Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687

6563. P.F. de Sobirats³⁾. (B.M.)

Mijn vader en ik zijn u oneindig veel verplicht voor al uwe weldaden en voor uwe voorspraak bij den Prins; wij zullen ze niet vergeten en trachten ze ons waardig te maken. De kinderen, die spoedig uit mijn huwelijk geboren zullen worden, moeten weten, met welke weldaden gij ons hebt overladen, opdat, daar zij bijna onmetelijk zijn, de herinnering er aan bij onze nakomelingen nooit moge sterven. Arausioni, IV Idus (10) Junii CIƆIƆCLXVI.

3) Pierre François de Sobirats Jr.; zie blz. 159 en 169.