Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687

7016. Aan Payen¹⁾. (K.A.)

Het verheugt mij, dat gij uw clavecymbaal zooveel verbeterd hebt. Maar, als gij uw geheim aan geen werkman wilt meedeelen, terwijl gij zelf geen werkman zijt, zal uwe vinding geheel nutteloos zijn. Professor Böckelman kent een vertrouwd en knap werkman, dien gij een eed kunt laten doen, dat hij niets zal ondernemen in uw nadeel. Maar, ‘si telles conditions ne vous aggreent point, je ne sçay quelles autres vous proposer, et ne restera que de vous envelopper dans vostre science, et de vous rejouïr à par vous de la grace que Dieu vous a faicte, sans vous soucier que la marmite en bouïlle peu ou moins.’ Datzelfde geldt van het rijtuig, dat gij hebt uitgevonden; een denkbeeld en zelfs een model geeft niets. Ik kan er geen oordeel over uitspreken, voordat ik er iets meer van weet. A la Haye, ce 25^e Mars 1676.

1) Kopie van andere hand. Gedeeltelijk uitgegeven door Jonckbloet en Land, t.a.p., blz. 76.
Payen woonde te Utrecht.