Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687
(1917)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend7235. Aan H. de BeringhenGa naar voetnoot2).(K.A.)Ik ben nu negentig jaar en, al weet ik niet, hoe oud gij zijt, heel jong zijt gij ook niet meer. Gaarne zou ik weten, hoe het u gaat, ‘et si je puis esperer, qu'on continuera de me respondre sur cest article, que je retouche souvent, que M. de Beringhen est tousjours aussi froid, aussi droit et aussi merveilleux personage que je l'ay laissé à Paris en 1665. Si en suitte, Monsieur, vous disposez encor de la main droicte avec la mesme vigueur, je vous demande la grace de m'en faire veoir quelque marque sur un coing de vos petites lettres, où vous aviez accoustumé de me dire si cavallierement beaucoup de choses en peu d'escriture.’ Ik ben nu overgrootvaderGa naar voetnoot3), maar geniet eene goede gezondheid, alleen plaagt de jicht mij somtijds. Zij is echter heel dragelijk. Over de wonderlijke dingen, die in dezen tijd gebeuren, zal ik maar niet spreken. 30 Janv.r 1686. |
|