Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687

[p. 445]

7195. Aan De Lubieres¹⁾. (K.A.)

Mijne brieven zijn blijkbaar onderschept. Wij doen hier alles wat wij kunnen. Het zal goed zijn het nauwkeurige verhaal van al de ellende te Oranje²⁾ te laten drukken. Het verheugt mij, dat gij zoo schoon uw plicht hebt betracht. A la Haye, ce 30^e Sept. 1682.

Daar komen toch brieven van u. Hoe krijgen wij het best de charters hier?

1) Kopie van andere hand.

2) Toen de Koning in 1673 Oranje had laten bezetten, om het na den vrede van Nijmegen (1679) aan den Prins terug te geven, had hij het kasteel laten slechten. Daarna hadden de burgers op die plaats weer een muur gebouwd, om de stad te beschermen. Maar den 14^den Oct. 1682, midden in vredestijd, zond Lodewijk den markies de Montanègues, luitenant-generaal in Languedoc, met troepen, om de inwoners te dwingen, dien muur weer af te breken. Die troepen hielden huis in Oranje op zeer barbaarsche wijze.