Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687
(1917)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend6800. Aan Frederik, RhijngraafGa naar voetnoot1). (K.A.)Het spijt ook mij, dat wij elkander deze maal zoo weinig in den Haag hebben ontmoet. Door mijn verblijf hier kan ik ook niet genieten van het gezelschap van mijn zoon, dien de Koning van Frankrijk mij voor eenige maanden geleend heeft. Ik heb groote verwachtingen van hem. Ik ken hem niet van dezelfde zijde als gij, en wist niet, dat hij zoo in gezelschap kon zijn. Als de Prinses Douairière ons beiden zoo gaarne samen op de tiorbe wil hooren spelen, kan ik misschien eerder van hier weg komen. Maar ik heb het hier | |
[pagina 290]
| |
anders druk, verheug mij in de gunst van den Koning en de Koningin en zie comedies, bals en balletten. Ik hoor veel muziek en componeer veel ...... Londre, 1671Ga naar voetnoot1). |
|