Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687

6961. S. Chieze. (L.B.)

..... De zaak gaat niets vooruit. Ik heb eene maand geleden aan de Koningin weer eene memorie, die in krasse termen gesteld was, overhandigd en de gezanten van Engeland en Holland hebben nog eens weer aangedrongen. Maar ik heb niet veel hoop op een goeden uitslag. Misschien zal het beter worden, als de Koning meerderjarig wordt; hij kan een beteren minister kiezen. Ik heb een kostbaar tapijt moeten verkoopen, om mijne huishuur te kunnen betalen. Uwe zoons schrijven mij nooit meer. A Madrit, le 19^e Decemb. 1674.