Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687

6848. Aan prins Willem III⁵⁾. (K.A.)

Mon fils monstrera à V.A. ce que ceux d'Hollande proposent dans une des deux lettres que V.A. en receut hier au soir, sur le sujet d'un pasquin qui a esté semé à la Haye⁶⁾. Je croy que V.A. trouvera la chose assez delicate, pour y vouloir penser à loisir, ou mesme assez obscure, pour pouvoir bien comprendre que c'est qu'ils demandent. La resolution en a esté prise dès le 12^e; il y a lieu de s'estonner, pourquoy ils n'en ont point faict instance de bouche à la Haye. Il semble que desjà la lettre circulaire de V.A. aux villes⁷⁾

5) De minuut heeft geen adres.

6) Waarschijnlijk is bedoeld de Waarschouwing aan alle edelmoedige en getrouwe Inwooners van Nederland, waarin de Witt o.a. beschuldigd werd van knoeierijen met geld en het verwaarloozen van het leger. Hij verdedigde zich daartegen in een brief aan de Staten van Holland en in een anderen aan den Prins.

7) Den 8^sten Juli had de Prins een rondgaanden brief aan de steden geschreven, waarin hij de verdachte regenten verdedigde en het verlies van vele steden toeschreef aan de trouweloosheid en lafhartigheid der bevelhebbers.

[p. 307]

a faict assez de bruit parmi les bien-intentionnez, sans qu'on r'engage V.A. de nouveau à causer du deplaisir au peuple par des declarations contraires à son humeur, à laquelle on a quelqu'obligation. A mon advis, ceste lettre pourroit estre negligée et laissée sans response¹⁾. J'espere que V.A. ne voudra pas trouver mauvais que je m'en explique si librement, ne m'en deschargeant que pour le mieux. Encor debvoit on avoir faict veoir à V.A. le contenu de l'escrit, contre lequel on desire qu'elle se declare. 18^e2), 1672.

1) De Prins heeft dien raad niet opgevolgd, maar de Witt's brief beantwoord, doch hem niet van alle schuld van het verwaarloozen van het leger vrijgesproken.

2) De maand is weggelaten.