Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687
(1917)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend6564. Aan H. de BeringhenGa naar voetnoot4). (K.A.)Ik heb gesproken over den heer de DomervilleGa naar voetnoot5), dien gij ons hadt voorgesteld voor het paardrijden van Z.H., maar nu de opvoeding van den Prins zoozeer veranderd is, heeft men hem een zoon van den heer van Beverweert tot stalmeester gegeven. Er is dus een eenvoudig man noodig voor den Prins, ‘qui est desja grand et vigoureux.’ Wilt gij eens naar zoo iemand uitzien? A la Haye, ce 10e Juin 1666. |
|