Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687
(1917)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend7194. Aan C. FagelGa naar voetnoot5). (K.A.)Terwijle ick noch besigh ben met het opsoecken van den brief door H.M.Ga naar voetnoot6) den Heere Prince Maurits aen den Coningh Louis de XIIIe gezonden, hebbe ick dienstigh gevonden, uijt het verbael van wijlen den heere VosbergenGa naar voetnoot7) te doen extraheren hetghene hiernevens gaet. UWelEd.t sal daerin vinden expresse mentie van denselven brief, ende den sommieren inhoud van dien konnen afnemen uijt de discourssen tuschen den heer van LangerackGa naar voetnoot8) en gemelten heer VosbergenGa naar voetnoot9) gevallen. Ick voege hier noch bij eenighe extracten van 't ghene ick over 21 jaeren, naer Parijs ende Orange gesonden, in mandatis hebbe gehadt, ende aen den tegenwoordigen Coningh verthoont. Daer zijn ettelijcke argumenten in, daervan sommige sullen moghen te pas komen in de instructie van denghenen, die over de tegenwoordighe violentien naer Vranckrijck moghen komen gedeputeert te werden. Men sal daer trotse ende fiere bejegeningen hebben uijt te staen, die met gemelte onse argumenten eenighsins gedilueert ofte versacht sullen konnen werden, sonder sich veel in te laten tegens de pretensien van Vranckrijck op onse souverainiteit, daertegens men aldaer van ouds heeft leggen grollen, sulx hier te sien [is], dat Prins Maurits, als in tam impare congressu, heeft doen eviteren ..... 17 Sept. 82. |
|