Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687
(1917)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend6697. Aan MiletGa naar voetnoot1). (K.A.)De heer Sauzin klaagt er over, dat gij steeds zoo onvriendelijk voor hem zijt en hem een creatuur van mij noemt. Dat is hij evenmin als ik het ben van den Paus van Rome. ‘J'aurois travaillé à mettre un de mes fils superintendant de la principauté. Mon pauvre bonhomme, est il possible que vous soyez susceptible de semblables chimeres? S.A. en a bien ri et m'a donné raison, quand j'ay dit que j'espere que Dieu gardera mes enfans d'avoir à faire aux Orangeois’. Wees vriendelijk tegen Sauzin; hij heeft nooit iets tegen u gedaan. Copes, de resident van den Keurvorst van BrandenburgGa naar voetnoot2), heeft zich een paar dagen geleden met succes van den steen laten snijden door den dokter te Haarlem. Hij is al ongeveer zeventig jaar oud. A la Haye, ce 28 Mars 1669. |
|