Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687

7198. Aan De Lubieres¹⁾. (K.A.)

Uwe stukken zijn aangekomen, maar er is nog geen gelegenbeid geweest ze te laten zien aan Z.H., die dikwijls afwezig is. Het zenden van afgevaardigden hierheen zou dus tot niets dienen. Die aanslag op Courthezon was brutaal²⁾, maar misschien moet gij hem vooral wijten aan den aartsbisschop³⁾ en den intendant⁴⁾. Ik lees in uw brief niets over de verklaringen, die men geeischt heeft, dat de dragonders zich bijzonder goed gedragen. A la Haye, ce 15^e Oct. 1682.

1) Kopie van andere hand.

2) Waarschijnlijk wordt hiermede bedoeld de aanslag op de abdij van Saint-André de Ramiêres; in dit nonnenklooster werd het geheele archief gestolen.

3) Misschien is bedoeld de bisschop van Oranje Obeilh (zie blz. 411) of die van Voyzon (zie No. 7199).

4) Hij heette Moran.