Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687
(1917)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend17. M. van der HouveGa naar voetnoot8). (K.A.)De onkuntschap met UE., daer beneffens de magerheijt mijns stijls in t schrijven, als niet gepolijst als wel dit prolegoumenon van soo heerlijcken subject vereijste, is voortkomende ten deele wt d'invidia van seeckere weijnige persoonen, die niet en wilden t'selve door den druck alle de wereld gemeijn soude werden gemaeckt, ten deele oock, dat het daerom niet alhier bij der Gro. Mog. druckster en conde gedruckt werden, vermits sij beschroomt was, sonder derselver octroy t'selve te printen, als bedugtende de gevaerlickheijt haeres pensioens, soo hebbe ick met dit werck mijns handvest cronijcxGa naar voetnoot9), t'selve overseijndende naer Leijden, moeten doen, niet soo ick wilde, maer soo ick conde, niet hebbende cunnen oversien t'werck aldaer, soo ick wel hier gevouglijcker soude hebben gedaen. Dus soo sal sijn Edele sigh verwaerdigende dit bijgevoegde exemplaer believen te presenteren aen sijn Princelijcke Excel- | |
[pagina 473]
| |
lentie, ten eijnde t'selve door sijn Edele intercessie met sijn furstelijcke aengeboorne goetaerdigheijt mogte begenadigt werden tegens eenige quaedwilligen. Dit betrouwende U Edele vermogens t'sgangen (?) Catonis, si potes ignotis etc.Ga naar voetnoot1), wil mijn Edele Heere beveelen in t schut des Allerhoogsten. Het tweede exemplaer is voor UEd., t'derde voor U Edele broeder, den hofmeesterGa naar voetnoot2), het laetste voor U Edele collega, den heere JuniusGa naar voetnoot3) ..... In 's Gravenhage, deesen 15 September 1636. Mijnheer, onder mij berusten seer heerlijcke acten ende articulen raeckende de goederen van sijn furste. Exc.e den Prince van Orangien in Bourgongien. Godt Almachtigh wil sijn persoon nemen in sijn Godlijcke bescherminge. |
|