Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687
(1917)–Constantijn Huygens7248. Aan Geertruyd Gordon, geseght Graeuwe3). (K.A.)Ik dank u voor uw fraai boek. ‘In den korten4) tijt mijnes levens, die mij overigh is, werde ick wat moeijelijck5) geperst, om de reste mijner vodderijen met de voorste aen den dagh te laten komen, ende langer weet ick 't niet te weeren’. Als zij uitkomen, zend ik u een exemplaar. Hage, 23 Decemb. 1686. |