Briefwisseling. Deel 6: 1663-1687
(1917)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend6542. Aan BeauregardGa naar voetnoot4). (K.A.)Uw zoon heeft mij uw brief gegeven. Ik weet niet, waarom gij alleen mijn woord wantrouwt, gegeven in naam der Prinses. Uw brief aan den heer d'Estrades is nog vreemder; in Frankrijk heeft men met deze zaak niets te maken. Uwe rekeningen moeten hier worden onderzocht, uwe ambten heeft men u gelaten, en gij handelt op deze wijze! Het is waarlijk niet goed na de amnestie, die veel bedekt wat wij maar al te goed weten, op zulk eene wijze op te treden. Ik zal er op aandringen, dat uwe rekeningen spoedig worden onderzocht. A la Haye, ce 8e Apvril 1666. |
|