Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687

7210. Aan H. de Beringhen²⁾. (K.A.)

Hartelijk dank voor uwe moeite! Z.H. was zeer getroffen door uwe woorden over zijne voorouders en stelt het zeer op prijs, dat gij zulk eene aangename herinnering hebt behouden aan uwe dienstjaren onder de Oranjevaan. Het is erg, dat de nazaat van zulke mannen in Frankrijk zoo behandeld wordt. - Mijn zoon ontving een brief van den heer de Louvois, maar op een zonderlingen toon. Als ik alles vooruit had geweten, had ik hem nooit naar Frankrijk laten gaan. - Hebt gij de stukken over het kanaal van Yverdun³⁾ ontvangen? Wij zijn van plan den jongen la Chimay ginds voor onze belangen te doen opkomen. A la Haye, ce 14^e d'Oct. 1683.

‘Mon fils vient de me faire rire de la superscription de la lettre de M.^r de Louvois, où il y a: à Mons.^r Huygens etc. mathematieien. Il semble le

2) Kopie van andere hand, behalve het postscriptum.

3) Zie V, blz. 169.

[p. 451]

prendre pour un des ingenieurs de ses fortifications. Je ne croyois pas avoir des gens de mestier parmi mes enfans’.