 Iaren - ouderdom - vs. 33 Noord-holland, - vs. 34 Kleij, - Sandje! - vs. 35 'tCoets-pad, - 'twater, - een - vs. 36 off - vs. 38 Vee, - voorde jaghers, - vs. 39 lagh - vs. 41 Spoor - vs. 42 Weij: - 'tNoordelick - vs. 43 Weij - Kroft, - 'tspoor - vs. 46 kleij - mij - vs. 47 stommeling, sij - vs. 49 Kroft - Boomen, - vs. 50 sij - wel ge-Elste zoomen. - vs. 51 sijn' - 'tWilde - vs. 52 Een hier: En - ondernam. - vs. 53 geene alinea. - ouders, - vs. 54 'tverkrachten - vs. 57 Gekluijstert - vernuften. - vs. 59 on-werck; - vs. 60 ongelijck. - vs. 61 Verweven - allen. - vs. 62 letter-volck, - Kryghsluij - vs. 63 'tgeluckelick, - vs. 64 eigen - huijsgesinn - vs. 65 mij - vs. 66 Quamt - mijn - vs. 67 hadd - vs. 69 docht papieren-blad - krijgen - vs. 70 bleefs ruijm - vijgen, - vs. 71 verkladd - mijn' - hing, - vs. 72 ding - vs. 74 vrouw - vs. 75 'Ksagh - 'tslyck - vs. 76 mall - vs. 77 dood - leven. - vs. 79 mij - 'twas - papier. - vs. 80 ijet - 'twas - vs. 81 wagen, - vs. 82 sij - twijffelen - vs. 83 twijffelden - mijn' - vs. 85 mijne - vs. 86 versnijen, - snipperen - vs. 87 mijn - mijn, - 'tvat; - vs. 88 Land-heer hadd - wils, - onderwijser - vs. 89 Konst - vs. 90 mijn' - vs. 91 vast, - vs. 92 ijet lichamelyx - 'tswart - staen, - vs. 94 'thoofd - vs. 97 Voor-raed - vs. 98 mijn - vs. 99 geene alinea. - Menschen-macht - allerleij belang, - vs. 100 sijn' - lang. -
vs. 101 vergeefsch. - 'tlang - sijn' - vs. 102 magh - vs. 103 niet. - vs. 104 syn - uyt - doorsiet. - vs. 105 'twerck - vs. 106 beswijmt - vs. 109 raecktmen - weeghs - 'tsoecken - veel wegen, - vs. 110 altyd - noijt - vs. 112 huijsken - vs. 113
'tafliep - syn' - vs. 114 Syn' - syn' - vs. 115 ijemand - jeught - vs. 117 Niewigheid - vs. 118 werck hier: Wercks - begeven, - vs. 119 Waerop - vs. 120 Daervan - beken 't) - vs. 121 'tkind - 'tis - 'tgroeijen, - vs. 122 'tbloeijen - 'Khebb - bemoeijen - vs. 125 wysen, - vs. 126 waeren. - vs. 128 duijvelsbrood, - gebracht. - vs. 129 will - mij - betreden - vs. 130 ons - geleden. - vs. 131 'Kwill - mijn' - vs. 135 schijnt - vs. 136 zij - bij - vs. 137 Hofwijck - wij zyn - vs. 138 naerden - wij - vs. 139 wij Hofwijck - 'tgroot - vs. 140 'tschoone dorp - Steetje, - vs. 141 aensienlyck - vs. 142 naer de - bij Roeden - Treden; - vs. 143 aenden - vs. 144 'teind - 't oogh hier: men - vs. 145 Een - schick'lickheden; - vs. 147 Middelmaet, - vs. 148 stijf, - rouw, - vs. 150 vermeeren; - vs. 151 maeckt, - vs. 154 saeghbaer - vs. 155 in de - vs. 157 saeghbaer - waghen - vs. 158 Mijn - mijn' - vs. 159 'theet, - voort hier: voor - poot-geld - vs. 166 kinds-kinderen, - vs. 161 wasschen: - vs. 162 Ondanckbaer' - wasschen: - vs. 164 'tleven - syn - vs. 165 geene alinea. - uijt, - dulden: - vs. 166 onschulden: - vs. 167 buijten - wett: - vs. 168 sijn - ontsett. - vs. 169 mijn - vs. 170 Hij - vs. 171 volgt ouderdomm - vs. 173 Maer, - vs. 174 mijn - vs. 175 man - 'tvechten werdt - vs. 176 in de rij - man - vs. 177 drijven; - vs. 178 verschijnen - ontlijven; - vs. 179 twaer - wij - zijn, - vs. 180 waers', - pijn. - vs. 181 'tallgemeene lijden - vs. 182 's vaderlands - verderf hier: bederf - tijden - vs. 183 'teewighe - voorsienigheid; - vs. 184 'tgeseit - vs. 185 Bij, - sien, seggen - seggen, doen - vs. 186 'tselfde - vs. 187 zij, - vs. 189 broeijt - een - vs. 190 thiende-penning-dwang, - wegh, - vs. 191 syn' - vs. 192 drijfv - rad, - vs. 193 gevoelen, - vs. 194 'tonse koelen - vs. 195 zij - weer - vs. 196 geen will, - vs. 197 'tniet - vs. 198 stond; - vs. 199 't vaderland - zyn - voorsorgen uijt, - vs. 200 schuijt. -
vs. 201 zyn - vs. 202 'tBosch - naerby - geven, - vs. 203 byds - 'tVoorhout, - vs. 204 'thooge - 'tMast - Hout. - vs. 205 mij - vs. 206 't Eickenloof - linden-blad - vs. 208 'tselve - 'tselve - vs. 209 buygh - myn' - vs. 210 Houtgewasch - vs. 211 'tmijne - 'tzijn Iofferen - 'tLand, - vs. 212 Myns vaders - vs. 213 'Ksegg Iofferen, - 'kmochts' - vs. 215 Hofwijs: - vs. 216 rijs; - vs. 217 stonden - vs. 218 gronden. - vs. 220 Maeghden, - vs. 221 'Klaet - vs. 223 krijghter - sulck' en sulck' - vreen, - vs. 225 geene alinea. - t'huijs - vs. 226 mij - vs. 227 uijt - Wald, - vs. 229 thuijs, - byde dieren - vs. 234 mijns gelyck; - vs. 235 passens' - 't gemack hier: 't gerack - voedt - vs. 236 Bruijntjens - mijn' Wijfjens - vs. 237 mij - beluijmen, - vs. 238 Landsheer, - pluijmen; - vs. 239 wij - 'tbeswaren vanden - vs. 240 'tkoud, wij - nijpen - vs. 241 Iaergetyden: - vs. 242
maend; wij - lijden - vs. 243 uijt end - vs. 244 'tstercke - nauw 'Somers uijt - staet. - vs. 246 'tfelste - vs. 250 kruijsweeghs - mijn - vs. 252 oyt - vs. 253 zij hier: rij - schicken? - vs. 254 vrouw, - van hier: af - verschricken; - vs. 256 't keelgat - speelt eerst: maeckt - heer. - vs. 257 swygh - vs. 258 gebruyck - vs. 259 'Khebb - 'tCruijs - gelyck - noemt. - vs. 260 ghij - mij - vs. 261 ghij - naerden - vs. 263 eicken - vs. 266 Syn' meester - vs. 267 in de - vs. 268 Kleedsel - vs. 269 zynde, - zynde, - vs. 271 'tsteilste - vs. 272 Sijn - vs. 273 mij wederzyds - vs. 276 'tkantjen - 'tverdriet; - vs. 277 'tkantjen - vs. 278 geve mij - vs. 280 ijemands - vs. 281 lyden; - vs. 282 hy 'tlyden - mij verblyden - vs. 283 'tniet - vs. 284 vuyst, - kant, - vs. 286 Syn' - gelyck - vs. 287 hemel - vs. 289 Eiland ryck - vs. 290 mij - daerin - vs. 291 mij - vs. 292 hout, - uijt - vs. 293 't Zuijen, - vs. 294 van de - buijen; - vs. 295 en hier: in - vs. 298 zee - keilen - vs. 300 myner stranden -
vs. 301 'tswart - vs. 302 mij - myn' - vs. 303 'tgeschrobb - vs. 306 gelyck - vs. 307 syn lyf. soo - vs. 309 natuer, - vs. 310 wederstrydighe - 'tstrydighe verstercken; - vs. 311 'twater - vs. 312 werdt - 'tSomerveld verheidt. - vs. 313 mijn Kluys - Kluysje, - vs. 314 myn - huysje; - vs. 315 buijten - bang, - vs. 316 'tbuijten - in den - vs. 317 mij - ruijschen, - vs. 319 mij - sy - vs. 320 lyde's - vs. 322 Weide - vs. 323 all - werld, - vs. 324 oft - vs. 325 duijsend - Houts - mij - vs. 326 mij - vs. 328 geleit! - vs. 329 mijn' - vs. 330 neemt - vs. 331 wij - vs. 332 vreughd en, - verand'ren, - vs. 334 mij - berouwen: - vs. 335 Gelyck - vs. 336 hij 'tander - vs. 337 'teerste syn - vs. 338 Bey - vs. 341 mij - kercken - vs. 342 druijpen - vs. 343 gelyck 'twasch - Bije, - vs. 344 Syn maker, - 'tveel - 'tsie; - vs. 345 duijster - 'tgroen, - inden duijster; - vs. 346 duijster, - vs. 347 t'huijs - deckt - vs. 348 een - vs. 350 uyterste - vs. 351 'tminste - vs. 353 soetigheden - vs. 354 reden, - vs. 357 'tis - Ick hoorder - spreken, - vs. 359 geplant - vs. 360 Syn' - vs. 361 gelijckeniss - vs. 362 hij - vs. 363 vande Cuijp - zee-natt - vs. 365 hij - vs. 366 sijns hier: syn' - vs. 367 'tis - Loterij; - vs. 368 veel. Noch - vischer - vs. 369 bij - dragen. - vs. 370 mij - vs. 376 Syn - verkracht - vrouwvolck aen. - vs. 377 kalck, bij - vs. 378 Bij - Ayuijn - vs. 380 deughd - wetenschapp, - gebruijck. - vs. 381 wij - 'tgroen - vs. 382 wij - vs. 384 wij somtyds ijet - oft - vs. 385 wij somtyds - vs. 386 buijtelen - vs. 387 'tweet, - vs. 388 hij - vs. 389 lichtelijck - goede - vs. 390 webb - vs. 391 vodderij. - vs. 392 visscherij, - vs. 393 Een - peerel, - vs. 395 Iae, - 'tstadigste; 'tschijnt - vleesch - bloed - vs. 396 all - ebb - vloed: - vs. 397 jock - vs. 399 de - vs. 400 'twispeltureloos - 'tlest. -
vs. 401 mijn - vs. 402 voorbij - ooren. - vs. 403 'Kspreeck - nachtegael; - sijn' - vs. 404 geschals and. lez.: getiers - vs. 406 langher - vs. 407 een, Utricia, - vs. 409 mij - vs. 410 nachtegalen - vs. 411 morgenstond - sterren - vs. 412 veld - vs. 413 gesagh; Aensienlixte - vs. 414 heb - vs. 415 ghij - vs. 417 hou, - vs. 419 hou - vs. 420 hebb - velerhande - vs. 421 ghij - Olyfanten - vs. 422 dromedarisen - kemels - vs. 423 vercken - vs. 425 eertyds - 'tspel - vs. 427 'tvercken - vs. 429 menighmael - vs. 431 'tonlydelick - vs. 432 mensch-gelijck - dat's, menschen - vs. 433 in den - 'therte, - vs. 435 'tgat uijt, - vs. 436 een - vs. 437 in de - vs. 438 een' - naerde - vs. 439 boven-aerdsche - vs. 440 Stadt - vs. 441 onmin - swagerschapp - vs. 444 'tscheel - sy vrolick - blij. - vs. 445 'tgeselschap - wij - vs. 446 Sij - vs. 447 'teewigh - vs. 448 'tis - vs. 449 zyns' - 'thoogste - vs. 450 deselve - vs. 451 verw - vs. 454 ghij, - *** hier: Casembroot, - 'thoofd - vs. 455 reden hier: wijsheid - 458 'tuw - vs. 459 ghij - van áen - vs. 460 houds kool - vs. 461 ghij - luyt - boogh - vs. 464 Sij - mij - ziel - lijf. - vs. 465 'twalgelick - vs. 466 Ghij - eigen - eigen - vuijlen; - vs. 467 Ghij - vs. 468 haer - vs. 469 ghy - 't seggen; - vs. 471 uw - vs. 472 vermaeck - vs. 473 tuschen - vs. 475 zyn - t'huijs: - ghij - vs. 476 verdraghlicks - vs. 477 En, - vs. 478 ijets - vs. 482 sulck een - vs. 483 en, - vs. 485 'tsterck - 'tlieffelick - vs. 487 Bosch: het - vs. 488 eigen - vs. 489 geseght: Off - Logen, - vs. 490 Off - Witt - af gevlogen. - vs. 491 Heij! - vs. 492 noorden van den Wegh. - vs. 493 'tZuijd-west, - vrouwen, - vs. 494 Leenvolger van den - vs 495 hoonaerts - vs. 496 vaders - uijt syn - vs. 497 tuijghen; - vs. 498 pijl - koker - buijgen, - vs. 500 vader - soon en soon - vader -
vs. 501 menschen-vlees - vs. 502 doel - vs. 503 heiligh - lyden - pijn, - vs. 504 li'en, - vs. 505 Veel - willen se - vs. 506 Myn - mijn Berg - vs. 507 een - versaeckt' - vs. 508 een een - pijl gelyck - wild' - vs. 509 voorde - 'tis - vs. 510 'tvierkant - ghissen; - vs. 511 pen - vs. 512 vergh: - vs. 513 ghij veeltyds - 'tis - vs. 515 een Niet hier: als Niet - spiegeltjen, een - vs. 516 'tmaer - 'tis - vs. 517 wij - syn' wetten, - vs. 519 'theiligh witt: - vs. 520 Hy - gerechts - medoogens - vs. 521 syn mensch, - vs 522 wis - vs. 523 liever, - vs. 524 hij - 'tgebreck - vs. 525 gelycken - vs. 527 man - dwaelt - vs. 528 syn' - syn' - vs. 529 syn - wij - vs. 530 'tis - schutt-genoten, - vs. 531 wij - vs. 532 kerck, - vs. 533 hij leefde - vs. 534 syn - vs. 535 Hij - hij - vs. 538 wij - lijfv, - 'tniet - 'tleeren; - vs. 539 Meijerij: - vs. 540 weijerij; - vs. 541 wett seght - wij - teertjens; - vs. 542 bij, 'tis - vs. 543 hij: - vs. 544 onnoosel - topp -
vs. 545 gelight: zyn - vs. 546 'toogh. - wij - vs. 548 'tis ijeder - syn stuck - vs. 549 nijdige - vs. 550 sijn - syn' - vs. 552 'tseggen - uijt - vs. 553 vreugden, - vs. 554 nijd-blein - vs. 555 struycklen bij - vs. 556 'tniet - wij - vs. 557 ongerechticheid - vs. 558 Wij - vs. 559 'tgelacch - vreughd, - vs. 560 getuijmelt - vs. 561 syn - syn' - syn' Boogh, sijn Ooghen, - vs. 562 taeye - vs. 564 geschiedt - schael - vs. 567 benauw: - ghij mij - vs. 568 mij - siet: - 570 Ooren - vs. 571 'tbeviel.) Och - 'tis - vs. 572 mij - oyt - is. - vs. 573 en - mij - vs. 574 mij berghde - vs. 577 segh - vs. 579 vooroordeel - pad. - vs. 580 'Ksie - vs. 581 'tgroote - 'ksie - vs. 582 Ofts' uyten hemel - daken. - vs. 583 'Ksie - geluckighe, - 'tsoo - vs. 586 Sy - sij - Iava - vs. 587 Iava - vs. 588 menschen-mijmering, - mij - vs. 589 wijsen - vs. 590 heer - 'tvoorste - leer-jaer; - vs. 591 tyds: 'tis - fraeij. - vs. 592 'Kstoof - een' - Papegaeij. - vs. 593 Buer-volck, - moeyt - vs. 594 Bergh-werck - vs. 595 Ghij - 'tvlack - niewicheit - 'thoogh - vs. 598 mij - vs. 599 uytgeseit, -
vs. 601 'tverhael: - vs. 602 quijnend wesen, - vs. 603 'tgraf - vs. 604 Myn' - riepen moord van 'tschadelick - vs. 605 uijt - vs. 606 'tSand - vs. 607 hell, - vs. 608 brandt na haer - Kool - vs. 610 kruijnen - vs. 611 uijt: 'ten - vs. 614 pilaren - eicken, - vs. 615 syn - vs. 616 sijn - uijt - Sinn - vs. 619 'tblinde - vs. 620 vuijle - vs. 621 Sijn - 'tvergift - uijt - vs. 622 mijne - bij: - wagens - paerden, - vs. 623 Bij - mij - vs. 624 mijn lust - vs. 626 vuijl? - vs. 627 'ten - 'tmeester - vs. 628 Myn' - vraeghden - vs. 629 'kmost - roeyde: - vs. 630 groeyde. - vs 631 most hij - vs. 633 hij - 'tspoor - vs. 634 hij wass'er, - vs. 636 werdt - vs. 639 zij, - 'tvan mij - vs. 640 'tinnerst - schoon-schijn - vs. 641 buijten - mij - vs. 642 matelieven; - vs. 643 hij - verrader-lijck; - vs. 644 schaemte: - ghij - vs. 645 's werelds - vs. 646 menschen - mijn - vs. 647 onrecht - schijn - vs. 649 sand ghij - vs. 651 Berghjens - ghij - zyn - 'tseerst, - vs. 652 'tlacchter - vs. 654 'tisser sorghelick - vs. 656 'tvriendelick - vs. 657 'tmeissie - als - uijt - vs. 658 'tBruijlofts - ghij - buijt - vs. 659 klagen, - vs. 661 selfs - vs. 662 voorde mans, - vs. 663 Sand - vs. 664 ghij - soudt - vs. 665 buijgen - vs. 667 veeltyds, - veeltyds - aerd - vs. 668 ghij - Achter vs. 668 moeten de 4 volgende regels worden ingelascht; zij staan in margine van het HS., maar met een verwijzingsteeken naar vs. 669.
vs. 669 'tgroen - Roodenbergh - vs. 670 Van - uijt - vs. 671
mijn - vs. 672 Kyckers, - vs. 673 'kvermoeijde land - vs. 674 kyck, kijck, kyck, - beduijden? - vs. 675 zee - all hier: nu - op, wat - werden hier: wesen - vs. 676 'tvraghen - Nietmetall. - vs. 677 nietmetall, - dat hier: die - vs. 678 eens neus-wijsigheid - moght - vs. 679 's menschen neus - vs. 680 Mans - vrouwen - vs. 681 haer - kuijten - ons' - vs. 683 nietmetall; - 'tis - vs. 684 wij - 'ten - vs. 685 nietmetall - vs. 688 'tcieraet - 'tschepsel; - vs. 689 Hand-meid - 'tcierlijck tsamen. - vs. 691 Nietmetall - vs. 692 zij, bij - vs. 693 Bij - 'tijemand - vs. 696 'thoofd - vs. 697 pluijsken - 'twas - bij - vs. 698 'tklutsen, - vs. 699 'tklampen stijl - stijl, -
vs. 702 tsamen - verlaten - vs. 703 sij - Dat - geplantt; - vs. 704 'thongh - rugge-been; - vs. 705 hadd mij - vs. 706 noijt heiligh - vs. 707 uijt - vs. 709 stack - spell - vs. 710 daermen - Loghen - vs. 711 Waerheid - droegh, - 'twas - vs. 712 'twas - vs. 713 is; - vs. 714 Egijpten - Sand-zee - vs. 715 geene alinea. - vreemden - sien; - vs. 716 werdt - vreemdigheid - li'en: - vs. 717 mijn - vs. 718 wij - vs. 719 'tschotsche - vs. 720 wijste - vs. 721 daers' - vonden - vs. 723 'tniewe - vs. 725 niew - vs. 727 mael - vs. 728 bewogen - vs. 729 vallen; - vs. 730 seij - Nietmet allen, - vs. 733 geene alinea. - 'tniet - ontkennen. - vs 734 Hout; - vs. 735 'teinde - vs. 736 docht, - mij - vs. 737 hij - sij - 'them - vs. 738 mij - vs. 739 sorgh - vs. 741 menschen - self - bij - vs. 742 nieu - sal men - vs. 743 Uijt - vanden - vs. 745 Waerd - vs. 746 'tquam mij - vs. 747 uijt - vs. 748 mans-maeckseltje, - vs. 750 dreigen - snuijven - vs. 751 'tis - vs. 752 vollbracht. - vs. 753 buijen, - vs. 754 verhuijsen - Zuijen, - vs. 756 Avond - vs. 757 bereicken - vs. 758 donders - IJp - vs. 760 'tniet - vs. 761 Myn' - mijn Bergh - 'tniet - vs. 763 laetste - vs. 764 waerschijnelick - Glas. - vs. 765 sprong - 't Wilde, - vs. 766 heirkracht volgen - vs. 768 hij 'tmoet - vs. 769 'tniet - vs. 770 Uijt - gat; - vs. 773 beij - sij - blijven, - vs. 774 Lijven. - vs. 775 'tstorten - ijemand - vs. 777 sij viel - vs. 778 'tgelooffelick, - Hout gesproken. - vs. 779 oijt - vs. 780 uijt - aerd - mij - aerd - vs. 781 menschen-werck, - vs. 782 schepselen - vs. 783 'tzeil - vs. 784 Den hoogmoed - voor - vs. 785 en - mij - tergden - vs. 786 een - 'teerste - vs. 787 voorden - hand - vs. 788 'tgheen - geplantt - vs. 789 'tongeluck, - mij - vs. 790 'tZeil, - vs. 792 voor - wijsheid achterna. - vs. 794 hij - d'opper-deelen; - vs. 795 hoogd, - eng: - vs. 796 'tis - steng. - vs. 797 ijeder - sijn oordeel: - vs. 799 hij - 'tniewe - vs. 800 in den -
vs. 801 'twitt - raken. - vs. 802 vreughd - tastelick: - op - vs. 803 baken - vs. 804 in de - mischien. - vs. 805 'tBaken - vs. 806 Voorburgh - Haegh weerzyds - Scheying scheiden. -
vs. 807 mijn eigen - vs. 809 'tgingh - Hofwijck - Stadt - vs. 810 Parijs; - vs. 812 huijsen - 'twoelen - vs. 813 hadd - mij - mij - vs. 816 gesicht - 'thenen - vs. 820 syn' - vs. 821 over-sien. - vs. 822 'twel - besaten - vs. 823 noijt - sij - vs. 824 over-sien, - vs. 825 sagen 'tdoor - vs. 826 bekommering - Volcken, - vs. 827 Hof-wijcks - vs. 828 overgaen: - vs. 829 Stierluij - vs. 832 ondermaensch - vs. 833 Vrucht - vs. 834 'tongevall - ruijmer - vs. 835 sonne-schijn, - vs. 838 byziende - vs. 839 ziende - 'tis - lot - vs. 840 sien; waer om? - vs. 842 oftse - vs. 843 sal - vs. 845 vollmaecktheid - vs. 846 meer hier: meest - vs. 847 versuijmt: - mij - vs. 848 mij - vs. 849 'tLess - vs. 850 'tis - mijn - vs. 851 uijt - vs. 852 wij - vs. 853 mij - hoogd - vs. 854 ist 'er - vs. 855 zyn wij - vs. 857 hij - vs. 858 'tuijtsien - vs. 859 'taensien, - vs. 860 'tkruijs - opwaert - siet; - vs. 861 toe: - vs. 862 bij zyn wij - vs. 864 betaelt; - vs. 865 bezight - vs. 866 inde marsch bij - bij - vs. 867 Bij - zyn wij - vs. 868 bedrijf - vs. 869 Bij - vs. 870 staeckt - marsch - vs. 871 vlagge-spill, - draeijt - vs. 872 syn' moeijte - vs. 873 Half-wegen - wij - vs. 874 Wij - 'teens - papegaeyken - vs. 875 van de - mij - vs. 876 laegh - vs. 877 uijt - vs. 878 schrijver - daer - vs. 879 sij beij - vs. 880 ijemand oyt - vs. 881 'tis - vs. 882 van de naeld - spreken. - vs. 883 mij - 'tsoo - vs. 885 'thuys - Deyl; - vs. 886 Kycker, mann vrouw, - vs. 887 'tvoorburght - 'tgroot - vs. 888 'tneer-hof - 'tCasteel, - vs. 890 opdoen - 'tis - vs. 891 Staet - vs. 892 eigendom, - vs. 894 zyn - vs. 897 sij - vs. 898 Cruyden - vs. 899 En, sooder een - vs. 900 sij - 'tis - ouderdom. -
vs. 901 sietmen - 'tmagh - vs. 903 duij': - 'thaer - haer' - vs. 904 noijt - vs. 905 Kerck-hof blomm; - 'theet - reden; - vs. 906 'tmerck - rijpicheid - vs. 907 sij - vs. 909 geweld hier: 'tgeweld - Zuydwesten, - vs. 910 syn' - vs. 911 krijchsvolck - vs. 912 'tgevecht, - vs. 913 'tkoudste - Peeren - vs. 914 kleeren, - vs. 916 ouderdom - styve - gekroont. - vs. 917 mij - 'tbedancken, - vs. 918 'top - 'tsiet - vs. 919 voorburgh aen, - vs. 920 voorde - 'tschier - vs. 921 vreemdeling, - vs. 922 Galerij - besluijten - vs. 923 'tbuijten - vs. 925 mij - vreemdeling, - vs. 926 weghen. - vs. 928 hij - 'tGemeene dien. - vs. 929 'tvoorbeeld - volght, buren, - vs. 930 Wij - verbysteren - vs. 931 En - besoecken - vs. 932 straet - vs. 933 huijsen, - vs. 935 mij - eigendom - 'teerst - vs. 936 lydt - Tuijnhuijs - vs. 937 Myn Kruijdhof - vs. 938 queeck - Abricosen. - vs. 940 't Sonne-vier - vs. 941 'Twaer - gemeldt, - drij - vs. 943 moeyt - vs. 944 ontsien 'twerck - vs. 946 gaen - vs. 947 Ghij - Straf, - vs. 948 krijght ghij - d'ander - komter af. - vs. 949 Wij - vs. 951 geene alinea. - 'tis - 'tbloed; - vs. 952 Ver-
biedt - 'tis - datmen - vs. 953 bevel: - vs. 954 aenden - muijlen, - vs. 955 tongen - wegen - vs. 957 in, 'tsal - gelden. - vs. 959 'tmeest: - kijcker - vs. 960 werd - vs. 961 eigen - geprevelt: - vs. 962 'tregent - vs. 963 'tnevelt, - vs. 964 de hier: die - vs. 965 quelling, - vs. 966 'Twaer - 'tselve - vallen, - vs. 968 'tOost - 'tWest - vs. 969 een' middellyn, - vs. 974 Zuyden - Tyd-verdrijver. - vs. 976 'thuijs, - schalen - vs. 977 syn - vs. 978 'tschoonste - vs. 979 Wijsen - myn - vs. 980 selven; - heeft niemand hier: en hadd ick - vs. 981 vensters - 'tGesicht, - vs. 982 'tkruijs, - sij - vs. 983 Dij - wederzyds, - vs. 984 seid - vs. 986 dees - moght - vs. 987 oneenpaericheid, - vs. 988 vermaeckt - neus, syn' keel, - vs. 989 Sijn mond, - kinn, - buijck, - vs. 990 middel-lijn - slimm - zyden. - vs. 993 'tonbegrijpelick - vs. 994 'tkleedsel - mij - vs. 996 mij, 'twas - 'tjock - 'twat, - vs. 999 draeijde mij - gelyck - vs. 1000 syn' -
vs. 1001 dulden; - vs. 1002 snijders - t'ontschulden. - vs. 1003 laken - vs. 1004 'tversnipperde - vs. 1005 prijs-waerdigh; - vs. 1006 mogelick 'tgemackelick - 'taerdigh - vs. 1007 'tdienstighe - ondereen, - vs. 1008 nuttigheid - re'en. - vs. 1009 noyde - vs. 1010 d'ondertrouw: - vs. 1011 'tpapier - geslicht, hier: geslist, - vs. 1012 'tgemack - 'tfraey, - vs. 1013 uyt; - vs. 1014 spa - doorde - vs. 1015 koe - byten - vs. 1016 'theeft - vs. 1017 scheuren: - vs. 1018 'twasser - 'tmost gebeuren. - vs. 1019 'tbeste - vs. 1020 muijlen, - menschen, - vs. 1021 aende - vs. 1022 Wij - van de Wey - vs. 1023 lyf - mensch - vs. 1024 'tlichaem - syn - vs. 1025 syn - een - vs. 1026 geen spijse; - vs. 1027 fyn - vs. 1028 'top - vs. 1029 'swerelds - vs. 1031 salv - over gaert, - vs. 1033 zij 'troeckeloos verquisten, - vs. 1034 sij - mij - wisten: - vs. 1035 nuttelick hier: matelick - vs. 1036 noijt - mann - vs. 1037 mij - en hier: ick - 'tvaderland - vs. 1038 'teen' vader - me proncken, - vs. 1039 wetenschapp - vs. 1041 'tsullen Mannen - vs. 1042 myn' - uijt: - weesen, - vs. 1045 sij - klein - laten - vs. 1047 Sij - 'tlijdelick - 'tons gunde - vs. 1049 wij - mijn' - 'tis - vs. 1050 Myn' Poorten, - 'twaer - vs. 1051 wij - daervoor, - zynder - vs. 1052 vreemdeling, - sinn: - vs. 1053 open deuren-werck; 'tgelaet - vs. 1055 getuijgheniss - vs. 1056 ontfanghenis - vs. 1057 Want, - buyten-stoff, - vs. 1058 ghij - werck - vs. 1059 wijzer - sij - vs. 1060 uer-werck - vs. 1061 Mij, - vs. 1063 meesters - vs. 1064 poorten - vs. 1065 'tis - vs. 1066 ruijmen ingangh - vs. 1069 ijemand - mij - vs. 1071 Dat, - 'top - lanen - vs. 1073 will - ontkennen, - vs. 1074 man - vrouwen kracht - mij - vs. 1075 heusigheit, 'tonsinnige - vs. 1076 vriendschap - mistelt, - vs. 1077 noijt - vs. 1079 gast-vrij zijn, - vrij, - vs. 1080 mij, - vs. 1081 'tsal -
mij - vs. 1082 vrijheid - vs. 1083 Laen. - vs. 1084 Myn' - wederzyds: - ghij - vs. 1087 d'ander - vs. 1088 ghij - vs. 1089 eertyds - vs. 1091 sij - vs. 1092 mijn - fluijt - 'tVoorhouts - vs. 1093 niewe - vs. 1094 slypen, - vs. 1095 Hofwijck - vs. 1096 Hofwijck - vs. 1097 zyn gelyck, - kruijnen - vs. 1098 gelyck - duijnen. - vs. 1099 Hofwijck - in 't sGraven-Haeghsche eerst: en in het Haegsche - vs. 1100 Linden hout bij Linden hout -
vs. 1101 wagen - vs. 1102 fluijtertjens - uijt - vs. 1103 wagen - vs. 1104 jagen Hofwijck - Hofwijck - vs. 1105 tminst, - Lijster, - vs. 1106 syn' vrijster, - vs. 1107 bedrijf, - vs. 1109 mans - vrouwen - vs. 1110 lacht - vs. 1112 Dack, - vs. 1113 Elsen loof, - vs. 1114 Dies' - voorde - vs. 1115 Noordoost, - Noordwest, - vs. 1116 daertoe - vs. 1118 Ghij - vs. 1120 koelte - vs. 1122 Uw - vs. 1123 't IJs - vs. 1124 Gestorven - vs. 1125 leven; - vs. 1127 'toude - ghij - vs. 1128 schip - hangt, - een - vs. 1129 sluijsen, - vs. 1130 Spijt - metselwerck, - bruijsen, - vs. 1131 klinckaert, - Arduijn - vs. 1132 niew - vs. 1133 onsterft - vs. 1134 ghij - erven. - vs. 1135 'twater - doodkist - vs. 1136 duijckt ghij, - vs. 1138 magh se - loven, - vs. 1141 houwen, - vs. 1142 V - vs. 1143 ghij - vs. 1144 Ghij - ghij - vs. 1145 En - telgen - vs. 1146 verdelgen. - vs. 1148 Ouders - vs. 1152 Meyen-Boeck, - vs. 1153 wallen - vs. 1154 mij - vs. 1155 mijn - vs. 1156 heining - vs. 1158 verblyden: - vs. 1159 'tall; 'tis 'toorbaerlijxste - vs. 1161 slinx gewent: - bochten - vs. 1163 schael; - vs. 1164 Wij - vs. 1166 timpen, - vs. 1167 kijckers - vs. 1169 'tkromm - 'tbuijghen - Steghen - vs. 1170 wandelaer - wegen: - vs. 1171 zijnse - lang, - vs. 1172 'tverlang. - vs. 1174 syn laken, - vs. 1175 eighen - vs. 1176 geen - vs. 1177 small - vs. 1178 'tsoo goed - 'twill, - vs. 1179 'tzij - spits - vs. 1181 Tyd: - vs. 1182 lesen. - vs. 1183 'Tzyn - vrij: - vs. 1184 leckernij: - vs. 1185 dreef - vs. 1186 tveiligst - oordeel, - vs. 1187 inde - rust - vs. 1188 syn' - vs. 1189 'tpraten - vs. 1190 'tLang - vs. 1191 vande - 'tgroen. - vs. 1192 gelyckeniss - mij - vs. 1193 de Boomen. - vs. 1194 wij 'tschoon - einde - vs. 1195 daeraen: - vs. 1196 Haghenaer, - vs. 1199 'tniewe - veranderingh - vs. 1200 sterfflick - aende hier: aen een' -
vs. 1201 even-stadigh is. - vs. 1202 'tverschoonen, - vs. 1205 viest - vs. 1206 'tkreunt; ja - vs. 1207 syn' beweeghlickheid - vs. 1208 nauwlix - vs. 1209 'thier - vs. 1210 'tlieve - suijver' - vs. 1212 niet. - vs. 1213 boomen: - vs. 1214 'top - komt - vs. 1215 bij - de - vs 1217 'tland, - will se - vs. 1218 Hellen - Krijgh; - vs. 1219 ijs'ren - vs. 1220 'taen - hij - rad - vs. 1222 rasernij - vs. 1226 tyd-verdrijf - vs. 1227 ghij - vs. 1229 lang - vs. 1230 ploegh - vs. 1231 noijt - vs. 1233
valsch hier: 'tvalsch - vs. 1234 buijten. - vs. 1235 dyn - vs. 1237 kercke, - versmoort hier: gesmoort - vs. 1240 zij ghij - 'tgericht - vs. 1241 mij - vs. 1242 gesplist - vs. 1244 niet en hier: minder - vs. 1236-1245 is later door H. geschrapt; in marg. schreef hij toen de volgende 5 regels, die voor deze 9 in de plaats moesten komen:
vs. 1245 uijt - vs. 1246 wij - vs. 1247 'tsachte - Volckeren - vs. 1250 Ghij - Vier-hoeck - vs. 1251 'tkort - vs. 1252 mijn - mij - vs. 1254 Ruijm - vs. 1255 lydsaemheids - wij - vs. 1256 mogelijck - vs. 1257 Pleintjen - ghij 'tnoemen: - vs. 1260 vervuijl - spinnen-webs - vs. 1262 dusend menschen - vs. 1263 zyn - vs. 1264 vendelen - t'huijs - vs. 1265 Bij - bij - 'tbeste, - vs. 1266 Bij - andermael, - 'tleste: - vs. 1267 oijt - dien Stamm - vs. 1268 's vaderlands - vs. 1270 slavernij - vs. 1271 Pijlen - vs. 1273 Camertje: 'tmagh - vs. 1274 't En magh hier: Maer 'tmagh - wij - vs. 1275 bij - vloer - vs. 1277 Maet-rij - 'ksal - vs. 1278 Vloertje - tot hier: by - kaken, - vs. 1279 Strack - vs. 1280 't kruijs? - ghij - onderdacks: - vs. 1282 mijn - vs. 1283 'tlang; - vrij - vs. 1284 ghij staet - vs. 1285 'tschynt - 'thoor - vs. 1287 oogen - 'tongelijck - vs. 1288 'twiss - 'twaer - vs. 1289 'tvonniss - vs. 1290 'twaer - vs. 1291 ('kmeen syn Oog-deel) - vs. 1293 zeij, - vs. 1294 dwalen. - vs. 1295 Kapp - 'thalve - wij - vs. 1296 Kapp - vs. 1297 dusenden - vs. 1298 mij, - vs. 1299 'twonder - vs. 1300 'twel -
vs. 1301 alinea. - leer - buijen - vs. 1302 'tZuyden - tegen 'twesten ruijen, - vs. 1303 Bij - byde - vs. 1304 verbij - vs. 1305 syn' - vs. 1306 Syn lichaem, - hij - 'tniet - vs. 1307 'kwas - vs. 1310 bene'en - vs. 1313 'tsulcken - vs. 1314 mieren-nest - vs. 1315 wel - Datje - onuijtspreeckbaer - vs. 1316 'twel - bij watmen - vs. 1317 Ziel - omme roeren - vs. 1318 'theilighe - vs. 1319 'tdencken - sij - vs. 1320 brocht. - vs. 1321 Mij - haere - vs. 1322 mogen - vs. 1323 daer se was, - daer se - vs. 1324 sij - wij - vs. 1325 ghij - vs. 1326 einde hier: eindje - mijn - vs. 1327 ghij - 'tmannetjen - vs. 1328 'tvleesch - vs. 1329 Sycomorich lyckt; - 'theeft - vs. 1330 lang - vs. 1331 'thanght - vs. 1332 ghij - vs. 1333 niet in het HS. - vs. 1334 Moerbeij - Vygh, - vs. 1335 soom' - jae die voor slaven streckt, hier: ick houd u voor mijn' vrinden, - Daarna is, in plaats van vs. 1333, de volgende regel ingelascht: En vrinden inden nood; jae die voor slaven
strecktGa naar voetnoot1) - vs. 1336 Parasollen niet cursief. - vs. 1337 lang - kruijnen - vs. 1338 halfjarigh - vs. 1339 Myn' bruijne mannetjens, - vs. 1340 Bij - 'tjaer - vs. 1341 hemel - spoedigen, - Somer-sonn - In plaats van vs. 1342 en 1343 staan hier de regelsGa naar voetnoot1):
vs. 1346 'tvan - vs. 1348 voorde - hengsten tergt) - vs. 1349 stichter, - vs. 1351 gelyck - vs. 1353 Myn wandelaer - 'them - vs. 1354 sou syn' lydsaemheid - 'teinde - verslyten - vs. 1355 'tsal - zijn; - vs. 1356 peper hier eerst eveneens, dan: Olij - Azijn - vs. 1357 allerley - vs. 1359 keucken-wilderniss, - vs. 1360 'tfruijt - vs. 1361 Meyd - Knecht - uijt, - vs. 1362 gegroett - buijten. - vs. 1363 kijckers zyn - heck, - vs. 1364 'tkostelick - vs. 1365 Boomgaert - vijver-lycke - vs. 1366 dusenden, - vs. 1367 Mijn' - rooft - wellekom - vs. 1368 hamerslagen - porceleinen Komm. - vs. 1369 Hof - saletten: - vs. 1370 gelyck - vs. 1371 neemt - geld, - vs. 1372 merck-korf uijt, - vs. 1373 Land-heer - vs. 1374 stuijvertjens - vs. 1375 wacht. - vs. 1377 snoeijen. - vs. 1378 'tbloeijen - vs. 1379 hij - bloeij - 'tjaer. - vs. 1380 'kwenste - vs. 1383 'twist. - ghij - vs. 1384 mij - vs. 1386 Gevolght, - stel 'taen - vs. 1387 thuijn; - vs. 1388 jacht - 'tverpachte hier: verpachtten - Duijn: - vs. 1389 syns meesters - vs. 1390 jaren, - vs. 1392 rapen; - de landheer - slaept, - vs. 1393 buijt - vs. 1394 besten; 'thout - verswelgen, - vs. 1395 'tCapitael - voorden interest; - vs. 1396 blyft - 'tnaeste - vs. 1397 'tzij - vs. 1398 siecken t'huijs, - mij - vs. 1399 Mij - zij, - vs. 1400 'tmergen - Rhabarbertje eerst eveneens, dan: Rhabarbersop - bij -
vs. 1402 'tall - kont hier: kan - vs. 1403 buijten mij: - vs. 1405 'Khebb vrij - vs. 1407 witten-brood - vs. 1409 altyd - luij - vs. 1411 Sij - vs. 1412 'tlieve misverstand - veel, - vs. 1414 uyt; - Goeden - myn' - vs. 1415 Boeck - vs. 1416 'tambacht lydt - vs. 1417 wij - vs. 1420 off sij - kost - Koe, - vs. 1422 Overdaed - scheiden, - vs. 1423 sij - sij - vs. 1424 meester - syn - vs. 1426 Geen - 'tminste - leden, - vs. 1427 mondjes maet, - vs. 1428 schijn. - vs. 1429 mij - 'tpleiten - vs. 1430 mij - stercker - vs. 1431 Want - 'tleckere - vs. 1432 'T zij - mij - vs. 1433 die mij - vermannen - vs. 1434 mond-lust - vs. 1435 Steen: - vs. 1436 'tis - tong - vs. 1437 voelt: - en hier: maer - lang - vs. 1438 hoe veel niet. Verdrincken - vs. 1439 toe: - vs. 1440 seer. - vs. 1441 dragen - vs. 1443 is - vs. 1444 'toverloopt, - vs. 1445 leste - dusend - vs. 1446 'tvat -
'tsincken - vs. 1448 snoepers - vs. 1449 uw - Tong - keel - vs. 1450 beestelick - vs. 1451 geene alinea. - gierighe poortier - vs. 1452 'tCamer-spell, - vs. 1453 watt'er - 'tende - hij - vs. 1455 uijt - sael - vs. 1456 swelgen - vs. 1457 saecke - vs. 1458 Wij - voren, - vs. 1459 gheen - vs. 1464 En - loon - lijf - vs. 1465 snoeijers, 'tstaet - vrij; ghij - vs. 1466 weest 'er - Dood - vs. 1467 'tleven - ghij - vs. 1468 maeghd - vs. 1470 kerssen, uyterlick - vs. 1472 Overspel - vs. 1473 datmen 't siet, - vs. 1474 'tspreeckwoord - geen' Ooren - vs. 1475 'tlacht - verraedt, - vs. 1476 zyn - vs. 1477 Ghij zyt - langwijligh preken. - vs. 1478 lyst - kribbige - vs. 1479 uijt - stof - vs. 1480 suijgen 'tschepsels - tuijgen - lof, - vs. 1481 verbloemen, - vs. 1482 'kmaeck - vs. 1483 mij - vs. 1484 zij, - mannen - vs. 1486 bruijne - paren eerst: haren - vs. 1487 cingels - Thuijn - vs. 1488 makender - Middernacht. - vs. 1489 self - vs. 1490 wetenschapp - vs. 1492 wandelaers, - doen. - vs. 1494 besuchten, - vs. 1495 Wij - Tong - vs. 1497 staetsche - vs. 1498 werelds werringen - vs. 1499 schrijv - vs. 1500 syn achterklapp - vuijle -
vs. 1501 Loose - d'onstuijmigheden - vs. 1502 overheerigh - vs. 1503 overgang - vs. 1504 kercken-sperteling. - Arminiaen - vs. 1505 slijpen, - vs. 1506 uyt - vs. 1507 'tseer - vs. 1508 inden - vs. 1509 vuijle - vs. 1511 verdriet, - vs. 1513 verdragen wij 't bij tyden, - vs. 1514 dragen - lyden, - vs. 1519 zijnw' - Hofwijck, - vs. 1520 Vré - vs. 1521 Alsem - vs. 1522 waerheid - eigen - vs. 1523 wegen - vs. 1525 'tander - zijn - vs. 1526 duijsterheid - vs. 1528 leseren gebreck: - vs. 1529 schrijver wytt - vs. 1532 'twitt - vs. 1533 'tnoodighe - vromen - vs. 1534 uytgeseght - vs. 1535 leser - vs. 1536 Gedydt - vs. 1537 wij - machtigh - vs. 1538 hij - wel: - klaerachtigh - vs. 1539 werdt. - vs. 1540 'tsoet - vs. 1541 wij - vs. 1542 datt'er - Zuijd west, - willen: - vs. 1543 'tscheel - mijn - vs. 1544 hij - siet. - vs. 1545 menschen - 'tzijn - vs. 1546 Een - vs. 1548 hij syn - 'tmijne - vs. 1549 hij - vs. 1551 gedruijs, - vs. 1552 waerder - kerck, - huijs - kluijs! - vs. 1553 knoopen - vs. 1554 even mensch - vs. 1555 bywegh - slaen, - vs. 1556 gebrockt, - vs. 1557 onstell - mij - vs. 1558 man - kluijten, - vs. 1559 verwijt, - vs. 1560 daer hij - gaet, - vs. 1561 syn - syn - vs. 1562 lij' - vs. 1563 'tbeter pad, - vs. 1564 hij se - vs. 1565 oogen, - vs. 1567 wat hier: dat - mij - vs. 1568 mij - volgen vond, - vs. 1569 hulp, - mij - vs. 1570 Myn' vyand - vs. 1571 mijn - vs. 1572 syn - vs. 1575 deel - vs. 1576 Duijvels - byde keel, - vs. 1578 mis-verstand - vs. 1579 seheppers zijn - vs. 1580 hij - 'tCruijs - vs. 1581 Bij - zyn - hem - sterven - vs. 1582 erven? - vs. 1583 misverstand; - vs. 1586 syn' - gebeden. - vs. 1587 menschen -
wij zyn - moeijte - vs. 1589 Hy - syn' - tyden - vs. 1590 zyn - vs. 1591 zyn - vs. 1592 brengen - vs. 1594 ghij - Mutsaert, - vs. 1596 mis-daed - vs. 1598 wij - vs. 1599 bij: - ding, - vs. 1600 Hij - 'tgroote -
vs. 1602 ghij - vs. 1603 Wij - beghint - vs. 1604 sij - vs. 1605 Wij - vertellen. - vs. 1606 veel, wij - vs. 1607 mijl: - vs. 1608 bloots hoofds, - masker aen, - vs. 1609 ontslippen, - vs. 1610 Wij - vs. 1611 geen', wij - schort - vs. 1612 Wanneer se somtyds - somtyds - wordt. - vs. 1613 'tOoster punt - 'tZuijen, - vs. 1614 'them - pruijlt - buijen, - vs. 1615 huijlt sij - vs. 1616 rommelts' - 'tblauw - vs. 1617 schreytse - daerop - eigen' - vs. 1619 haer - vs. 1620 uer-werck - Veeren - vs. 1621 Ketingen - snecken: - vs. 1622 verwecken, - vs. 1624 wy'n - vs. 1625 waer se 'tsout - vs. 1628 sijn water-pass. - vs. 1630 uijt - vs. 1632 somtyds - somtyds - maeckt, - vs. 1634 hij - drijven, - vs. 1635 syn - vs. 1636 'tmeerdere - Stael, - vs. 1637 Robijnen - vs. 1638 aerd - 'tOosten - vs. 1639 'twesten nemmermeer. - vs. 1640 noyt - vs. 1641 'tgeboomte - langs - vs. 1642 Syn - uijt swaere - vs. 1643 ryst, - hoe 't hier: hoe - stuijt, - vs. 1644 scheidter 'swinters uijt. - vs. 1645 riecken, - vs. 1648 'tby - verdeelt: - vs. 1649 leden - vs. 1650 zeden, hier: Reden, - vs. 1651 'taller wonderlixt - vs. 1652 menschen - vs. 1653 lichaem - sij - paren, - vs. 1654 tvier - 'therte - 'tsilver - Haren, - vs. 1655 'tbloed - 'toogh - vs. 1656 doorden - vs. 1657 moeyt, - vs. 1658 neus - mond alleen - vs. 1659 Gelycke - lippen - spraeck, - vs. 1662 'thoofd - vs. 1663 hij - vs. 1664 syn - 'tmaer - vs. 1665 'tbloed - syn Weij, hoe 'tMelck - vs. 1666 vell - vs. 1667 knorr - beenen - vs. 1668 'tgemeen - vs. 1669 gulsigheden, - vs. 1670 kock - kocks - onderCock - vs. 1672 ommeloop - van hier: van 't - vs. 1674 meid - vs. 1676 over lang. - vs. 1677 'tBoeck - Dit - Boecken - vs. 1679 Hofwijck - kruijden telt. - vs. 1680 geseght - nietmet all - vs. 1681 Bij - is. - zyn - vs. 1682 wij - ziel - lijf - vertreden. - vs. 1683 'tveld - stryd, - stryd - vs. 1684 syn' - syn' - vs. 1685 syn' - onderrechten, - vs. 1686 'tvechten, - vs. 1687 'tvallen - vs. 1688 ketterlyck - wroett, - vs. 1689 dolen - vs. 1690 schip - vs. 1691 Hofwijcksch spreeckwoord - vs. 1692 oogen - vs. 1693 wederwoord - vs. 1694 'tonvoorsiens - vs. 1696 'tfruijt, - buijcken, - vs. 1697 fruijt - fruijt - vs. 1698 Fruijt - schuldeischer - vs. 1699 Syn - mij - vs. 1700 werd' -
vs. 1701 'trond, - 'tlang, - 'tkruijs-pad; - vs. 1702 mij - kouw 'twaer - thuijs - vs. 1703 huijsen thuijs, - vs. 1704 huijskens - kluijs, - vs. 1705 kluijsenaers gekluijstert - vs. 1706 mij - 'tseerst, - menschen; - vs. 1707 roepter - mij, - 'tandere, - mij, - vs. 1708 ghenes - vs. 1709 hang tuschen - syn' -
vs. 1710 'teven staegh - vs. 1711 'teinde - 'tscheel, - vs. 1714 'tgroote - Hofwijckjen - vs. 1715 vreemdeling - 'tryden - 'tgaen - vs. 1716 moij, - 'tstaet - mij - vs. 1717 Memmebloemen, - vs. 1718 mij - verdoemen, - vs. 1719 mij - vs. 1720 't Taeffereel - kijckers - vs. 1725 planter, - eertyds - vs. 1726 pluijm - altyds - vs. 1727 syn' - vs. 1728 Deughd, - vs. 1729 'twater - vs. 1730 Stadt - vs. 1732 kermiss-boer syn - vrijer syn - vs. 1733 aen de Meid - vs. 1734 Moij meissjen, - ooren, - vs. 1736 'tminne-vier - vs. 1739 schorteldoeck - vs. 1740 hebje - hebje - vs. 1741 hij, - beduijen? - vs. 1742 aen den - middagh-sonn - 'tSuijen - vs. 1743 Zyn - sneew bij 'tvier - vs. 1744 Kom, soetert, - vs. 1745 'tis - vs. 1747 duijvel - vs. 1748 vaertje - Mortie - vs. 1749 menighmael, wel - vs. 1750 maeckje 't - vs. 1751 tyd - vs. 1752 koijtie - en - vs. 1753 jij - meisjes - vs. 1754 sucken - vs. 1755 vast. - vs. 1757 'tja-woord schuijven wouw: - niet; - vs. 1758 rond om; - niet. - vs. 1759 'tende quam ter - 't minst hier: minst - vs. 1763 bij - 'tis - vs. 1765 waeijt - 'tzeil, - vs. 1766 'thoopjen - vs. 1767 'twordt - sleghs - vs. 1768 Ie - 'tpuijck - vs. 1769 moch je - kind, - moch je - vs. 1770 vrij, - 'touwe parttje - vs. 1771 'tvolck - vs. 1773 Ie - tijghe. - vs. 1774 Bij - 'tmoet - uijt, - 'tbeter - vs. 1775 kleij - weet me - vs. 1776 'tsangd, - Watering - 'tslyck. - vs. 1777 En, - vs. 1778 'toud - vs. 1779 en - t'huijs; - mijn: - vs. 1780 hangde - zijn. - vs. 1781 'taerdse - soken, - vs. 1782 hemelse parsoon, - vs. 1783 kaeckjes - jouw - vs. 1784 borssjes, - vs. 1785 seijse, schaem je - houdt je - voor je, - vs. 1786 stae je - vs. 1787 mijn - vs. 1788 Iae 'tsou - vs. 1789 ben je - 'tmelcke - vs. 1790 pluijm, - deghen; - vs. 1791 een - huijck, - vs. 1792 sien, - vs. 1793 'thoofd, - 'tsteke - vlieghe, - vs. 1795 schoentjes hier: schoentjen - duijm, - vs. 1796 'tgoed - vent - vs. 1797 eretorijckt - vs. 1798 en, - bij - wesen; - vs. 1799 leer - vs. 1800 Tonn - meer.
vs. 1801 bij - bruijne - kolle: - vs. 1802 meughewer - vs. 1803 'tSchavott - Vijver - 'tVoorhout, - vs. 1804 fyn goud! - vs. 1807 dattet - vs. 1808 hebbenter - vs. 1809 'tniet - vs. 1810 bennes'er an - meughense - vs. 1811 byde - 'ksaght - neus, - vs. 1812 vrouw, - vs. 1813 daer je - met je langs - vs. 1816 toe - vs. 1817 Borghers - vs. 1818 Ia - jouw - versorghers, - vs. 1819 songder - vs. 1820 'Kmien - voys - klaghlied - sou - vs. 1821 kunst - verblije, vs. 1823 'Twoord - uijt, - vs. 1824 elicht: - 'twas - vs. 1825 kent - deere - vs. 1826 Duijvel - Haegh, - wil't - vs. 1827 sey'ck - 'tlock - vs. 1828 ick her - vs. 1829 hange - vs. 1831 ginghen - keurmis - vs. 1832 uijt, - 'tging noijt - vs. 1833 hebbje - vs. 1834 want - vs. 1835 ehult - vs. 1836 schuld. - vs. 1837 kraken, - vs. 1838 kond' hij - raken, -
vs. 1839 hij - snoey-tijd - vs. 1840 paer. - vs. 1842 En - lyster bey - Tryn - vs. 1843 wel, - vs. 1844 soen. - vs. 1845 Huijskens, - ghij - vs. 1846 ghij - 'theeft - vs. 1847 Myn' - bors - ghij - vs. 1850 'tParadijs - Soo vryden se - vs. 1851 goe luij - Waerheid - vs. 1852 Hemd - vs. 1853 bij - vs. 1854 'toverweegh, - vs. 1855 vrijerij, - aerdigher - vs. 1856 Dan hier: Als - wij - gesoupir: - vs. 1857 'tgelden - vs. 1858 amoureux - vs. 1859 als - bekoorlickhe'en - vs. 1860 gunst faveur - vs. 1861 Bruijn' - ooghen hier: ooghjens - vs. 1862 Misnoegen - desastres, - vs. 1863 vrij-spel - waer, - vs. 1864 Wij doend'er - halen 'kweet - waer - vs. 1865 Waer me - sotticheid - degen uijt - vs. 1866 vrijster - vrijer - mij - vs. 1868 mij - luij, - vs. 1869 'tsinneloos - ghij - vs. 1870 'Khebb - jong - 'khebb - vs. 1871 Duijtsch: - raesernij - 1872 in de - noijt - mij. - vs. 1873 'kmoet - uijt - vs. 1874 zijn, - 'tstaet - vrij - vs. 1876 heel, - een sott. - vs. 1877 menschlickheid, - lange - vs. 1878 mij - vs. 1879 'tnae - ontmoett. - vs. 1880 hij maeckte - vs. 1882 Daer - 'tvermaken, - vs. 1883 menschlickheid - 'tonderscheid - vs. 1884 hij - bemint. - vs. 1886 vrouwen-schoon - mannelicke - vs. 1887 stijve - vs. 1890 uijt roose-lippen - vs. 1891 mij - der wijse hier: des wijsenGa naar voetnoot1) - vs. 1893 'tniet - oogen, - vs. 1894 vell - vs. 1896 Cijter - vs. 1898 om, - oogh - paeijen - vs. 1900 noijt - welgestelde -
vs. 1901 trouwen 'tvoorland - vs. 1904 waer hier: was - vs. 1905 mij - gebeuren; - vs. 1907 kant; - wierd - vs. 1908 wederzyds - vs. 1911 'tstond - vs. 1913 'tschickte, tuijght - vs. 1914 wij - vs. 1915 tuijghen - vs. 1916 mij - d'aller groenste - vs. 1917 hebb - kruijpen hebb, - vs. 1918 schreijen - vs. 1919 knielen - gewijs - vrouwen beeld. - vs. 1920 vrouw - uijt - vs. 1921 mann - mann - vrouw - vs. 1922 de minst - deelen. - vs. 1923 moster - vs. 1924 vell-diep aengenaem - 't hoogste - throon - vs. 1925 vrijheid noijt - Slavernij - vs. 1927 seij sij 'kwas - mann, - vs. 1928 sij - meestersche - vs. 1930 vrouwen - mans - vs. 1931 spill-zij - swaerd-zij - vs. 1932 Dat schadelick begin hier: Die schadelicke grond - vs. 1933 'tmans - vs. 1934 Syn - 'tvrouwen hert - vs. 1935 'twas - Minn, - 'tkon - vs. 1936 voorde menschen - vs. 1937 spytigh - vs. 1940 sijn - doet? - vs. 1941 Wegh, ouders - hell - vrinden, - vs 1942 't jae-woord - Pleij, - vs. 1943 Neen, - vs. 1944 'tHijlick - vs. 1945 Myn - uytgeseght: - verwijten. - vs. 1946 bijten, - vs. 1947 'tlust - 'tbijten - vs. 1949 mijn' - Dat's - vs. 1950 waer-schijn - vs. 1951 voorschijn - vs. 1952 veeltyds 'tgoed - vs. 1953 ghy hier: hij - tyds - vs. 1954
moght - vs. 1955 naer de - 'tis - voltoijt, - vs. 1956 Dat, - 'tbegrijpen - noijt: - vs. 1958 Mij - stegen - vs. 1959 syn - vrij, - uijt gepleitt. - vs. 1960 Wel - bescheid. - vs. 1961 mij 'tlang - verwijten, - vs. 1962 verslijten, - vs. 1963 mij 'tspreeckwoord - vs. 1964 eigen - vs. 1965 vrienden, - 'tmoe - ende, - vs. 1966 'tweer - Zuyd-oost - vs. 1967 't langhe - vs. 1969 'Kneem 't - Schaeck-berd - 'tons - geleden - vs. 1970 koninghinnen gangh - vs. 1971 voor, - achterwaerds, - zydeling verstell. - vs. 1973 hem hier: het - gangh - vs. 1974 Hecken, - vs. 1975 tweelingen, - 'tkort, - vs. 1976 Gecken-gang, - vs. 1977 ghij - vs. 1978 Hofwijcks Hoven: - vs. 1979 iss'er - 'tWest-Eiland - syn - vs. 1980 de Groot - Heins - vs. 1981 Penn bij - all versleten - vs. 1982 en, - vs. 1983 hij - hij siet, - vs. 1985 menigh' - weken, - vs. 1986 maenden - jaeren uijt - vs. 1987 pijn, - vs. 1988 pijn - stamering, - zijn. - vs. 1989 Lett - vs. 1990 voeghen se noijt - singen, - vs. 1992 mensch - vs. 1993 by Castagnen boom, - by - vs. bij - qualsteren geladen, - vs. 1995 in de - vs. 1997 zyt schaduwen, - planten - vs. 1998 bloed-verwanten, - vs. 1999 myn' spruijten, - vs. 2000 Myn' - uijtgebracht, -
vs. 2001 Mijn - mannetjens, myn' leen-luij - vs. 2002 ghij, - vs. 2003 'tsterven - voor - vs. 2004 van de locht, - tyd. - vs. 2005 in den duijster - vs. 2006 kelderlijck - 'tstreckte - luijster - vs. 2008 En - 'tbuijtenst - 'tbinnenste - vs. 2009 zyn 'tmachtigh - vs. 2010 'thert - spreeckt stede-luij, spreeckt - vs. 2011 Spreeckt - vreemdeling - langs - Polder-dijck - vs. 2012 somers - winters - slijck, - vs. 2013 Hofwijck - vs. 2014 ghij - vs. 2016 uijt - Pruijssen - vs. 2017 luij - vs. 2018 'tongelooffelick - vs. 2019 menschlickheid - d'een - d'ander mist - vs. 2020 Als s' - vs. 2021 'tkostelick - minder metselaren - vs. 2023 kerck - vs. 2024 pijnt ghij - vs. 2025 weerzyds - vs. 2026 binnen - vs. 2027 mogen over sien! - 'tVlieder-diep, - vs. 2028 ghij - Booner-sluijsen liep - vs. 2029 schuijten, - vs. 2030 uijt - sluijten - vs. 2032 d'openhertighe; IJser, - vs. 2033 wilderniss - vs. 2034 wandeling - vs. 2035 moeijte - 'tseggen - vs. 2036 Ghij - vs. 2038 Ghij - Hofwijck - vs. 2039 ghij noijt - vs. 2041 Roosen; - op; - gloeijen - vs. 2042 En - sij - gepronckt - 'teinde - vs. 2043 'tgewaet, - vs. 2044 Haegsche Ioffertjens, - 'tuwe - vs. 2045 stroyen - vs. 2046 over treden: - vs. 2047 natt - druijpt - vs. 2048 bij scheur - kruijpt; - vs. 2050 bij - vs. 2051 erghens weij - vs. 2053 puijck-goed - vs. 2054 uijt - vs. 2055 schilderij - vs. 2056 schilderij - vs. 2057 Haer - Ypen boomen: - vs. 2059 mijn - vs. 2060 ghij - lijfwachten - mijn - vs. 2061 Ghij - ghij - 'teenighe - vs. 2063 ghij - vs. 2064 'tuyterste - 'tHofwijcker besit. - vs. 2065 voordoen - Koopluij weten, - vs. 2066
huijs - 'tvoorhuijs - meten. - vs. 2067 Selfkant - 'tfluweel - vs. 2069 Heerlickheid, - vs. 2070 Hofwijck - vs. 2072 bij - vs. 2073 schuijlt - 'tschoon - kruijnen, - vs. 2074 Duijnen - vs. 2078 'tstadighe - vs. 2079 Vliet - natt - vs. 2080 Afgrijsselick - vs. 2081 tegen - ghij d'er - vs. 2082 oft ghij - vyand - vs. 2083 lands-palen - ghij - vs. 2085 mij, - vs. 2086 Platingen - Bitterling, - vs. 2087 'ten - vs. 2089 dienst - vs. 2093 zyt ghij - vs. 2094 weij; - vs. 2095 van den - vs. 2096 mij - vs. 2099 verdedighen. - vlied' - vs. 2100 gewoel. -
vs. 2101 lyden - vs. 2102 Bij - vreughd: - verblyden - vs. 2004 geen - vs. 2106 vijvelings - vs. 2107 Scheveling - 't mijner baet, - vs. 2108 myn Savel-kleij - Schelpen-gruijs gestraett. - vs. 2109 swang, - vs. 2110 keurtmen hier: kentmenGa naar voetnoot1) - 'tsoetste - vs. 2112 zij - spel - vs. 2113 Bij - zij - vs. 2115 Teerling - 'k en hebb hier: ick hebb - vs. 2116 tyd - zijn - vs. 2118 mijn - vs. 2120 schijn - vriendlickheid, - der hier: des - vs. 2121 'tooghmerck, - vs. 2122 'tuyterst - hij swijgen. - vs. 2123 'tis - kenn - menschen aerd, - gheen' galle - vs. 2125 afbreuck - spijtighe - vs. 2126 'tmeesterlixt - reden - vs. 2127 'tis - wijsen - vs. 2128 'tspijt - uijt - uijt - vs. 2129 mij - mij - vrinden, - vs. 2130 mijn' - mijn' wandeling - vs. 2132 mij 'tgasten-mael - vs. 2134 Waerd, - mij - vs. 2136 mijn - vs. 2137 vijands - 'tkan mij - verblijden, - vs. 2138 mijn' vriend, 'tgevoelen - syn lyden - vs. 2139 mede-lij, - syn' - vs. 2140 hij - mij - vs. 2141 oeffening - vs. 2142 vermoeijt; jae - vs. 2143 'thandigste beleid, - vs. 2145 geene alinea. - 'tgaet - vs. 2147 kycker bij, - rechtbanck - vs. 2148 'tnaeste - vs. 2151 Coninghen - 'tmidden - vs. 2154 Drij kroonen - vs. 2155 Parlament, - vs. 2157 uijt - Keers - vs. 2158 kruydjens overpeerelt, - vs. 2159 Hagenaer - Schuijten - vs. 2160 t'huijs - zyn - vs. 2161 liet van - vs. 2162 weiden, - vs. 2164 'tslot - verzegelt - een - vs. 2165 Cluijsenaer, - Stelle-mann, - vs. 2166 vrij-heer - mijn - vs. 2168 Gelyck - uijt - vs. 2169 zeemanschapp - vs. 2171 bezeilt - buijten - vs. 2172 'tslechte - vs. 2173 mij - mij - pijnen - vs. 2174 Sterren - vs. 2175 theerlicke - vs. 2176 d'ander - 'tondergaende licht, - vs. 2177 tyd - mij - dagen; - vs. 2178 'tspijt mij - Clock - vs. 2179 slagen - mij toe: - vs. 2180 Hofwijck was - vs. 2181 landewaert, - 'tkan mij - vs. 2182 waterwaert - aen de vliet - vlieten, - vs. 2183 doorgeploegste vaert - vs. 2185 voorde - uijt, - liegen, - vs. 2186 Tuijgen - veel - vs. 2187 Hofwijck - vs. 2188 zeil, - geweld, - vs. 2190 lyd - datmen - vs. 2191 van de - vs. 2192 weder-varens - vs. 2193 mijn - Vlied, - vs. 2194 Schuijt -
vs. 2195 lijn - Lijn - peerd - peerd, - vs. 2196 zeil - tegen - vs. 2197 van - vs. 2198 jager-boef - verfluijten, - vs. 2199 hij - rydt -
vs. 2201 Bij - vs. 2202 'tgewagen, - vs. 2204 mij - vs. 2205 vijf - Hofwijck - vs. 2206 'tuerwerck - plaets, - vs. 2207 noijt - vs. 2208 all' diem' elders hier: alle diemen - vs. 2209 sich hier: sijn - drijft - vs. 2210 'tsoetste - all - paden. - vs. 2211 wederzyds - 'thantjen - vs. 2214 Boer - uijt - vs. 2215 vraghe, - daen. - vs. 2216 zyt ghij - vs. 2217 wij - ruijm - vs. 2218 wij - vs. 2220 wetering, - Rijn - vs. 2221 damm - losse. - vs. 2222 krijge - varckens - vs. 2223 will. - 'tis - moij schip, - vs. 2224 'tvoert - krijge - vs. 2225 leegh - huijs, - verdreghe: - vs. 2226 kangsien - weghe - vs. 2227 lijn, - vs. 2228 metten - een' - pijn; - vs. 2229 sij van den dam - vs. 2230 maccher 'tZeiltje bij. Hierop - vs. 2231 'tvolckje - vs. 2232 maer 'tschip, - vs. 2233 mij 'tleste - liever - vs. 2234 icks' - vs. 2235 hij - sijn' - 't vooronder - vs. 2236 steedse - byde - vs. 2237 'tluijs leeghs - 'tmidde - syn lussies, - vs. 2238 vent, - gerussies, - vs. 2239 hij - van de - vs. 2240 en, bij - segg, - vs. 2241 speulter - streke, - vs. 2242 raecken - vs. 2243 wyder - versloove natt - vs. 2244 raed - vs. 2245 'tquam, - buijte; - vs. 2246 voorde kluijte, - vs. 2247 weuning - weij, - Claver-kleij, - vs. 2248 mach'er - heij, - vs. 2249 'twerck, - beget - vs. 2250 torens, - 'tmoijst. - gut, - vs. 2251 heer - vs. 2252 kley, - wij - vs. 2253 wij - 'tgoed - Duijvel, - vs. 2254 'Kwouw - 'tsuijvel, - vs. 2255 'Kmien - vs. 2256 wel - stelt - vs. 2257 ben je rijck. - vs. 2258 meughj' - vs. 2260 en, word je - vs. 2261 j'et - verwijte. - vs. 2262 wordter - spijte - vs. 2263 onse - vaer - moer - vs. 2265 school: - vs. 2267 Tabbert, - vs. 2268 'k - verslyte - vs. 2270 komtet - vs. 2271 verstangt, - vs. 2272 eklaert - vs. 2273 hij te - vs. 2274 'tschip - steken, - vs. 2275 'tzeil - wie - vs. 2276 schip - 'tmaer - vs. 2277 'toverslae, - vs. 2279 waerschijnlickheids. - schippertje, - vs. 2280 ghij - vs. 2281 ghij - milt - ghij - benijden, - vs. 2282 ghij - mij 'tgepeperde - vs. 2285 ghij - hert - 'tmidden - syn' Roosen - vs. 2286 veel tyds - loosen, - vs. 2287 ghij - 'thaer - berghen - vs. 2288 is - vs. 2289 doornen Haegh, - eer - deucht - reden - vs. 2290 tyden werdt - vuijl' ondanckbaerheden, - vs. 2291 werdt - vs. 2292 'tuyterste gepoogh - vromen werdt - vs. 2293 een - 'tniet - vs. 2294 langs - dwersch - nyd bebassen; - vs. 2295 vrede-min - werdt - misdaed, - vs. 2296 ghij soudt Het HS. heeft: sou - syn - verfoeyen - vs. 2297 kruypen - vs. 2298 'tgeluck - vs. 2299 Benydelicker - sté-waerd - vs. 2300 'taensien -
vs. 2301 schippertje voorbij, - uijt - venen, - vs 2302 uijt - wey - vs. 2303 emmertjens - melck - gerusticheid - vs. 2305 uijt -
treed - uijt mijn - vs. 2306 mij - 'tgroen - mij - vs. 2308 kerck; - vs. 2309 bitter - vs. 2310 huijs - vs. 2312 Mij - mann, - en hier: mij - vs. 2313 Veerschuijt - vs. 2314 sittender - spijt, - vs. 2315 prijsen - laken uijt - vs. 2316 'tis - het - nietmetall, - vs. 2317 gebruijck - 'talltemael: - Hofwijck stichten - vs. 2318 gedaen, - syn - vs. 2319 langhe slavernij, hij - vs. 2320 hij - syn' - Vorsten hier: Princen - vs. 2321 'tvaderland voldaen, - vs. 2323 vromen - gevoedt; - vs. 2324 'thoofd geboôn; - vs. 2325 'tChristeloos - vs. 2326 ijemand aen - hij - vs. 2327 besigden - vs. 2328 vreughd, - 'tminst - vs. 2329 haventjen - uijt hoofs - vs. 2330 ademtocht - lijf - vs. 2331 'tonderscheid - ruijmt - vs. 2333 Syn selfs - pijnighen, - vs. 2334 sij - vs. 2335 noijt - wel - vs. 2336 'tgheen hij - vs. 2337 Hofwijck - 'tsorgen - syn selven - vs. 2338 Syn' - delven - vs. 2340 voorde rest - 'thebben - vs. 2341 hij - vs. 2343 metael, - schijven - Vier, - vs. 2344 Tyd - brengen - papier, - vs. 2345 laet se self - vs. 2347 Deughd, - wetenschapp - mannen - vs. 2348 syn - noijt versaeckt: - vs. 2349 God - seghende - vs. 2350 weten mogelick - eten - vs. 2351 mogen - vs. 2352 hij - beleidt, - hij - vs. 2353 'tlichaem - vs. 2354 Mann - weiden, - vs. 2355 'tschuijtje - verbij, - schipper - vs. 2356 'tpeerd - mij 'tbesluijt - syn - vs. 2357 veerman - Hofwijck - vs. 2358 Stracks - Haghenaer, - vs. 2360 vijftich - vs. 2361 'thooghe - vergunnen, - vs. 2362 mij aen - Dusend - zyn 't funnen, - vs. 2364 eer - liefde - vs. 2365 heij, - niews? - vs. 2366 All weer - vs. 2367 vliet - straet, - vs. 2368 tyd - hij - vs. 2369 Voorburgh, - duijn: - vs. 2370 Sij - vs. 2371 wandeling - kort, - vs. 2372 ruijmer - Duijvel - vs. 2373 Vijverbergh - vs. 2374 'tniet - ontstraten - enden, - vs. 2375 Voorburgh - 'tspell? kmagh heugen - weij - vs. 2376 klaver - leij; - vs. 2377 Hof, quansuijs, - Hofwijck: - waerachtigh, - vs. 2378 in den - prachtigh, - vs. 2379 Sij - 'tgoed - 'tscheelt - vs. 2380 'twerck - vs. 2381 watter - raeserij gaet - vs. 2382 ofmen - eind - vrij - vs. 2383 kloot - Duysenden verbout - vs. 2384 geen - 'tonderhout; - vs. 2385 thuijnen - halen - vs. 2386 syn - betalen: - vs. 2387 vent - vrij; - vs. 2388 'tlood - rij, - vs. 2389 m'als - ongeboren, - vs. 2390 een' - vs. 2391 bruijn - vs. 2392 'thoogste - een Duijn: - vs. 2393 schoffel - geen rust; - vs. 2394 dat men berst: - thuijnman - vs. 2395 'tonkruijd - vs. 2396 versuijm - vs. 2397 inden - Haegh - krullen - vs. 2398 drij - vs. 2399 icker - 'kwouw - 'thadd - vs. 2400 bogaerd-pad -
vs. 2401 En - lijdsaemheid - vs. 2402 offer - vs. 2403 'tLand werdt - Vijvertiens - vs. 2404 'tis - 'tkonstelixt bederft. - vs. 2405 'T huijs - 'twater - Slots-gewijs - vs. 2406 'tkoelvat - vs. 2407 weuninghs - vs. 2408 'tpannen - voet; - vs. 2409
leytje - vs. 2410 syn' luijsen - een sabel, - vs. 2411 'T huijs - 'tmagh - vs. 2412 naerden pott, - naerden - vs. 2413 En - ghij - ghij - vs. 2414 opper Camertjen - vs. 2415 tyd - 'tHollands - vs. 2416 'tcierlixt - vs. 2417 stond ghij - saletten, - vs. 2418 snoff, - noemtmen - vs. 2419 Leer - vs. 2420 'tHaegelijxt versien. Iae - vs. 2421 'tend!) en - seght mend'er - tegen, - vs. 2422 weuningkie, - huijsjen - regen. - vs. 2423 'Kwouw - hij - syn - vs. 2424 Landheer - Stadt. - vs. 2425 'Kwouw - hij - schipper, - vs. 2426 lompen hier: loomen - uijt - lijen, - vs. 2427 lijen, - beken 't; - all - vs. 2428 gezult, - vs. 2429 niet te min - bijde menschen, - vs. 2430 menigh - mij - vs. 2431 Myn - Camervriend - vs. 2432 onderhout, - sijn' - vs. 2433 soude men syn - syn' - vs. 2434 overweldigen; - vs. 2435 sij - vs. 2436 Doorpluijsen - 'tfijnste goud-gewicht, - vs. 2437 bewijsen - vs. 2438 prijsen; - vs. 2439 Off, - prijsen - vs. 2440 balck, - vs. 2441 wij, - begrijpen - vs. 2442 voorsichticheid - slijpen - vs. 2443 'tgesicht - vs. 2445 'toordeel - 'twraeck-recht voorbehouden, - vs. 2446 hij - syn' - vs. 2447 Syn' - die - vs. 2448 lang wij - bij den - vs. 2450 buijten 'tspoor, - keeren: - vs. 2451 mij - Dijn' gerechticheid, - vs. 2452 mij - mijn - vs. 2454 niet - mij quaedwillige - brachten - vs. 2455 li'en; - vs. 2456 syn - vs. 2457 eind, - vs. 2457 'tbedd - vs. 2460 wij zyn - vs. 2461 Ick - mij - vs. 2462 zij een - drift, - zij - vs. 2463 slaepen - vermaeck; - vs. 2464 mij - vs. 2465 dagelicksche - vs. 2466 Foeij, - peuluw-dood, - tyd-verderven, - vs. 2467 onbeeren - lang; - vs. 2468 hij - 'truijm, - vs. 2470 menschen - vs. 2471 krengen, - vs. 2472 'tsoo. - vs. 2473 bedd, 'tis - bevel, - vs. 2475 een - vs. 2476 'tgraf, - geel, - vs. 2477 seij, - vs. 2478 wereld - herfst - 'tglippen - vs. 2479 winters - sij - vs. 2480 dat se 'tVoorjaer - dat se - vs. 2481 in den - 'twaken: - vs. 2482 wereld, mensch, - vs. 2483 hij - vs. 2484 Wij - vs. 2486 syn' - vs. 2487 'tdagelix - 't syn - vs. 2488 uijt - Basuijn - vs. 2489 van de - vs. 2490 vanden snapper - Veer-schuijt - vs. 2492 mij - myn Slot - rust. - vs. 2493 Of, - myn - 'theeten, - vs. 2494 derv - vs. 2495 Hofwycker hier: 't Hofwijcker - Casteel, - vs. 2496 Cluijs - huijs, - vs. 2498 'tverkens-kot -
vs. 2501 beste: - vs. 2502 mij - 'tis - vs. 2503 ghij - omloop - vs. 2504 besluyt hier: 't besluyt - 'tmiddel-punt. - vs. 2505 'tgroot - bosch - Sijcomoren, - vs. 2506 over hands - vs. 2507 Rijst - vs. 2508 diem' - vs. 2510 uijt - veer-schuijt - blosen, - vs. 2512 'tgebouw, - vs. 2513 ghij - vs. 2514 ghij - vs. 2515 liett - van den - vs. 2516 wijdde - toogh. - vs. 2517 mij - vs. 2518 hij mij - hij mij - vs. 2520 'tsteile - vs. 2521 'tnae - vs. 2523 'thofwijcksche Rialt: - vs. 2524 Ghij - vermoeijt - tré: - vs. 2525 Ghij - ghij - ghij - lange - vs. 2526 honighraed -
distelen - roosen, - vs. 2527 drij - moeijt - vs. 2530 lesten: - vs. 2531 verdeeling - vs. 2532 Kaerte - syn' quellingen - vs. 2533 mengde - vs. 2534 Hij - vs. 2535 Een' - peze-loos - drij, - vs. 2536 distelen - suijckert slavernij. - vs. 2537 eenerhand - zij - vs. 2538 Maer - slorpt - azijn-kan, - vs. 2539 En - bij - voetpad lang, - vs. 2540 bang. - vs. 2541 verandering - vs. 2542 kinderen, - sij - vs. 2544 'tjonghe - gela'en: - vs. 2545 op - vs. 2546 de - waren; - vs. 2547 luij - schaetsen - vs. 2549 tyd - vs. 2551 'teenerhande - vs. 2552 'taltyd - 'taltyd - vs. 2553 thooghst, - zyn wij, - vs. 2554 vallbrugg - Stoep - vs. 2555 vall-brugg, vreemdeling: - ghij - 'tslot? - vs. 2557 'T sluijt - vallbrugg - vs. 2558 wij - vs. 2559 wij - vs. 2561 meester - buyten-huijsen - vs. 2562 kunst - vs. 2563 vallbrugg - hoogh - poort, - vs. 2564 geen - ketingen - vs. 2565 sij - een' - vs. 2566 bewogen - vs. 2567 keucken-water-poort. - vs. 2568 zestich - menschen macht: - vs. 2569 beij - vs. 2570 stucken sien - mij - vs. 2571 luijster - vs. 2572 hoogen moet - buijgen - vs. 2574 ongesloten, - vs. 2575 valbrugg - vs. 2576 'tis - Dusend - vs. 2577 nacht-slot is - geen - vs. 2578 Geen - geen overvall, - vs. 2579 vromen - vs. 2580 Noijt - vs. 2581 vyand - vs. 2582 verderf, - reden, - verdoemen. - vs. 2583 'ken - vs. 2584 mij ijemand wensch - vs. 2585 mij - vs. 2586 maer - vs. 2588 myn' - vs. 2589 't hoogste de 't staat niet in het HS. - wreken, - vs. 2590 volldaen, - vs. 2591 quaet - syn' - vs. 2592 argsten, - bejeghent - vs. 2593 menschen - vs. 2595 schrijv - vs. 2597 ongevall - rooven - vs. 2598 mij - orgelen - vs. 2599 vergen - vs. 2600 Hofwijck - besoght, -
vs. 2601 Huijs-breker, - moeijt; - vs. 2603 'twaer - over-kunst - vs. 2604 buijt dien - noijt - vs. 2605 buijl - vs. 2606 weet, - vs. 2608 pasport is - vs. 2609 Myn - waerd; - vechten; - vs. 2610 En - mij - steelt - vs. 2611 meester - matras - vs. 2612 nacht - bij - vs. 2613 byden - voeren, - vs. 2614 Schilderij verduijst'ren voorde - vs. 2615 'tzijn - vs. 2616 Bij - ongesien - byden - vs. 2617 mijn - waerde, - vs. 2618 silverwerck, - Schotelen - vs. 2619 linnen-Cassen - vs. 2620 tuijschen - vs. 2621 lyf - wagen; - vs. 2622 Leer beklagen, - vs. 2623 niet met all, - vs. 2624 Gelyck - muijs - 'tspeck - vs. 2625 'tuijterlick - schijnen. - vs. 2626 mijnen - vs. 2627 lapp-hoer - buijten - vs. 2628 Leyen-dack - huijs - vs. 2629 'tzijn - leeghe - vs. 2630 kluijver - vs. 2631 meesters - bij - vs. 2634 mij mergen - vs. 2636 mett'er - geen - tegen - vs. 2638 zielen - gehuijst - vs. 2639 ijser wordt, - vs. 2640 kort. - vs. 2641 myn - Icken, - vs. 2642 'tslechte principael, - sij, - vs. 2643 verbij - geraeckt, - vs. 2644 sorgh - mannen - vs. 2645 meisjen - moij - vs. 2646 aensien. - vs. 2647 ongenoijt - altyd - vs. 2648 mij - de - mergen kom. - vs. 2649 pruijlen - vs. 2650
sij - schuijlen, - vs. 2651 haer - Hofwijck - vs. 2652 'tAchterom. - vs. 2653 gasten: flux - uijt - polder, - vs. 2654 boonen van den - netten - vs. 2655 vijver - 'tgewoel, - snoecken - lij, - vs. 2656 Ian - inde - blij, - vs. 2657 Blij - vangst, - vs. 2658 vissen - vs. 2659 lijster uijt - Strick, - vs. 2660 t'huijs, - dan hier: als - ick. - vs. 2661 besigher - 'tlichten - van de - vs. 2662 brengt - segen, - vs. 2663 niews - vischmerckt geeft - vs. 2665 vleij - gepeins, - Reden - vs. 2666 mij - wey - vs. 2667 water, - erf - rysen - Stoff, - vs. 2668 'twinter-peil - Huijs - vs. 2669 soeten dwangh, - Moeten, - vs. 2670 Huijs - vs. 2671 vrij - vs. 2672 winters - droogh. - vs. 2673 pass - sij mochten - vs. 2674 spijs genoegh - vs. 2677 mij - vs. 2678 sulck land - vs. 2679 hebb - gevaer - vs. 2680 'tgevaer, - vs. 2681 in de ruijme - Hofwijcks - vs. 2682 ruijmte - syns - vs. 2683 buijtens - vreugd - vs. 2685 Onnoosel, - ghij - vs. 2686 Land-heer - Hofwijck - vs. 2687 schuijl - 'tgeraes, - ghij duijckt - 'tgetier, - vs. 2688 insicht, - vs. 2689 ghij mij - vs. 2690 ghij inde Vlied 'thofwijcker hoofsch - vs. 2692 Dood. - vs. 2693 isser koel, - vijver - grachten, - vs. 2694 ketelen - vs. 2695 Drij - vs. 2696 'tgevierde - vs. 2697 waerd - spijsen; - vs. 2698 Hofwijcks, - wijsen, - vs. 2699 daer gheen - vs. 2700 bevroeden hier: bezeffen -
vs. 2701 'tniet - vissen - vs. 2702 vreemdeling, - plassen. - vs. 2703 vijver - hij visseloos: - vs. 2706 prachten. - vs. 2707 maeckt'er - zynder - vs. 2708 vyf - vs. 2709 peerdje - vs. 2710 'tis - vs. 2711 Huijsen - Huijs, - vs. 2712 Alchijmij, - vs. 2714 Sij - minsten: - vs. 2715 Ghij - vs. 2716 ghij - vs. 2719 een duijt, - vs. 2720 ghij - Dagh-keers uijt: - vs. 2721 mij - vs. 2722 poogen - vatten: - vs. 2723 'twaer - jonghelingh - hij - vs. 2725 'ksie - vs. 2726 struijckelen, - vs. 2727 wederzij - vs. 2728 zij - stond. - vs. 2729 schuijten - vs. 2730 dobble - vs. 2731 'twater uijt, - vs. 2732 eens, - 'tgeluijd - vs. 2733 van de Bergen stuijt - van de - vs. 2735 'tdoen - vs. 2736 schijnen, - vs. 2737 'tschepsel - vs. 2738 sij - wij - vs. 2739 All - Croonen, - vs. 2740 'tende - vs. 2741 'tvijvertje - vs. 2742 jeughd, - 'tqualick - vs. 2743 grass, - rij-baen - weij? - vs. 2744 'tanders - zeij: - vs. 2745 mij - sij - vs. 2746 wederbaen - Hofwijck - vs. 2747 tuijgen bij - 'tslingerende stael - vs. 2748 menschelick - vs. 2749 wegen - vs. 2750 'twerren - vs. 2751 overkruijst. kortom, - uijt - vs. 2752 vuijl papier - vs. 2753 Solderen - vs. 2754 walgen - vs. 2755 wetenschapp. - vs. 2756 kruijsseling - vs. 2758 wij - blinden, - vs. 2759 lang - kort, - vs. 2762 wij - vs. 2763 'tkonstigh - ongesont - spijs - overvloed - vs. 2766 'twaer - bestaen, - vs. 2767 klaps; - vs. 2768 schaetsen af - venster - vs. 2769 Leser-lief; - 'tis - mij - vs. 2770 af gedicht; - vs. 2771 bestaen; - uijt - vs. 2773
lijvighs - vs. 2774 Daer om - vs. 2775 'tkinder-mael - vs. 2776 wijn, - vs. 2777 'ksal - vs. 2778 ghij - vs. 2779 'tmael - 'tlaken - vs. 2780 'tkort - Hofwijck - vs. 2781 dingen - vs. 2782 mij - of - vs. 2784 Weij - 'tVeen belent, - vs. 2785 wandelaers - vs. 2786 Hofwijck - vs. 2787 loeijen mij 'tbedd uijt, - vs. 2788 luijaert, uijt - pluijm, - vaeck, - vs. 2789 eet-sael - vs. 2790 'tsteil - kom' - verdonck'ren; hier: ontdonck'ren, - vs. 2791 in de - 'tis - tijd, - vs. 2792 ghij - onbijten - vs. 2793 Zuydwestwaerd - Ambachts-heeren, - vs. 2794 haer - molens - vs. 2795 tuijgen watt'er - vs. 2796 'tstraetgerucht - Hofwijck hoort. - vs. 2797 Ryswijck, 'tschoone - bekooren. - vs. 2798 westelicker - vs. 2799 'tBroecker Hoij - woud, - vs. 2800 'tScheveninger - vs. 2803 ghij - vs. 2804 twijffel - mijn - vs. 2805 'tuytsien, - 'tsoeten, - vs. 2807 uijt - 't Latijn, - vs. 2808 syn moeder, - vs. 2810 'tprachtighe - vs. 2811 tael - tael, - thuijs - vs. 2812 all om - hoort, - vs. 2813 besaeyt - vs. 2814 zee - gegoten, - vs. 2815 velen, - 'tsoeckt, - luijten, - vs. 2816 ghij - vs. 2817 gelesen - vs. 2818 naerden - all - ghij - vs. 2819 verblyf, - Hofwyck - syn' Heer. - vs. 2820 Ia - vs. 2821 uijt - vs. 2822 treed' - uijt - ghij - vs. 2824 voorde - geef.
Zie voor de onderteekening, blz. 26.
Dl. IV, 340. | [In ... Hugenii ... Dies festos.]
vs. 44 victima lees: victimae vs. 64 factum Barl. Poem.: fastum |
Dl. V, 12 | Ib. 43.
lees: Ib. 42. |
Dl. V, 16 | Aen den Leser; voor de Byschriften.
Zie blz. 27. |
Dl. V, 18 | Aenden drucker van Hofwyck.
Van dit versje is nog een tweede HS. (zie blz. 27), met den titel: Aenden drucker. |
Dl. V, 25 | Gouden mael-stock door Hare Hooch.t aen D. Seghers gegeven.
Van dit versje zijn de beide laatste regels afzonderlijk gedrukt in Verscheyde Nederduytsche Gedichten, II, 1653, blz. 117, met den titel: Opschrift van een goude stock, vereert door de Princesse Amelia van Oranje aen Pater Segers, vermaert Bloem-Schilder. vs. 1 V.N.G.: Sulck slaen en komt niet al den dag |
Dl. V, 47 | Noch over des Heeren Avondmael.
reg. 2 v.o. K.b., II, 55. lees: K.b., I, 55. |
Dl. V, 158 | Ghij hebt seer veel gelesen, Ian
reg. 6 v.o. Mannlicke lees: Mannliche |
Dl. V, 160 | Op 'thoeckje vande Merckt staet Galgh op Galgh verheven
Ook in afschr. van andere hand, met den titel: Ians geluck. |
Dl. V, 171 | Ian hadd' sijn' vaerdicheid in saken vander min
Ook in afschr. van andere hand, met den titel: Ians vaerdicheit. |
Dl. V, 187 | [Ad Zuylichemi Toparcham.]
vs. 3 Helice Westerbaen's Ged., 1657: Arcto |
Dl. V, 190 | Ick sie wel wat u lett, ghij deckt als heilighdom
vs. 1 wel lees: Nel Ook in afschr. van andere hand, waar in vs. 1 wel staat. |
Dl. V, 190 | Le Sophiste resveur me dira ce qu'il veut
In 2 HSS. (zie dl. IV, 261, en boven, blz. 26). vs. 2 fouïllé 1 HS.: battu |
Dl. V, 208 | Wy zijn in goeden stand
Ook in afschrift van andere hand. vs. 4 het afschr.: ons |
Dl. V, 235 | My zeide een Bedelaer, Heer, zyt ghy geck?
reg. 7 v.o. K.b., II, 238. lees: K.b., II, 138. |
Dl. V, 235 | Tys was een Schilder, en is een Doctor geworden
reg. 6 v.o. K.b., II, 238. lees: K.b., II, 138. |
Dl. V, 239 | Stoof.
vs. 1 Kost K.a.: Most |
Dl. V, 262 | Lijs quam de Coomenij tot Ianbuers in getreden
Ook in afschrift van andere hand, met den titel: Van Lijs. |
Dl. V, 263 | Truij is niet bot, maer scherp en snedigh
Ook in afschr. van andere hand, met den titel: Snedighe Truij. |
Dl. V, 305 | [Aen Vrouw Geertruyd Huygens, geseght Doublet, Vrouwe van S.t Anneland, etc.]
Daarvan bestaat een HS. van C.H. Jr.; zie blz. 27. |
Dl. V, 306 | [Incomparabili, ac supra laudem Zulichemi D.no
Aulifugium suum publici juris facienti.]
Bestaat in het HS. van Graswinckel; zie blz. 27. |
Dl. V, 307 | [Aen myn Heer, myn Heer van Zuylichem over het lesen van sijn Ed.s Hofwyck.]
Zie over de HSS. van dit en van de andere lofdichten van Westerbaen (blz. 311-315) hier boven, blz. 27. |
Dl. V, 316 | [Op 't Hofwyck van den Edelen en geestigen Heer van Zuylichem, etc.]
In het HS. van dit gedicht (zie blz. 27) luidt de laatste regel: Hoe kan het Hofwijck sijn? 't is Hofwijck in den Hof. |
Dl. V, 316 | [Aenden Heer van Zuylichem, op zijn Hofwycksch gedicht.]
Het vers bestaat in Bruno's eigen HS. (zie blz. 27). vs. 4 's werelds HS.: 't werelds |
Dl. V, 343 | [In effigiem Christinae Reginae Sueciae.]
Laatste regel v.o. tua nata lees: te tua nata |
Dl. V, 356 | Achter het Register is uitgevallen:
Bijlage. Voorrede, lofdichten, enz. van Hofwyck (1653). blz. 305. Voorrede, enz. van de Momenta desultoria (1655). blz. 317. |
Dl. VI, 8 | [Op het afscheyd.]
reg. 2 v.o. de 4 laatste versregels lees: de 3 laatste versregels |
Dl. VI, 15 | (Vergeefsch vergeven.)
reg. 2 v.o. K.b., II, 265. lees: K.b., II, 264. |
Dl. VI, 45 | Magh m'hem de moeijt niet wel bedancken
Boven het versje moet staan: (Dootkist) 5). Onder de noten op te nemen: 5) K.b., II, 36. vs. 2 de wiegh af K.b.: uyt de wiegh - vs. 3 er af K.a.: endlick |
Dl. VI, 45 | Luytmaker 5).
lees: Luytmaker 6). laatste regel 5) K.b., II, 17. lees: 6) K.b., II, 17. |
Dl. VI, 63 | (Aenden Heer van Maersseveen.)
reg. 11 v.o. Ter plaatse lees: Ter plaetse |
Dl. VI, 82 | Op den aerdcloot inden vloer van 'tStadhuijs tot Amsterdam.
Het versje is ook gedrukt in Klioos Kraam, vol verscheiden gedichten. De Tweede Opening .... 1657, blz. 366. |
Dl. VI, 83 | Op den hemelcloot aldaer.
Ook gedrukt in Klioos Kraam, t.a.p., 367. vs. 2 'twoelige K.K.: 't weelige |
Dl. VI, 87 | Eer dat ghij trouwt siet inden wint 1),
Lees reg. 13 v.o.: Antes que cases, Mira que hazes, Que no es ñudo que des hazes. |
Dl. VI, 93 | Den krygh en een stuck schilderijs
reg. 2 v.o. De krygh lees: Den krygh |
Dl. VI, 113 | In effigiem Duarti.
Het versje is gedrukt onder het portret van Duarte door Lucas Vorsterman. (Vgl. Catal. der Huygens-tentoonstelling, No. 406.) |
Dl. VI, 115 | 'Khoor onsen Ioncker van ses weken
Ook in afschr. van andere hand, met den titel: Nieuwen Adel. |
Dl. VI, 175 | Troetelt ghij de katten, licht 6)
reg. 6 v.o. (717) lees: (747) |
Dl. VI, 180 | Is 'tSchaep goedaerdigskens en tam 10),
reg. 3 v.o. lees achter de Spaansche spreuk: (783) reg. 2 v.o. moet vervallen. |
Dl. VI, 197 | Een deur die ongesloten staet
reg. 3 v.o. (777) lees: (977) |
Dl. VI, 198 | Belieft het God den Heer
reg. 11 v.o. (983) lees: (982 en 983). |
Dl. VI, 201 | Kaecken sonder baert 8)
reg. 6 v.o. lees achter de Spaansche spreuk: (1011) reg. 5 v.o. moet vervallen. |
Dl. VI, 223 | Op de gulden spreucken van Ioseph Hall ....
Ook in afschrift van andere hand. vs. 11 die afschr.: der |
Dl. VI, 224 | 'KGae voor een Meester uijt, wat sal ons hier gebeuren?
Ook in afschr. van andere hand, met den titel: Een Quacksalver. |
Dl. VI, 228 | In effigiem meam a filio Christiano delineatam.
Een 3de HS. van het versje komt voor in een exemplaar der Korenbloemen (1658), in het bezit van den Heer A.P. Vaillant te 's Gravenhage. (Vgl. Catalogus der Huygens-tentoonstelling, No. 280.) |
Dl. VI, 231 | Aen Ioffrouw van Osmael.
vs. 3 overbracht lees: overkracht |
Dl. VI, 233 | Op de selve (Print van Coppenol).
Het versje is gedrukt onder het portret van Coppenol door Cornelis Visscher, 1658, met den titel: Op de Print van den onwedergaelicken Schrijver Lieven van Coppenol. (Vgl. Catal. der Huygens-tentoonst., No. 795.) |
Dl. VI, 233 | Aen Ioff.r Trello.
Een ander HS. van het versje komt voor in een exemplaar der Korenbloemen (1658), toebehoorende aan den Heer A.P. Vaillant te 's Gravenhage. (Vgl. Catalogus der Huygens-tentoonstelling, No. 280.) Het versje heeft daar den titel: Aen me Ioffrouw Lucretia van Trello. Ook in afschrift van andere hand. vs. 2 der afschr.: den |
Dl. VI, 234 | Genesing.
vs. 16 tijden lees: lijden |
Dl. VI, 261 | (Droomen ydelheit.)
reg. 9 v.o. 2) K.b., II, 388. lees: 2) K.b., II, 387. |
Dl. VI, 263 | Aende medereisers.
reg. 9 v.o. 1) K.b., II, 549. lees: 1) K.b., I, 549. |
Dl. VI, 274 | Op de afbeeldingh van Carel de II.en Coningh van Gr. Britt.en
reg. 5 v.o. Monck lees: Monk |
Dl. VI, 288 | Aanden H.r van Brandwijck op de ses eerste boecken van Virgilius by hem overgesett.
Het versje is niet opgenomen in De Aeneis van P. Virgilius Maro, bestaende in XII. Boecken, uyt het Latijn in Nederduytsche rymen gebracht door Jacob Westerbaen, Ridder, Heere van Brandwyck en Gyblant. In 's Graven-hage, by Johannes Tougerloo .... 1662. |
Dl. VI, 288 | Op het selve boeck.
Dit versje is opgenomen in het zoo even genoemde werk, met den titel: Op het vertaelen van Virgilius Maro, gedaen door den Heere van Brandwijck. |
Dl. VI, 290 | Videte quanti est Patriae scorti salus
reg. 6 v.o. zie blz. 389, Noot 3. lees: zie blz. 289, Noot 3. |
Dl. VI, 296 | Aen Ioff.w Adr. la Thor.
reg. 6 v.o. 1) K.b., II, 382. lees: 1) K.b., II, 383. |
Dl. VI, 309 | Aen Ioff.w Maupas ....
Ook in afschrift van andere hand. In plaats van vs. 7 en 8 heeft het afschr.: Soo sou 'ck op Puttershoeck niet dichten, maer op jou. |
Dl. VI, 312 | Comedien.
Er is nog een 2de HS. van het versje, eveneens zonder datum, in portefeuille f der Korenbloemen (afschriften). |
Dl. VI, 321 | [Spore voor den edelen en gestrengen Heere, Christiaen Huygens ....]
Het gedicht van Vondel is den 14den Nov. 1657 geschreven. |
Dl. VII, 3 | La mode du Roy.
Eén der 3 HSS heeft tot titel: De eodem Rege ad maritos Gallos. |
Dl. VII, 34 | Le petit Escureuil sera longlemps en cage |
Het versje is waarschijnlijk niet van H. | |
Dl. VII, 34 | Sonnet.
Het vers is niet van H., maar van den abt Jacques Esprit (1611-1678) en o.a. gedrukt in de Oeuvres complètes de Melin Sainct-Gelays .... par Prosper Blanchemain, 1873, II, 152, Noot. |
Dl. VII, 35 | Chanson.
Ook dit versje is zeker niet van H. |
Dl. VII, 88 | Ad Comitem de Dona.
Vóór reg. 9 v.o. is uitgevallen: 4) |
Dl. VII, 145 | Ian à la mode.
reg. 3 v.o. 4) K.b., II, 315. lees: 4) K.b., II, 415. |
Dl. VII, 145 | Vriendelick oneens.
reg. 2 v.o. 5) K.b., II, 315. lees: 5) K.b., II, 415. |
Dl. VII, 146 | Kindermall.
reg. 7 v.o. 1) K.b., II, 315. lees: 1) K.b., II, 415. |
Dl. VII, 169 | Schadelijcke lof.
reg. 8 v.o. 1) K.b., II, 299. lees: 1) K.b., II, 300. |
Dl. VII, 171 | Aen Claes.
reg. 8 v.o. 1) K.b., II, 310. lees: 1) K.b., II, 309. |
Dl. VII, 182 | Kinds kinderen liefde.
reg. 6 v.o. 4) K.b., II, 301. lees: 4) K.b., II, 416. |
Dl. VII, 195 | Onnutte moeyte.
reg. 2 v.o. 6) K.b., II, 293. lees: 6) K.b., II, 295. |
Dl. VII, 272 | (Oprechte mildheit.)
reg. 6 v.o. 1) K.b., II, 435. lees: 1) K.b., II, 434. |
Dl. VII, 281 | Klappige Neel.
reg. 7 v.o. 1) K.b., II, 437. lees: 1) K.b., II, 438. |
Dl. VII, 285 | (Vuyl en vuylt niet.)
reg. 2 v.o. 3) K.b., II, 289. lees: 3) K.b., II, 288. |
Dl. VIII, 6 | Bedde-wijsheit.
reg. 2 v.o. Bij vs. 10 in marg. lees: Bij vs. 11 in marg. |
Dl. VIII, 45 | In πάρεργα mea peregrina. Londini 1o. Sept. 1671.
vs. 6 dubitas lees: dubitat |
Dl. VIII, 53 | (Nette Nel.)
reg. 4 v.o. K.b., II, 443. lees: K.b., II, 442. |
Dl. VIII, 53 | Op een geblanckette.
reg. 3 v.o. K.b., II, 442. lees: K.b., II, 443. |
Dl. VIII, 115 | Hoe licht bedanck ick God, hoe licht vereer ik hem
vs. 1 ik lees: ick |
Dl. VIII, 133 | In concentus musicos Academiae solennitate mixtos IIX Feb. 76.
solennitate lees: solennitati |
Dl. VIII, 146 | Epitaphe d'un pendu.
vs. 3 ii lees: il |
Dl. VIII, 189 | De vita propria sermonum inter liberos liber primus. |
De aanteekening bij vs. 317 moet op de vorige bladzijde staan. Eveneens de variant in vs. 316. | |
Dl. VIII, 208 | reg. 17 v.o. Trogmonton lees: Trogmorton |
Dl. VIII, 233 | vs. 1149 posteriati lees: posteritati |
Dl. VIII, 270 | Morte mori lentâ, non auferri violentâ
De 2de versregel moet inspringen. |
Dl. VIII, 342 | Sic vivunt homines; est nausea deliciarum
De streep tusschen vs. 15 en 16 moet tusschen vs. 16 en 17 staan. |
III.
Aanvullingen en verbeteringen in de noten.
Dl. I, 44 | Votum pro Illustriss.mo Principe Henrico in Angliam navigaturo ad Aeolum et Neptunum.
Frederik Hendrik heeft dus in 1613 Frederik van den Paltz naar Engeland begeleid. In zijne levensbeschrijvingen wordt van die reis geen melding gemaakt. |
Dl. I, 60 | Epithalame aux nopces de Mons. d'Houthain avec Madamoiselle vander Noot.
Philips de Soete de Laeke van Houtain was een zoon van Alexander, onderteekenaar van het verbond der edelen, vriend van den Prins van Oranje en gouverneur van Walcheren in 1576, en van Margaretha van Berchem. (Vgl. G. Murray Bakker in Oud-Holland, 1898, blz. 15). |
Dl. I, 73 | Epithalame au mariage de Mons.r Guilleaume de Liere avec Mad.lle Marie de Leefdael. Soubs les noms de Coridon, et Philis.
Emmery van Liere, gouverneur van Willemstad, overleed in 1618 in Den Haag. Maria van Leefdael was eene dochter van Frederik († 1607) en van Maria Albouts. (Vgl. Balen, Beschryvinge der Stad Dordrecht, 1109.) |
Dl. I, 98 | Huictain.
Het versje doelt niet op het vormsel, maar op het kruisjes geven op Aschwoensdag. |
Dl. I, 102 | Academiae sacrum.
H. is niet in de rechten gepromoveerd, maar heeft eene disputatie gehouden en daarmede de Hoogeschool vaarwel gezegd. Die plechtigheid had waarschijnlijk den 15den Juli plaats, in elk geval niet vóór den 10den Juli. (Vgl. Dr. J. van der Vliet in Oud-Holland, 1896, blz. 129-146.) |
Dl. I, 116 | Doris oft herder-clachte. De brieven van H. aan Dorothea zijn uitgegeven in de Dietsche Warande, 1892, blz. 335-344, 451-460. Vgl. verder nog dl. IV, 29, Noot. |
Dl. I, 132 | Acrostique à Dam.le Agnes de Keteler.
Hans Sigismund van Keteler is kapitein geweest bij de Duitsche ruiterij in dienst der Staten. (Vgl. Militair Repartitie-Boeckjen aenwijsende den Staet des Oorlogs der Geunieerde Provincien. Als mede het getal der Compagnyen, soo te Paert als te Voet, in des selfs dienst geweest synde, zedert den Jare 1621. 3de druk, 1660, blz. 68.) |
Dl. I, 207 | Epithalamium Caesaris Calandrini Ecclesiae Italicae quae est Londini pastoris, et Elisabethae Harderet.
De predikant La Fontaine had Christiaan Huygens geholpen, toen hij in 1581 het zoontje van Willem van Hoorn uit het huis van den Spaanschen gezant te Londen oplichtte. (Vgl. Van Meteren, b. X, blz. 182, en Hooft, 1703, blz. 778-781.) |
Dl. I, 267 | Academiae Oxoniensi perpetuum florere.
E.M. is Meetkercke. Zie dl. VIII, 191. |
Dl. II, 128 | Scheeps-praet, ten overlyden van Prins Maurits.
De Jan, die van Frederik Hendrik ‘all syn heul was’, en die stierf, toen deze juist Stadhouder was geworden, was zijn secretaris Jan Tuning. In de Sermones de vita propria (vgl. dl. VIII, 211) wordt zijn naam genoemd en vermeld, dat de Prins aan zijn sterfbed heeft gestaan. |
Dl. II, 144 | Le revers de la Cour.
Noot 2 en 3 is foutief. Don Emanuel van Portugal (1568-1638) had uit zijn huwelijk met Emilia van Nassau (1566-1629) twee zoons. De oudste, Emanuel (1599-1666), is van 1628-1633 Carmelieter monnik geweest, toen protestant en ritmeester in dienst der Staten geworden. In 1638 werd hij gevangen genomen en weer naar zijn klooster gezonden, waaruit hij ontsnapt is. Hij is gehuwd geweest met Johanna, gravin van Hanau. - De tweede zoon, Guillaume Louis, heeft tot de ridders van Malta behoord, maar heeft die orde verlaten en is gehuwd. (Vgl. De Navorscher, 1886, blz. 347.) |
Dl. II, 144 | Charlotte de la Trémouille is niet gehuwd geweest met lord Stranges, zooals geschiedschrijvers dier dagen hem noemen, maar met James Stanley, graaf van Derby (1596-1651). In den burgeroorlog, waarin hij de partij des Konings had gekozen, hield hij zich tot 1650 staande op het eiland Man, maar werd in den slag bij Worcester gevangen genomen en in 1651 onthoofd. Zijne vrouw, die in 1644 het kasteel Lathom-House tegen Fairfax verdedigd had, bleef ook na den dood van haren echtgenoot den strijd nog volhouden. |
Dl. II, 144, 145. | In een brief van Dr. Christiaan Rumph (vgl. dl. III, 315) aan H. worden als hofdames genoemd: Domina Brederodia, Domicella Schelin et Sevenaria. |
Dl. II, 145 | Charles Morgan stierf niet in 1653, maar in 1642. (Vgl dl. III, 242.) |
Dl. II, 146 | Sir William Brog wordt reeds in 1588 genoemd als sergeant-majoor bij het Schotsche krijgsvolk in dienst der Staten. De dappere krijgsman is na ongeveer 50 jaren dienst in 1636 te 's Gravenhage gestorven. (Zie over hem, G. Murray Bakker in Oud-Holland, 1898, blz. 25-27.) |
Dl. II, 146 | Deschamps, vader en zoon, waren stalmeesters van den Prins. In 1645 zond Frederik Hendrik Deschamps naar het Fransche hof (brief aan Mazarin; Lettres françaises), in 1650 gaf Willem II hem eene vertrouwelijke opdracht aan d'Estrades (vgl. Fruin in de Bijdragen voor Vaderl. Gesch., 3de Reeks, IX, 1895, blz. 12). In 1657 was een Deschamps, die vroeger in Nederlandschen dienst was geweest, verbonden aan de koninklijke stallen te Parijs. (Vgl. A.P. Faugière, Journal d'un voyage à Paris en 1657-1658, blz. 36, 67.) |
Dl. II, 146 | Jacob Junius, de secretaris van den Prins, is niet in Nov. 1641, maar in Juli 1645 gestorven. (Brief van H. van 15 Juli 1645 aan Amalia van Solms; Lettres françaises.) |
Dl. II, 146 | In 1654 was Cloet nog gouverneur van Meurs, waar H. hem toen bezocht (Dagb., 56). |
Dl. II, 146 | Abraham de Bye is in 1644 gestorven (Dagb., 42). |
Dl. II, 147 | René de Nicastre was niet stalmeester, maar hofmeester van den Prins. In 1642 kreeg hij verlof, om een huis te bouwen op een ledig erf van het Buitenhof vóór de Pikeurschuur. (Vgl. W.P. van Stockum, 's Gravenhage in den loop der tijden .... 1889, I, 210.) |
Dl. II, 207 | In hortum fratris optimi nuper fodi et sepiri coeptum.
De tuin van Maurits Huygens was bij het Bosch. Barlaeus schreef in 1642, na den dood van Maurits H., aan Constantyn: Non ita diu est, quod cum nobilissimo Vicofortio ipsum inviserim in diverticulo, quod ad latus sylvae habet amoenissimum. (Vgl. Barlaei Epistolae, blz. 884.) |
Dl. II, 231 | Epitaphium Varennae nobilis Galli, musici elegantissimi.
Varenne werd den 27sten Juni 1631 in de legerplaats bij Bergen op Zoom vermoord (Dagb., 27). Jacob van der Burgh schreef een Latijnsch gedicht op zijn dood, dat onuitgegeven is; het HS. bevindt zich in de Leidsche Bibliotheek. |
Dl. II, 241 | Inscriptio libello Gallico Marci Bonnyers Iesuitae quem dono mittebam rectori Societatis Trajecti ad Mosam.
Boddens is in 1638 op de beschuldiging, dat hij door de biecht iets te weten was gekomen van een verraderlijken aanval op Maastricht en niet had gewaarschuwd, met drie |
andere priesters gevangen genomen en onthoofd. ‘Hy was van een goet geslachte van Brugge, by de grooten van wegen zijne welspreeckentheyt ende ervarentheyt geestimeert.’ (Vgl. Aitzema, IV, b, 132-137.) | |
Dl. II, 279 | Middelg.
Simon Middelgeest werd niet in 1610, maar in 1619 ingeschreven als advokaat bij het Hof van Holland. |
Dl. II, 287 | In R. Honerdi Thamaram tragoediam.
Het treurspel had in 1611 het licht gezien met den titel: R. Honerdi Thamara tragoedia. Lugd. Bat. Ex officina Joannis Patii. |
Dl. II, 293 | In viri doctissimi et humanissimi I. Smithii penum antiquariam.
Eene uitvoerige levensbeschrijving van Smetius gaf Dr. N.C. Kist in het Archief voor Kerkelijke Geschiedenis, IV, 1833, blz. 117-230. |
Dl. II, 311 | Alloquitur Pater Heinsium.
Melander - H. noemt hem Alexander, elders heet hij Johan - werd in 1598 heer van Poederoyen. Als secretaris van Prins Maurits was hij diens rechterhand en bovendien een zeer geleerd man. |
Dl. II, 321 | Eadem obsidione.
Zie over de Grudii, dl. VIII, 113, 114. |
Dl. III, 36 | Hospitis nec ab hospite tuti Philippicarvm decas prima.
Nicolaas van Reygersbergh, op wien deze verzen doelen, werd geboren te Veere en den 24sten Juli 1604 als student te Leiden ingeschreven. Hij was een broeder van Maria R., de vrouw van Hugo de Groot. Den 22sten Nov. 1625 werd hij lid van den Hoogen Raad en hij bekleedde dat ambt tot zijn dood op 3 Aug. 1653. Reygersbergh, die ongehuwd was, was een zeer geleerd man en een vriend van Hooft, Heinsius en Barlaeus. |
Dl. III, 44 | Ad Philippum Doubletium ex fracto crure decumbentem protrepticon.
Doublet had een vers geschreven met den titel: Ad Constantinum Huijgenium Philippus Doublet decumbens ac dolens. In een ander vers zinspeelde hij op de boven genoemde Philippicae; de HSS. van beiden bevinden zich in de Leidsche Bibliotheek. |
Dl. III, 165 | In mortem pulcherrimae matronae Annae Killigrew sub ponte Londinensi submersae. 16. Iuly 1641.
Anna Killigrew was niet de vrouw van Sir Robert, maar misschien eene schoondochter. (Vgl. dl. VIII, 208.) |
Dl. III, 169 | Ad Ioannem I.F. Dedelium theses de fideicommissis et SC.to Trebell. defendentem προτροπή.
Johan Dedel de jonge bevond zich in 1649 te Parijs (vgl. Journalen van Const. Huygens Jr. in de Werken v.h. Hist. Gen., No. 46, blz. 116). Hij is later auditeur van de Rekenkamer van Holland geweest en was gehuwd met Emerentia van Beveren. (Zie Balen, Beschryvinge der Stad Dordrecht, 972). |
Dl. III, 178 | In H. Groty Animadversiones ad Cassandri Notas. Georgius Cassander (1515-1566), geb. te Brugge, een beroemd theoloog, heeft eene Consultatio de articulis inter Catholicos et Protestantes controversis uitgegeven. Hij is te Keulen gestorven.
Georgius Wicelius (1501-1573) is van Katholiek Luthersch geworden, maar later weer tot de moederkerk teruggekeerd. Hij heeft getracht de beide religies te verzoenen. Philippus Melanchthon (1497-1560), de groote geleerde, was het na Luther's dood in sommige opzichten met Calvijn eens. Andreas Fricius Modrevius, secretaris van Sigismund Augustus, koning van Polen, was katholiek, maar werd, wegens zijne theologische geschriften, als een afvallige beschouwd. De ‘senex Spalatinus’ (vs. 9) is Marcantonio de Dominis. Zie over hem, dl. VIII, 194. |
Dl. III, 178 | Aen Ioff.w Utricia Ogle.
De noot is foutief. De vader van Utricia was Sir John Ogle (1568-1639), die langen tijd officier in dienst der Staten is geweest, van 1610 tot 1618 het ambt van militair gouverneur van Utrecht heeft bekleed en later naar Engeland is teruggekeerd. Hare moeder was Elizabeth de Vries van Dordrecht. (Zie over de familie van deze, Balen, t.a.p., 1076.) Utricia werd te Utrecht geboren en naar die stad genoemd. Waarschijnlijk heeft zij een groot deel van hare jeugd in Engeland doorgebracht; later kwam zij hier terug in de omgeving van Lady Stanhope, die hertrouwd was met Johannes Polyander, heer van Heenvliet, en met haar echtgenoot verbonden was aan de hofhouding van Maria Stuart, de gemalin van Willem II. Utricia heeft een tijd lang tot diezelfde hofhouding behoord, maar is den 18den Dec. 1645 getrouwd met kapitein William Swann († 1678). Met hem heeft zij een tijd lang te Breda gewoond en later te Hamburg, waar Swann resident van Groot-Brittannie is geweest. In April 1674 is zij te Hamburg overleden. H. heeft Utricia zingen geleerd, haar zijne Pathodia (1647) opgedragen en is altijd met haar in correspondentie gebleven. (Vgl. over haar het Tijdschrift der Vereeniging voor Noord-Nederl. Muziekgesch., V, 129-136.) |
Dl. III, 284 | In cippo fratris tumulo ab uxore imposito.
De vrouw van Maurits Huygens heette niet Petronella van |
Campen, zooals in de Noot vermeld wordt, maar Petronella Campe. Zij was één der 19 kinderen van Jacob Campe, burgemeester van Veere en later lid der Gecommitteerde Raden van Zeeland, en van Martha van Reygersbergh, eene zuster van Hugo de Groot's echtgenoote. (Vgl. J.G. Frederiks in het Maandblad van het Genealogisch-heraldiek genootschap De Nederlandsche Leeuw, 1894, blz. 174, 175.) | |
Dl. IV, 2 | Op het graf van Ioff.w Charlotte van Santen, gestorven te Delft den 24. Sept. 1644.
Walburgh van Trello leefde niet van 1588-1688, zooals in de Noot wordt opgegeven, maar van 1584-1680. Vgl. dl. VIII, 248. |
Dl. IV, 4 | In serenum aerem quo Constantia Boudania in Indiam Orientalem solvit 7. Nov. 1644.
De Noot over Constantia Boudaen is foutief. Zie dl. V, 125. |
Dl. IV, 53 | Een minnaer aen een weduwe op een mugge-nett hem bij haer vereert.
Anna Morgan is den 29sten Aug. 1646 ondertrouwd met Walter Strickland of Flamborough. (Het jaartal is uitgevallen.) Haar eerste echtgenoot was Sir Lewes Morgan of Rhiwperra. In 1652 woonde zij in Wales, waar zij H.'s zoon Lodewijk vriendelijk ontving. (Brief van H. aan haar van 6 Juni 1652; Lettres francaises.) Volgens den Dictionary of English Biography zou zij in 1688 te Chelsea zijn gestorven, wat niet waarschijnlijk is, daar zij in 1608 een grafmonument voor hare moeder oprichtte in de Oude Kerk te Delft. (Vgl. Boitet, 201.) |
Dl. IV, 59 | In Gratium cura Jani Vlitij recognitum.
Zie over Johan van Vliet, behalve het aangehaalde artikel van Dr. J.C.G. Boot, J.G. Frederiks in Oud-Holland, 1889, blz. 183-185. |
Dl. IV, 253 | Sur les dernieres heures de M. Rivet.
Marie du Moulin was waarschijnlijk eene dochter van Pierre du Moulin (1601-1684), den beroemden theoloog, die een tijd lang te Leiden professor is geweest, en van zijne tweede vrouw Sara de Geltray, die hij in 1625 had gehuwd. Volgens Eugène et Emile Haag, La France protestante, 2e éd., V, 1886, blz. 830, is zij in 1688 om haar geloof in Frankrijk gevangen genomen, maar heeft zij later aan het hoofd gestaan van het pensionnaat van ‘dames refugiées’ te 's Gravenhage, waar zij in 1699 gestorven is. Marie du Moulin was eene zeer geleerde vrouw. Met de familie Huygens stond zij op vriendschappelijken voet. |
Dl. V, 33 | Sur un tableau d'Adam et Eve, envoyé à Madame la Duchesse de Lorraine, etc. |
In 1659 heeft de Hertogin van Lotharingen aanspraak gemaakt op het markiezaat van Bergen op Zoom (vgl. Hollantse Mercurius van 1659, blz. 118), toen aan de Prinses van Hohenzollern het gezag voorloopig door de Staten-Generaal was ontnomen. (Vgl. dl. IV, 215.) - Zie over een zeer merkwaardig en langdurig proces, waarin de Hertogin gewikkeld is geweest, Gachard, Etudes et notices historiques concernant l'histoire des Pays-Bas, blz. 418, vlgg. | |
Dl. V, 34 | Tombeau de M. d'Haulterive. αὐτοσχεδιαστί.
Hauterive is niet in 1594 geboren, zooals in de Noot vermeld wordt, maar waarschijnlijk in 1584. Althans, toen hij den 25sten Maart 1670 stierf, teekende H. in zijn Dagboek (blz. 74) aan, dat hij 86 jaren oud was. |
Dl. V, 35 | A Mad.e de la Barre, sur les menaces de son depart. In de Memoires de Hollande (1678), een roman, die vroeger ten onrechte aan Mad.e de la Fayette is toegeschreven, wordt de aanslag van Willem II op Amsterdam o.a. ook toegeschreven aan ‘l'insolence qu'on avoit euë à Amsterdam, de jouër publiquement ses amonrs avec une comédienne francoise nommée La Barre’ (blz. 23). Het verhaaltje is geheel zonder grond. |
Dl. V, 40 | Ilicet Hollandis juuat hoc inscribere Fastis
Saumaise was in 1623 getrouwd met Mad.le Des Bordes. Zij was eene feeks, die Saumaise, in den omgang zeer zachtmoedig, aanspoorde zoo vinnig mogelijk te schrijven. Trotsch op den adel en de geleerdheid van haar man, voerde zij een hoogen toon en besliste alles. Christina van Zweden zei, dat zij Saumaise meer bewonderde om zijn geduld dan om zijne geleerdheid. (Vgl. Isaac Disraeli, Curiosities of Literature, 1863, I, 334.) |
Dl. V, 125 | Doopsels van een' hofstee.
Zie over François Caron en zijne echtgenoote, S. Kalff in De Gids, 1898, III, 81-114. |
Dl. V, 188 | Op de Uytspanninghe der vernuften van I. van Someren.
Over Johan van Someren, zijne echtgenoote en zijne waardigheden, vgl. Balen, t.a.p., 1241. |
Dl. VI, 56 | In Seren.mi Crescentis poemata ad Iosephum Zamponium.
Den 3den Mei 1656 teekende H. in zijn Dagboek (blz. 59) aan: Archidux donat mihi Poematum suorum Italicorum librum novum. - En uit dat feit, en uit den titel Serenissimus blijkt voldoende, dat de aartshertog Leopold Wilhelm de schrijver was van den bundel, dien hij onder een pseudoniem het licht had doen zien. |
Dl. VI, 268 | Pour un ami depité.
De aanleiding tot het schrijven van dit versje vindt men in H.'s Mémoire pour mes enfans de ce qui s'est passé entre un chascun de Messieurs du collége des Nobles d'Hollande et mes amis et moy, au subject de la seconde poursuitte de mon fils aisné pour la charge provisoire de conseiller au Conseil provincial, vacante par le départ du conseiller Almonde, employé aux Indes (vgl. Jorissen, Mémoires de Constantin Huygens, 1873, blz. 176-196). |
Dl. VI, 272 | Ad T. Honerdum de versibus .... Douzae ex sorore nepotis.
Thomas van den Honert was gehuwd met Baldina Nobelaer († 1679), maar had geene kinderen (vgl. Balen, t.a.p., 1275). Het echtpaar bezat de hofstede De Honaert te Voorburg tegenover Hofwyck aan den anderen kant van de vaart. (Zie J.G. Frederiks, in Tijdschrift voor Nederl. Taal- en Letterkunde, VI, 1886, blz. 73, en Hofwyck, vs. 495.) |
Dl. VI, 303 | Aende bedruckte moeder van Ioff.w Anna Margareta Kien. 1661.
Anna Margaretha Kien was eene dochter van Nikolaes K., ridder, kapitein en commissaris-generaal van de vivres, en van Catharina van den Honert, eene dochter van Rochus v.d. H. (vgl. dl. II, 247). Het echtpaar Kien had 7 kinderen (vgl. Balen, t.a.p., 1274). |
Dl. VII, 1 | In auspicatum natalem Principis Delphini ....
reg. 5 v.o. Den 26sten Oct. 1660 lees: Den 26sten Oct. 1661 |
Dl. VII, 95 | Op het contrefeitsel van Triglandus.
J. Triglandus, zooals in den titel van het versje in K.b. staat, is zeker fout. Bedoeld wordt Cornelis Trigland (vgl. blz. 97). De noot over Jacobus Trigland moet dus vervallen. |
Dl. VII, 278 | A M.le Iacoba Victoria Bartolotti. Iocus.
Zie over de onderteekening: Picart le desesperé, de volgende aanteekening. |
Dl. VII, 291 | Uijtwandeling vanden .... Augusti tot .... Septemb. 1669.
reg. 6 v.o. Pickert of Piccart was niet een nickname voor Van Beuningen. Hendrik de Pickere was een Antwerpenaar, die in 1669 een korten tijd met Jacoba Bartolotti van den Heuvel geëngageerd was; den 5den Juli wordt in de correspondentie van Christiaan H. melding gemaakt van dat engagement (vgl. Oeuvres complètes, VI, 471); den 22sten Aug. was het reeds weder verbroken (t.a.p., 483). |
Lijst der gedichten, die in de aanvullingen en verbeteringen worden genoemd.
Blz. | |
---|---|
In Argum quendam pauperem (I, 5) | 17 |
Idem quod supra (I, 5) | 17 |
De prodigo (I, 6) | 18 |
Dialogus Luciani de Venere et Cupidine (I, 9) | 18 |
Ex Graeco Bionis de Cupidine (I, 11) | 18 |
Amor fugitivus (I, 12) | 18 |
Psal. XLVI (I, 13) | 18 |
Ethopoeia Illustrissimae Principis Louisae interfecto marito (I, 15) | 18 |
Q. Horat. Flac. Ode XVI. lib. 2. ad Grosphum .... (I, 16) | 18 |
Ὁδοιπορικόν (I, 18) | 18 |
Strena ..... (I, 26) | 18 |
Ode Constantini Huygens in annalem suum .... (I, 37) | 18 |
Constantini Huygens carmen in diem natalitium .... (I, 41) | 18 |
Votum pro .... Principe Henrico in Angliam navigaturo .... (I, 44) | 54 |
(Ad Mauritium Principem) (I, 46) | 18 |
Epithalame aux nopces de ... d'Houthain avec Mad.le van der Noot (I, 60) | 54 |
Epithalame au mariage de .... Guilleaume de Liere avec .... Marie de Leefdael (I, 73) | 54 |
Huictain (I, 98) | 54 |
Academiae sacrum (I, 102) | 18, 54 |
Doris oft herder-clachte (I, 116) | 54 |
(Aen Dorothea van Dorp) (I, 125) | 18 |
Aen Anna R(oemers) (I, 129) | 18 |
Constantin Huygens wenscht den Amstelstroom geluck .... (I, 130) | 19 |
Acrostique a Dam.le Agnes de Keteler (I, 132) | 19, 55 |
(Aen Anna Roemers) (I, 140) | 19 |
Symbolum Apostolorum (I, 147) | 15 |
Grill off Haeghse herder-boeren-luyt-liedt ... (I, 161) | 19 |
(Aen Dorothea van Dorp) (I, 165) | 19 |
Tvrouwe-lof alias mans handt boven .... (I, 171) | 19 |
Amaryllis. Ecloga (I, 191) | 19 |
[Sonnet aen Heere Constantin Huygens] (I, 197) | 19 |
Aen Heere P.C. Hooft (I, 197) | 19 |
[Weder-antwoord van den selven] (I, 198) | 19 |
[Behouden reis, naer Engeland door .... Hooft, aen mij] (I, 201) | 19 |
(Aen Maeyke de Bie) (I, 202) | 19 |
Epithalamium Caesaris Calandrini .... et Elisabethae Harderet (I, 207) | 55 |
Blz. | |
---|---|
Κερκυραία Μάστιξ. Dat js 'tCostelick Mall (I, 243) | 19 |
(Academiae Oxoniensi perpetuum florere) (I, 262) | 55 |
Muyden, iek kom, hergunt mij de gunst die 'ck langhe geleden (I, 302) | 20 |
Vier en vlam .... (II, 42) | 20 |
(Ad D.R. Thorium) post obitum optimi Parentis Londinum reversus (II, 63) | 20 |
Wijder gaept nu Brosterhuisen (II, 115) | 20 |
Scheeps-praet, ten overlyden van Prins Maurits (II, 128) | 55 |
Le revers de la Cour (II, 142) | 55 |
Ick doolde bijster-sweghs in 'tswartste van 'tonseker (II, 170) | 20 |
Op een S. van Diamanten mij door Sterre gesonden (II, 176) | 20 |
Gulielmus Nassavius N. ad Grollam caesus (II, 184) | 20 |
In hortum fratris optimi nuper fodi et sepiri coeptum (II, 207) | 56 |
Sij stierf eerst, hij beproefd' een weinigh haer te derven (II, 216) | 20 |
Ad Arnoldum Vinnium .... Iurisprudentiae contractae libros edentem (II, 228) | 20 |
In anteriorem Hagae sylvam .... (II, 228) | 20 |
Een vergeten peerd (II, 229) | 20 |
Epitaphium Varennae .... (II, 231) | 56 |
Grafschrift van Fijtje Reyers (II, 231) | 20 |
In albo Isaaci Gruteri, ex adverso D. Heinsij (II, 233) | 20 |
Ad Iesuitas, Trajecto expugnato (II, 239). | 21 |
Inscriptio libello Gallico Marci Bonnyers Iesuitae .... (II, 241) | 56 |
Phyllis agnita. Ex Hispanis (II, 242) | 21 |
Problema. Ex Hispanis (II, 243) | 21 |
R. Honerdo viro summo C. Hugenius S. (II, 247) | 21 |
Dagheraed (II, 258) | 21 |
Lied (II, 260) | 21 |
De bloessem (II, 266) | 21 |
Aen Ioff.w Tesselschade Crombalch .... (II, 267) | 21 |
Schreijende afscheid (II, 269) | 21 |
De dood-gift (II, 271) | 21 |
De drij-dobbele geck (II, 272) | 21 |
Middelg. (II, 279) | 57 |
Eidem (II, 280) | 21 |
Fanciullo nato, e poco dopoi morto (II, 280) | 21 |
In avarum lusciosum exophthalmum (II, 282) | 21 |
In R. Honerdi Thamaram tragoediam (II, 287) | 57 |
In .... I. Smithii penum antiquariam (II, 293) | 22, 57 |
Noch (II, 305) | 22 |
Ensis Hispanus Calvarto dono datus (II, 305) | 22 |
[Vlulas Athenas ....] (II, 308) | 22 |
Alloquitur Pater Heinsium (II, 311) | 57 |
[In tripudium regium ....] (II, 316) | 22 |
Eadem obsidione (II, 321) | 57 |
Blz. | |
---|---|
[Ad Constantinvm Hvgenivm ....] (II, 324) | 22 |
[In eundem epigramma] (II, 326) | 22 |
[Aen den Heere Constantin Hvygens ....] (II, 327) .... | 22 |
[Op de Leedige Vyren van .... Constantin Huygens ....] (II, 333) | 22 |
[Om 't wtkomen der gedichten van .... Constantin Huygens] (II, 334) | 22 |
[C. Hugenio Neptunj et Amphitrites alumno] (III, 7) | 22 |
C. Barlaeo ὕδραν τέμνοντι vires novas (III, 11) | 22 |
[Ἄριστον μὲν ὕδωρ. Ad Susannam Barlaeam ....] (III, 11) | 22 |
[Ad eandem] (III, 11) | 22 |
[Ad Hugenium] (III, 13) | 23 |
Laborat aphthis uxor insomnis, screat (III, 33) | 23 |
Fr. Henrici Princ. Aravsionvm anni triumphales (III, 33) | 23 |
Hospitis nec ab hospite tuti Philippicarvm decas prima (III, 36) | 57 |
Ad Nicolaum Heinsium D.F. cum versiculis transmissis (III, 40) | 23 |
Ad Philippum Doubletium ..... (III, 44) | 57 |
In eiusdem adhuc aegri versiculos invectivos de re nauci (III, 45) | 23 |
Marini (III, 122) | 23 |
In albo I. Frederici Gronovii (III, 123) | 23 |
Ad amicos Amstelodamenses mox adeundos (III, 132) | 23 |
(Pro medicis, jocus) (III, 135) | 23 |
(In Annam garrulam, edentulam) (III, 135) | 23 |
(De creditore securo) (III, 135) | 23 |
(Pauper in coenum lapsi) (III, 135) | 23 |
(In ebriosum febricitantem) (III, 135) | 23 |
Ut sint conjugii concordia sacra, maritus (III, 135) | 24 |
Irus ut effractas sensit de nocte fenestras (III, 135) | 24 |
Collare e tela singulari (III, 149) | 24 |
In eandem (III, 162) | 16 |
In mortem ... Annae Killigrew .... (III, 165) | 57 |
Ad Ioannem I.F. Dedelium .... (III, 169) | 58 |
In H. Groty Animadversiones ad Cassandri Notas (III, 178) | 58 |
Aen Ioff.w Utricia Ogle (III, 178) | 58 |
Spiritus insomni lethargo cessit; Amici (III, 188) | 24 |
Constantini Hugenj ... ad Duisbvrgam .... παράκλησις (III, 196) | 24 |
Van Ian en Trijn (III, 204) | 24 |
Haga (III, 204) | 24 |
Ian schickt sich wel in zee (III, 205) | 24 |
Wijsheid schaers (III, 209) | 24 |
Vande selve (III, 212) | 24 |
Uyt het Engelsch. Aen Ioff.w Utricia Ogle (III, 213) | 24 |
Onder haer gesangh (III, 214) | 24 |
[Ad Tesselam, cum fraga illi mitterem] (III, 219) | 24 |
Onschuld (III, 222) | 25 |
(Ian en Trijn) (III, 222) | 25 |
(Ian en Griet) (III, 222) | 25 |
Blz. | |
---|---|
De Groenmerckt (III, 246) | 25 |
Air dans ma Pathodie (III, 278) | 25 |
Le reveil de Calliste .... (III, 278) | 25 |
In cippo fratris tumulo ab uxore imposito (III, 284) | 58 |
Op het graf van ... Charlotte van Santen ... (IV, 2) | 59 |
Cinna solitarius (IV, 3) | 25 |
In serenum aerem quo Constantia Boudania in Ind. Orient. solvit (IV, 4) | 59 |
Aen den H.r Caspar Barlaeus ... (IV, 5) | 25 |
Ad Nicolaum Heinsium Spadâ reducem (IV, 7) | 25 |
Uijt mijn Latyn beginnende .... (IV, 22) | 25 |
Ad ecclesiam Romanam (IV, 26) | 25 |
Aen Ioff.w Tesselschade Visscher .... (IV, 31) | 25 |
Trijn seij Ian hadd belooft hij souwse drymael kussen (IV, 44) | 25 |
Neel wierd het Houwelick voor een' vreughd aengepresen (IV, 51) | 25 |
Neel klaeght, daer komt geen slagh van vrijers voor den dagh (IV, 53) | 25 |
Een minnaer aen een weduwe op een mugge-nett hem bij haer vereert (IV, 53) | 59 |
In Gratium cura Jani Vlitij recognitum (IV, 59) | 59 |
Seght Maeij het minste woord, s'is vaerdigh met haer lijf (IV, 68) | 25 |
Griet is een Christen mensch, en leeft gelyck een swijn (IV, 70) | 25 |
In effigiem Henr. Brunonis (IV, 73) | 25 |
Euphrasia. Ooghen-troost aen Parthenine .... (IV, 83) | 25 |
In F. Spanhemij rectoratum magnificum (IV, 121) | 26 |
Templum Buerkerck .... (IV, 144) | 26 |
In (Schurmannae) Pinacothecam (IV, 145) | 26 |
Templum D. Catharinae (IV, 146) | 26 |
In meditationes posthumas Caroli Regis Magnae Britanniae (IV, 150) | 26 |
Daer leijt een Vrij'er in dit Graf (IV, 233) | 26 |
Twee Taerten, twee Taerten (IV, 249) | 26 |
Wat waer een' Taert voor soo veel Blommen (IV, 250) | 26 |
Sur les dernieres heures de M. Rivet (IV, 253) | 59 |
Auriacae dum Tutelae sub judice lis est (IV, 257) | 26 |
Le Sophiste resveur me dira ce qu'il veut (IV, 261) | 26 |
Myn pyramide op Hofwijck om veer. 2. Sept. 1651 (IV, 265) | 26 |
Hofwyck. (IV, 266) | 26-49 |
[In ... Hugenii ... Dies festos] (IV, 340) | 49 |
Ib. 43 (V, 12) | 49 |
Aen den Leser; voor de Byschriften (V, 16) | 49 |
Aen den drucker van Hofwyck (V, 18) | 49 |
Gouden mael-stock door Hare Hooch.t aen D. Seghers gegeven (V, 25) | 49 |
Sur un tableau d'Adam et Eve .... (V, 33) | 59 |
Tombeau de M. d'Haulterive. αὐτοσχεδιαστί (V, 34) | 60 |
Blz. | |
---|---|
A Mad.e de la Barre, sur les menaces de son depart (V, 35) | 60 |
Ilicet Hollandis juuat hoc inscribere Fastis (V, 40) | 60 |
Noch over des Heeren Avondmael (V, 47) | 49 |
Doopsels van een' hofstee (V, 125) | 60 |
Ghij hebt seer veel gelesen, Ian (V, 158) | 49 |
Op 'thoeckje vande Merckt staet Galgh op Galgh verheven (V, 160) | 49 |
Ian hadd' sijn' vaerdicheid in saecken vander min (V, 171) | 49 |
[Ad Zuylichemi Toparcham] (V, 187) | 50 |
Op de Uytspanninghe der vernuften van I. van Someren (V, 188) | 60 |
Ick sie wel wat u lett, ghij deckt als heilighdom (V, 190) | 50 |
Le Sophiste resveur me dira ce qu'il veut (V, 190) | 50 |
Wy zijn in goeden stand (V, 208) | 50 |
My zeide een Bedelaer, Heer, zyt ghy geck (V, 235) | 50 |
Tys was een Schilder, en is een Doctor geworden (V, 235) | 50 |
Stoof (V, 239) | 50 |
Lijs quam de Coomenij tot Ianbuers in getreden (V, 262) | 50 |
Truij is niet bot, maer scherp en snedigh (V, 263) | 50 |
[Aen Vrouw Geertruyd Huygens .....] (V, 305) | 50 |
[Incomparabili, ac supra laudem Zulichemi D.no Aulifugium suum publici juris facienti] (V, 306) | 50 |
[Aen myn Heer, myn Heer van Zuylichem over het lesen van sijn Ed.s Hofwyck] (V, 307) | 50 |
[Prosopopoea. Spreeckende houte gebouw op den burgh in 't bosch van Hofwyck ....] (V, 311) | 27 |
[Kyckers antwoord en keur van naemen voor het houte gebouw. I, II, III] (V, 314, 315) | 27 |
[Op 't Hofwyck van den .... Heer van Zuylichem, etc.] (V, 316) | 50 |
[Aen den Heer van Zuylichem, op zijn Hofwycksch gedicht] (V, 316) | 50 |
[In effigiem Christinae Reginae Sueciae] (V, 343) | 50 |
[Op het afscheyd] (VI, 8) | 50 |
(Vergeefsch vergeven) (VI, 15) | 51 |
Magh m'hem de moeijt niet wel bedancken (VI, 45) | 51 |
Luytmaker (VI, 45) | 51 |
In Seren.mi Crescentis poemata ad Iosephum Zamponium (VI, 56) | 60 |
(Aenden Heer van Maersseveen) (VI, 63) | 51 |
Op den aerdcloot inden vloer van 'tStadhuijs tot Amsterdam (VI, 82) | 51 |
Op den hemelcloot aldaer (VI, 83) | 51 |
Eer dat ghij trouwt siet inden wint (VI, 87) | 51 |
Den krygh en een stuck schilderijs (VI, 93) | 51 |
In effigiem C. Duarti (VI, 113) | 51 |
'Khoor onsen Ioncker van ses weken (VI, 115) | 51 |
Troetelt ghij de katten, licht (VI, 175) | 51 |
Is 'tSchaep goedaerdigskens en tam (VI, 180) | 51 |
Een deur die ongesloten staet (VI, 197) | 51 |
Belieft het God den Heer (VI, 198) | 51 |
Blz. | |
---|---|
Kaecken sonder baert (VI, 201) | 51 |
Op de gulden spreucken van Ioseph Hall .... (VI, 223) | 51 |
'KGae voor een Meester uijt, wat sal ons hier gebeuren (VI, 224) | 51 |
In effigiem meam a filio Christiano delineatam (VI, 228) | 51 |
Aen Ioffrouw van Osmael (VI, 231). | 52 |
Op de selve (Print van Coppenol) (VI, 233) | 52 |
Aen Ioff.r Trello (VI, 233) | 52 |
Genesing (VI, 234) | 52 |
(Droomen ydelheit) (VI, 261) | 52 |
Aende medereisers (VI, 263) | 52 |
Pour un ami depité (VI, 268). | 61 |
Ad T. Honerdum de versibus ... Douzae ... (VI, 272) | 61 |
Op de afbeelding van Carel de II.en .... (VI, 274) | 52 |
Aenden H.r van Brandwijck ... (VI, 288) | 52 |
Op het selve boeck (VI, 288) | 52 |
Videte quanti est Patriae scorti salus (VI, 290) | 52 |
Aen Ioff.w Adr. la Thor (VI, 296) | 52 |
Aende bedruckte moeder van Ioff.w Anna Margareta Kien (VI, 303) | 61 |
Aen Ioff.w Maupas .... (VI, 309) | 52 |
Comedien (VI, 312) | 52 |
[Spore voor den .... Heere, Christiaen Huygens ...] (VI, 321). | 52 |
In auspicatum natalem Principis Delphini .... (VII, 1) | 61 |
La mode du Roy (VII, 3) | 52 |
Le petit Escureuil sera longtemps en cage (VII, 34) | 52 |
Sonnet (VII, 34) | 53 |
Chanson (VII, 35) | 53 |
Ad Comitem de Dona (VII, 88) | 53 |
Op het contrefeitsel van Triglandus (VII, 95) | 61 |
Ian à la mode (VII, 145) | 53 |
Vriendelick oneens (VII, 145) | 53 |
Kindermall (VII, 146) | 53 |
Schadelijcke lof (VII, 169) | 53 |
Aen Claes (VII, 171) | 53 |
Kinds kinderen liefde (VII, 182) | 53 |
Onnutte moeyte (VII, 195) | 53 |
(Oprechte mildheit) (VII, 272) | 53 |
A M.le Iacoba Victoria Bartolotti. Iocus (VII, 278) | 61 |
Klappige Neel (VII, 281) | 53 |
(Vuyl en vuylt niet) (VII, 285) | 53 |
Uijtwandeling vanden ... Augusti tot ... Septemb. 1669 (VII, 291) | 61 |
Bedde-wijsheit (VIII, 6) | 53 |
In πὰρεργα mea peregrina. Londini 1o. Sept. 1671 (VIII, 45) | 53 |
(Nette Nel) (VIII, 53) | 53 |
Blz. | |
---|---|
Op een geblanckette (VIII, 53) | 53 |
Hoe licht bedanck ick God, hoe licht vereer ick hem (VIII, 115) | 53 |
In concentus musicos Academiae solennitati mixtos IIX. Feb. 76 (VIII, 133) | 53 |
Epitaphe d'un pendu (VIII, 146). | 53 |
De vita propria sermones (VIII, 189) | 53, 54 |
Morte mori lentâ, non auferri violentâ (VIII, 270) | 54 |
Sic vivunt homines; est nausea deliciarum (VIII, 342) | 54 |
- voetnoot1)
- Het is waarschijnlijk één der 5 dln. van de Domestica Principis; zie blz. X der Inleiding en beneden.
- voetnoot2)
- Zie aldaar de inhoudsopgave der deelen.
- voetnoot3)
- Zie de Inleiding, blz. X.
- voetnoot4)
- Zie blz. XI der Inleiding.
- voetnoot5)
- Dit zijn 25 brieven of minuten, geschreven en waarschijnlijk ook gesteld door H. (Vgl. Groen van Prinsterer, Archives de la Maison d'Orange, 2de serie, dl. III, blz. VI.)
- voetnoot1)
- Vgl. ook blz. XIII der Inleiding, No. XLVIII van de HSS. der Kon. Academie.
- voetnoot1)
- Genoemd bij P.A. Tiele, Bibliotheek van Nederlandsche Pamfletten, No. 1698.
- voetnoot2)
- Genoemd in den auctie-catalogus van L.J. de Petit, 7 Nov. 1853, bij Martinus Nyhoff, No. 216.
- voetnoot3)
- Genoemd in de Bibliotheca Belgica.
- voetnoot1)
- Vgl. J H.W. Unger, Bibliographie van Vondel's werken, No. 371.
- voetnoot2)
- Waarschijnlijk is het Latijnsche vers in 1644 of 1645 herdrukt met H.'s eigen vertaling; vgl. dl. IV, 6, en de Noot.
- voetnoot3)
- Zie No. 248 van den Catalogus der Huygens-tentoonstelling.
- voetnoot4)
- In dat werk komen eenige Fransche verzen van H. voor.
- voetnoot5)
- Vgl. Catalogus der Huygens-tentoonstelling, No. 406.
- voetnoot6)
- T.a.p., No. 795.
- voetnoot7)
- T.a.p., No. 407.
- voetnoot1)
- De verbeteringen in den tekst zijn met gewone letter, de aanvullingen en verbeteringen in de noten met kleine letter gedrukt.
- voetnoot1)
- Zie de Noot in dl. IV, blz. 300.
- voetnoot1)
- Zie de Noot in dl. IV, blz. 300.
- voetnoot1)
- Zie de Noot in dl. IV, blz. 314.
- voetnoot1)
- De lezing is onduidelijk.