Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687
(1917)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend
[pagina 403]
| |
graanprijs heel weinig opgebracht. Den ontvanger Gijsen te Dieren heb ik, op verzoek van den heer van RoosendaelGa naar voetnoot1), duchtig op zijne plaats gezet. Deze heer en andere gedeputeerden in het kwartier van Arnhem maken met de ambtenaren, die hun plicht verwaarloozen, te recht korte wetten. Te Yselstein, Benscop en N. Polsbroeck heb ik vermaningen uitgedeeld aan het volk, dat zich op allerlei wijzen aan zijne verplichtingen tracht te onttrekken. Te Leerdam zijn de landerijen nog altijd slecht door de overstrooming; er moest eens een commissaris heengaan voor de rekeningen en ook moeten de predikanten beter bezoldigd worden. De ‘Gemeene Lands Rekening’ te Buren loopt over 7300 ℔. Wij zijn daar vijf dagen lang bezig geweest, ook al met de rekening der Fransche oorlogsschatting, die hooger dan 70000 ℔ is. De drossaard daar is onaangenaam en lastig. Velen komen dagelijks het mooie kasteel zien, maar men durft nauwelijks met een schuifkar over de bruggen rijden, zoo zwak zijn zij, en ingestorte muren vullen de grachten. Ik kan niet nalaten Uwe Hoogh. te verzoeken een kasteel niet te laten vervallen, dat uw grootvader met zooveel zorg en kosten heeft ingericht. - Soestdijk ziet er goed uit; het huis staat op eene goede plek. ‘Je ne sçay quel est le dessein de V.A. avec tant de niches blanches, qui sont au dehors de ce bastiment; si elles ne serviront à rien, j'aymerois mieux pour moy, qu'elles ne fussent pas blanchies, mais si un jour V.A. s'avise d'y appliquer des figures peintes sur toiles, comme j'ay faict à ma cabane à Voorburgh, cela en esgayeroit fort la veuë. Les mienes ont duré trente huict ans à l'air, avant que j'ay esté obligé de les faire raffraichir. Je n'ose pas dire que la demie potence de muraille qui enferme le nouveau jardin devroit estre achevée et reguliere de part et d'autre, parce que j'ay appris que V.A. la veut ainsy, nonobstant ce qui y a esté opposé; mais sans cela, toute raison de symmetrie et bienseance dicte que pour bien embrasser il faut deux bras. Aussi bien voy je qu'on y va faire croistre une haye d'aulnes pour resister au vent, qui cachera la veuë autant que feroit une muraille. On va decorant tout le dedans de la maison de peintures. Je voudrois pour moy, que le vestibule ne le fust point, mais bien tout blanc et vuide, et aussi spacieux qu'est la sale qui suit apres. J'ay bien ven des salons, des chambres et des cabinets en Italie et en France ornez de peinture, mais non pas les entrées des Princes, qui ne servent qu'aux pages et aux lacquais. Icy V.A. avec toute justice peut donner sur les doigts à ma temerité, mais comme le proverbe latin dit, que qui bastit sur le grand chemin, s'expose à toute censure, je me repose en tout sur la grande bonté de V.A.’ - Te Amsterdam zag ik lord AylburieGa naar voetnoot2) met zijne vrouw en dochters door de stinkende grachten varen; hoe hebben zij het uitgehouden? Hij wilde ook naar Zaandam, dat de Koning van Engeland, zooals hij mij eens zeide, het meest van alles in Holland bewondert. 6e Aoust 1678. |
|